GELOOF en LEVEN
GELOOF EN LEVEN 2006 nummer 2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
Revolutie of hulpbetoon?
Het is al een hele tijd geleden dat op het vlak van het sociale engagement er twee richtingen waren: mensen of groeperingen die vonden dat je echt structureel moest werken (veranderen van de ‘onrechtvaardige’ structuren) en andere die vonden dat (hoewel ze het structurele werken niet afkeurden en daar ook wel aan meewerkten) je ondertussen de mensen ook echt moest helpen. De ‘structuurwerkers’ (vaak van marxistischen huize) vonden dat je door te verhelpen op directe en beperkte schaal je de onrechtvaardige structuren in feite in stand hield; de mensen berustten dan vaak in de bestaande onrechtvaardige toestand. Daar was wel iets voor te zeggen natuurlijk, maar als (meestal gelovige) mens kon je het moeilijk aanzien dat concrete mensen ten onder gingen door armoede, voedseltekort, uitbuiting op welk vlak dan ook. Daar wilde men dan ook echt iets aan doen, zelfs als daardoor sommige onrechtvaardige structuren niet onmiddellijk konden omgetimmerd worden. Als je je noodlijdende broeder in de ogen kijkt, kan je dan als welmenend mens denken: laat het nog maar even slechter worden voor jou, misschien kom jij of komen je kinderen dan wel in opstand tegen de uitbuiter? Je voelt aan dat er verschillende opties mogelijk zijn en dat je, zonder het ene uit te sluiten, toch aan het andere de voorrang geeft.
Sociale inzet of spiritualiteit?
Laat mensen nu een discussie voeren omtrent de vraag wat belangrijker is voor een christen: zich inzetten voor een sociaal doel of zich vooral inzetten voor spirituele vernieuwing van onze samenleving. We kunnen natuurlijk direct aanmerken dat dit een valse redenering is, een oneigenlijk tegenover elkaar stellen van zaken die maar uiting zijn van eenzelfde doel: het echte heil van mensen. Sommigen hebben die twee uitingswijzen goed bij elkaar kunnen houden: spirituele vernieuwing en sociale inzet vloeien voort vanuit eenzelfde bezieling en staan niet met elkaar in concurrentie. Je steunt op twee benen.
Actie of contemplatie?
Evenwel kan je vaststellen (ik heb het dan over mensen die middenin de wereld staan) dat in het concrete bestaan sommigen zich bijna uitsluitend inzetten voor concrete inzet voor mensen (in dienstbetoon, evangelisatie, sociaal-
Jezus?
Bij Jezus worden die twee ook wel afzonderlijk gezien, maar ze liggen heel dicht bij elkaar. Soms is er een bijna naadloze overgang. Van een heel drukke bezigheid (verkondiging, dienstbetoon) naar gebed en dan weer opnieuw volle activiteit. Een paar voorbeelden:
“Heel de stad stroomde voor de deur samen. Velen die aan allerhande ziekten leden, genas Hij en Hij dreef tal van geesten uit, maar Hij liet niet toe dat de boze geesten spraken, omdat zij Hem kenden. Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats, waar Hij bleef bidden. Simon en zijn metgezellen kwamen Hem achterop en toen ze Hem gevonden hadden, zeiden ze: ‘Iedereen zoekt U.’ Hij antwoordde hun: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken. Daartoe ben Ik immers uitgegaan.’ Hij trok door heel Galilea, predikte in hun synagogen en dreef de boze geesten uit” (Mk. 1,34-
“Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden (van de moord op Johannes de doper), kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf. Toen de apostelen zich weer bij Jezus voegden (na hun evangelisateitocht), brachten zij Hem verslag uit over alles wat zij gedaan en onderwezen hadden. Daarop sprak hij tot hen: ‘Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.’ Want wegens de talrijke gaande en komende mensen hadden zij zelfs geen tijd om te eten. Zij vertrokken dus in de boot naar een eenzame plaats om alleen te zijn. Maar velen zagen hen gaan en begrepen waar Hij heenging; uit al de steden kwamen mensen te voet daarheen en waren er nog eerder dan zij. Toen Jezus aan land ging, zag Hij dan ook een grote menigte. Hij voelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten. Toen het al laat was geworden, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en zeiden: ‘Deze plek is te eenzaam en het is al laat. Stuur hen weg om naar de hoeven en dorpen in de omtrek te gaan en daar eten te kopen.’ Maar Hij gaf hun ten antwoord: ‘Geeft gij hen maar te eten’”(Mk.6,29-
“Bij zonsondergang brachten allen die zieken hadden, lijdend aan velerlei kwalen, dezen naar Hem toe. Hij genas hen door ze een voor een de handen op te leggen. Uit velen gingen ook duivels weg, die schreeuwden: ‘ Gij zijn de Zoon van God. ‘ Hij gaf een streng bevel en liet niet toe dat zij spraken, want zij wisten dat Hij de Messias was. Toen het dag geworden was, ging Hij naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats. De mensen zochten Hem echter, kwamen waar Hij was en poogden Hem vast te houden om te verhinderen dat Hij hen zou verlaten. Maar Hij sprak tot hen: ‘ Ik moet ook aan andere steden de Blijde Boodschap van het Godsrijk brengen, want daarvoor ben Ik gezonden. ‘ En hij predikte in de synagogen van het joodse land” (Lk. 4,40-
Maar telkens weer merk je dat zowel het een als het ander voortkomt vanuit een innerlijke gedrevenheid die we moeten omschrijven als een besef van zijn ‘gezonden zijn’ door de Vader. Dat is het punt waar zowel die sociale inzet als zijn verkondiging en als zijn gebed samenkomen. In de doorleefde relatie tot de Vader. Dat is het merg van zijn bestaan. En zijn leerlingen hebben dat goed begrepen waar ze Hem de Schrift doen nazeggen: “Daarom zegt Hij dan ook, als Hij in de wereld komt: Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor Mij een lichaam bereid. Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor Mij een lichaam bereid. Brandoffers en zoenoffers konden U niet behagen. Toen zei Ik: Hier ben Ik. Zoals er in de boekrol over Mij geschreven staat, Ik ben gekomen, o God om uw wil te doen” (Hebr. 10,5-
Jezus verwoordt het zelf tegenover zijn vrienden na zijn gesprek met de Samaritaanse aan de put van Jakob: “Daarop zei Jezus hun: ‘Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (JohH.4,34).
En bij zijn uittreden van de wereld noteren ze: “Hierna, wetend dat nu alles was volbracht, zei Jezus, opdat de Schrift vervuld zou worden: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een kruik vol zure wijn. Ze doopten er een spons in, staken die op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond. Toen Jezus van de zure wijn genomen had, zei Hij: ‘Het is volbracht.’ Daarop boog Hij het hoofd en gaf de geest” (Joh.19,28-
‘Wat drijft ons’ en ‘Wat houdt ons drijvend?’
Al te vaak oordelen wij over anderen, nemen we hun inzet of de werking van hun vereniging onder de loupe. Wij moeten onszelf en de werking van onze eigen vereniging of organisatie analyseren en als christenen de vraag durven stellen: vanuit welke diepe beleving of inzicht en inspiratie of gedrevenheid doe ik dit of doen wij dat? Welke gedrevenheid ligt aan de wortel van onze inzet. Voor een christen moet dit noodzakelijkerwijze de gedrevenheid van Christus zijn, de gegevenheid aan de Vader en aan zijn verlangen, de liefde tot Christus in wie wij door God aan het hart worden gedrukt. Zo schreef Paulus aan mensen die wel enige kritiek hadden op hem: “De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien, dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven! En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die ter wille van hen is gestorven en verrezen” (2 Kor.5,14-
EINDE VAN DIT ARTIKEL
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
Katholieke Christenen op een kleine parochie
De Sint-
Geen residentiële pastoor, geen dagelijkse eucharistie… Het einde?
De Heer Deken Julien Schreyen van de hoofdparochie van Temse (O.L.Vrouwparochie waar zich het geboortehuis van priester Edward Poppe bevindt) kreeg sedert 2003 de pastorale verantwoordelijkheid voor de Velle. Naast veel andere taken gaat hij op zondag met toewijding voor in de Eucharistie en ook op dinsdag is er nog een eucharistieviering. Voor die eucharistieviering worden een deel intenties samengenomen met als gevolg dat er toch steeds wat volk aanwezig is op dinsdagavond.
Maandelijks is er evenwel een dinsdag waarop gelovigen van de 10 parochies van het decanaat Temse een gezamenlijke viering hebben in een van hun kerken (Groot Kruibeke met Bazel, Kruibeke en Rupelmonde, Groot Temse met de O.L.Vrouw-
Een greep uit de dinsdagavonden
28/09/04 Eucharistieviering (St.-
EINDE VAN DIT ARTIKEL
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
Moge de geest van Jezus
mijn geest vernieuwen.
Moge de wijsheid van Jezus
mijn gedachten verlichten
Mogen de woorden van Jezus
in mijn oren
en op mijn lippen zijn.
Moge het Hart van Jezus
kloppen in mijn hart.
Moge het kruis van Jezus
mijn sterkte zijn.
Moge de vergiffenis van Jezus
mij van zonde bevrijden.
Moge de genezingskracht van Jezus
mij welzijn brengen.
Moge de vrede van Jezus
al mijn angsten tot rust brengen.
Moge de liefde van Jezus
mijn hele wezen vervullen.
Moge de verrijzenis van Jezus mij verrijken
met vreugde, hoop
en nieuw leven.
Dom Alan Rees
uit Prayers from the Cloister Bellmontabbey
EINDE VAN DIT ARTIKEL
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
OVERLEDEN: YA'AQOV WILLEBRANDS
Vriend van Palestijnen, Joden, moslims...
Op 1 december 2005 overleed in Israël de Nederlandse pater Ya’aqov (Jacob) Willebrands (broer van kardinaal Willebrands, ooit zeer gekend en gewaardeerd vanwege zijn eukumenische werkzaamheid). Pater Willebrands was reeds jaren in een Trappistenabdij, toen hij in zich de roeping voelde om als contemplatief te gaan leven in Israël en verbindingsteken te zijn tussen Palestijnen en Joden. Zijn abt vroeg hem om die roeping nog maar een tiental jaren te laten rusten. Onze monnik deed dat, maar na tien jaar stond hij daar opnieuw met zijn vraag. ‘Laat dat nog maar een jaartje rusten’, zei de abt. Maar na dat jaar, was die roeping niet weggeëbt. Na nog een jaar kreeg hij de toelating.
Na enige tijd kon hij in 1967 een heuvel aankopen bij Deir Hanna in Galilea om er een soort klooster te stichten. Hij wilde daarmee een bijdrage leveren aan de terugkeer van het vroegchristelijke kloosterleven in het Heilig Land. Het klooster, Lavra Netofa, behoorde tot de met Rome verbonden Melkitische (Grieks-
Veel leden heeft zijn gemeenschap nooit gekend, maar de uitstraling was aanzienlijk. In de rots die zijn heuvel vormde maakte hij een gebedsruimte, geïnspireerd op de oudste joods-
“Ik ben op weg naar het huis van de Vader
Groet alle vrienden van Galilea, bedank ze
voor hun aanhoudend meeleven en edelmoedigheid.
Het schrijven is afgelopen.
Ik correspondeer alleen via de Heer.
Ik bereid mij voor op de laatste geboorte.
Zalig Kerstfeest en zalig nieuwjaar.
Tot ziens in het Vaderhuis.”
(Pater Jakob)
EINDE VAN DIT ARTIKEL
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
CHRISTELIJKE FEESTEN UITGEHOLD
Maanden geleden las ik in de nieuwsklikker van De Standaard het Belgabericht (svr) over het wereldrecord van “de langste witte worst”; ze werd te Luik geproduceerd door een vereniging van ambachtelijke slagers. Dat gebeurde in het kader van een kerstmarkt. Ik wil u zelfs het resultaat niet onthouden: 600 meter witte worst. Proficiat voor de “Etal d’or” die dankzij een ton vulsel (waaronder 800 kilogram varkensvlees, melk, beschuiten, eieren, zout en kruiden) dit resultaat konden neerzetten (eigenlijk voorzichtig neerleggen in een chalet). Nu stond dat bericht wel gepubliceerd vlak voor een ander artikel dat de titel droeg: “Paus betreurt commerciële pollutie rond Kerstmis”. Immers deze dreigt de spirituele authenticiteit van het kerstfeest te veranderen terwijl dat feest eigenlijk gekenmerkt wordt door bezinning, soberheid en een intieme in plaats van puur uitwendige vreugde. Paus Benedictus XVI toonde zich wel positief over de “mooie en solide traditie” van de kerststalletjes in huis: “een eenvoudig maar doeltreffend middel om het geloof uit te beelden en over te dragen aan kinderen”. “De kerststal helpt ons om na te denken over het mysterie van Gods liefde. Die liefde heeft zich in armoede en eenvoud geopenbaard in een grot in Bethlehem”.
Pasen heeft eveneens zijn commerciële uitwassen (de commerçanten moeten natuurlijk ook leven) en wat te denken over de exploitatie van de vasten, die een langgerekte vastenavond wordt.
Hoe gaan wij het meer zinvol maken?
EINDE VAN DIT ARTIKEL
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
‘Wat hebt ge voor Mij ‘gedaan’?
Een zeer mooie, een treffende tekst uit het evangelie is zeker Matteüs 25,31-
Er zijn personen die dat als het ware meekregen met de moedermelk, anderen zijn in een gegeven periode van hun leven als meegetrokken door het voorbeeld van sommige personen of werden op een gegeven moment geconfronteerd met een bepaalde nood, hebben getracht daar iets aan te doen, en zijn vanaf dat ogenblik meer georiënteerd naar de hulp aan mensen die het moeilijk hebben in het leven.
Woorden en daden horen samen
We zien iets soortgelijks in het leven van Jezus. Hij komt voor een welbepaalde nood te staan, of mensen-
De vriendelijkheid naar kinderen, het niet uitsluiten van vrouwen, de genezende kracht die hij aanwendt voor vele zieken… dat alles staat niet los van wat Hij verkondigde: “Het Rijk Gods is midden onder u” (Lk.17,21). Op de eerste plaats was Jezus immers een verkondiger, een zegsman namens God, een leraar die mensen de weg wees en die hen inzicht gaf omtrent God en wat Hij met mensen voorhad: plannen van heil! En dat is nu het treffende bij Jezus: bij zijn woorden kwamen ook daden. Die daden verkondigden hetzelfde als zijn woorden: God wil het heil van de mens en toont de weg waarop dat heil je kan overkomen! Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap. Het zijn de eerste woorden van Jezus als verkondiger, woorden die Johannes de Doper (mogelijks zijn leermeester) ook in mond had (en later ook Petrus in zijn Pinksterpreek).
Tekenen moeten brengen tot geloof
De woorden en de daden van Jezus zijn beide belangrijk. We moeten ze niet scheiden maar ze samenhouden. Als we blijven stilstaan bij de ‘tekenen’, de ‘mirakelen of wonderen’ omdat zij tegemoet komen aan onze menselijke verlangens, dan dringen we niet door tot de eigenlijke betekenis van die tekenen en dan horen wij Jezus zeggen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Niet omdat gij tekenen gezien hebt, zoekt ge Mij, maar omdat gij van de broden hebt gegeten tot uw honger was gestild. Werkt niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft om eeuwig te leven en dat de Mensenzoon u zal geven” (Joh.6.26-
Geloof en het lijden van mensen
Naarmate mensen ouder worden, ontmoeten ze vaak ook meer problemen, gezondheidsproblemen, problemen in hun familie, overlijdens in de naaste omgeving. Er zijn trouwens heel wat jongere mensen ook die met ernstige beproevingen te maken krijgen van uitsluiting, niet aan de bak komen, gezondheidsperikelen… Op de teevee zie je vaak enkel maar jonge en gezonde mensen, mensen die succes hebben. Rond de jaarwende, naar aanleiding van een spraakgevend proces, neigde ‘men’ er meer en meer naar om , hetgeen aan het aftakelen is, abrupt uit te schakelen. In de media zijn de laatste toen vooral atheïstische stemmen aan het woord gekomen. En men heeft oudere mensen zelfs zozeer beïnvloed langs de media dat ook zij stilaan de mening zijn toegedaan dat “als ik wat sukkelachtig wordt ze me maar meteen moeten laten sterven”. Dat ook de katholieke kerk niet zomaar mensen wil zien lijden, dat ook katholieken vinden dat je de lijdende mens zoveel mogelijk moet helpen met pijnstillende en angstwerende middelen, zelfs als daardoor het leven zou verkort worden, dat wordt nauwelijks gezegd in de media. Nee, alleen personen die vinden dat de mens eigenmachtig te beslissen heeft over leven en dood lijken uitspraken te mogen doen over leven en dood…
De hele mens genezen
In het evangelie zien we Jezus door medelijden bewogen de hand uitsteken naar een melaatse (Markus 1, 40-
Jezus heeft veel mensen genezen. De vier evangelies en de Handelingen van de apostelen nemen daarover geen blad voor de mond; dat is niet zomaar een vinding van de eerste christelijke predikers. Het is wel van belang dat we inzien dat voor de mensen van toen ziekte en lijden niet enkel iets was van het lichaam. En genezing was ook niet enkel lichamelijke genezing. De laatste decennia zijn wij ook beter gaan inzien dat psyche en lichaam en zelfs ons sociaal functioneren niet altijd maar toch vaak hand in hand gaan. Jezus geneest hier een melaatse. Tegelijk betekende dat een sociale bevrijding van opnieuw tussen de mensen te kunnen komen, weg uit de isolatie en vereenzaming. Vaak betekent in het evangelie genezing ook nog genezing van zonde en alles waardoor een mens ook innerlijk besmet kan zijn. Zelfs in dat mooie gebed, het Onze Vader, waar we bidden om Gods rijk, bidden wij ook om ons dagelijks brood en dan weer om vergiffenis vanwege God met de belofte om zelf ook vergiffenis te schenken. Dikwijls hangen bij onszelf en bij anderen ziekte, vereenzaming, slapeloosheid samen met wrok, met vierkantige relaties, met ‘geen vergiffenis kunnen schenken’, met gebrek aan vertrouwen op God…
Heil wensen en brengen
Jezus sprak veel over het heil, over Gods Rijk dat komen moest, dat komen zou en Hij toonde door zijn daden dat die woorden geen lege woorden waren. Als wij, christenen vandaag ook nog geloven en verkondigen dat God het geluk wil van de mensen, geluk op alle gebied, dan zou het goed zijn dat wij bidden om Gods Geest om te zien en dan ook te tonen hoe wij gezonden zijn om ook heil te brengen daar waar wij gezonden worden. Heil door onze vriendelijkheid, onze behulpzaamheid, heil door onze woorden te maken tot deugddoende woorden en niet tot woorden die mensen van elkaar vervreemden; heil brengen door te tonen dat God een nabije God is, een God die het echte en diepe geluk wil van de mens. Zeggen... en doen. De twee. Zo deed Jezus het. Wij mogen geïnspireerd en geleid door de Geest om in datzelfde spoor treden. Laten wij ons dan bekeren en ons op die weg laten leiden. Wellicht wordt de kerk dan weer aantrekkelijker voor de oververzadigde maar ook vaak leeg geconsumeerde en ontgoochelde mens van vandaag.
EINDE VAN DIT ARTIKEL
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT NUMMER
Afblijven?
Ik heb steeds opgekeken naar icoonschilders. Ik meende aanvankelijk dat dit alleen was weggelegd voor van die Oosterse monniken, ergens op de berg Athos of zo en dan liefst nog van lang geleden… Maar stilaan werd het duidelijk dat er ook vandaag nog icoonschilders waren, zelfs leken, en hier bij ons, die ook mooie en diepzinnige iconen maakten. Sommige orthodoxen, zo vernam ik, waren daar niet erg over te spreken en beschouwden het bijna als een heiligschennis dat ook ‘katholieke christenen’ zich aan dat heilig werk van de iconen gingen begeven. Een zoveelste uiting van de Westerse inpalming van Oosterse eigenheid, en dan vaak nog uit louter winstbejag of zelfs puur uit snobisme…
Hoe zou een Westers christen kunnen binnendringen in die eeuwenoude traditie en de diepte ervan en de overgeleverde traditie van het iconen maken en schilderen, zonder tekort te doen aan de geestelijke voorbereiding en gedrevenheid en de eigen spiritualiteit van waaruit iconen ontstonden en werden gemaakt? Maar praat een modern mens maar eens iets uit zijn hoofd. Hij zoekt eigen leermeesters, Oosterse christenen die de geestelijke ‘kunst’ van het icoonschilderen beheersen en kunnen doorgeven. Die leermeesters kunnen natuurlijk vrij oppervlakkig bezig zijn, ofwel hun kunst beleven vanuit de traditionele spiritualiteit…
Om een verhaal kort te maken. Er zijn tegenwoordig ook in Vlaanderen een aantal icoonschilders, waarvan sommigen degelijke leermeesters hadden, anderen door jarenlange oefening op spiritueel en technisch vlak een verantwoord niveau bereikt hebben. Jaarlijks worden op verscheidene plaatsen zelfs cursussen georganiseerd in icoonschilderen waarbij een landseigen of allochtone icoonschilder mensen in contact brengt met en opleidt in het icoonschilderen.
Evangelisatie
Ooit was ik in een Oostvlaams kerkje waar een pastoor uit de 18de of 19de eeuw zijn parochianen had willen evangeliseren aan de hand van schilderingen waarmee hij heel het interieur van kerk had bewerkt. In de zo afgebeelde hel kreunden zelfs (naar men verhaalde) een paar van zijn eigen parochianen die een voor die tijd heidense levenswandel hadden geleid. De afbeeldingen waren niet zeer kunstzinnig maar zullen vermoedelijk enige invloed hebben gehad op de parochianen van die tijd. We kennen ook allemaal de zoeterige afbeeldingen van het Saint-
Toch maar op weg gaan
Reeds lang had ik het verlangen om aan icoonschilderen te ‘doen’, maar een uitleg omtrent heel de techniek ervan was voldoende geweest om er (tot voor kort definitief) de handen af te houden. Tot onlangs iemand zei dat ze enige cursussen van icoonschilderen had gevolgd, gegeven door een Bulgaarse dame. Zelf zag ik op dat ogenblik een kans tot evangelisatie. Icoon schilderen kan u immers zelf dieper in contact te brengen met het christelijk mysterie, het Blijde Nieuws (evangelie), en dit Blijde Nieuws kan je ook naar anderen te brengen doorheen die afbeelding en door mensen zelf de kans te geven om aan zo’n afbeelding te werken in het kader van een bezinning over dat mysterie. Direct waren er enige personen die dat graag wilden doen. Men raadde het ons wel af maar onze motivatie was vrij sterk. We zochten naar mogelijkheden en na het oplopen van enige blauwtjes beslisten we om zelf maar te starten met enkele gemotiveerden en met de kennis die een van ons had opgedaan op de vermelde cursussen.
Concreet
In onze – overigens niet zo jeugdige -
Maar de volgende week waren we weer voltallig om de afbeelding in te griffen en een gedeeltelijke grondlaag aan te brengen op de kader en ze met een agaatsteen glad te maken. De week daarop waren we al met bladgoud aan de slag (met vallen en opstaan en noodzakelijke correcties). De bezinningen gingen over de figuur van Christus die door zijn komst, door zijn verkondiging in woord en daad en door zijn lijden, dood en verrijzenis tot redder werd voor allen die op Hem hopen. De bergen, als symbool van Gods aanwezigheid en werking, kregen ondertussen ook hun grondlaag.
We hopen tegen Pasen gereed te zijn met het schilderen van deze icoon van de ‘Nederdaling te helle’ (Anastasis) die ook wel de Verrijzenis-
Wij plannen zelfs reeds een volgende cursus (dit keer rond een wat eenvoudiger Maria-
EINDE VAN DIT ARTIKEL
EINDE VAN DIT NUMMER 2006_2
TERUG NAAR INHOUD NAAR TOP VAN DIT ARTIKEL