GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

GELOOF en LEVEN (jg 104) 2000 NR. 1

    TERUG NAAR INHOUD   


2000 jaar geleden Jezus’geboorte Ben Van Vossel cssr

Kinderen begeleiden (Don Bosco)door Lieven Dewaer

Brief aan "la petite Thérèse" door Oskar De Spiegeleer cssr (Roeselare)

Maria in Ein Kerim door: Ben Van Vossel cssr

Een vampier op de buis 2000 door: Ben Van Vossel cssr

Gebedsgemeenschap voor priesterroepingen

Alpha-cursus : Wanneer geloven aantrekkelijk wordt door Ives De Mey cssr

Paulus (9) De tweede missietocht (1) door: Ben Van Vossel cssr (Gent)

Katechismus van de katholieke Kerk (11) Samenvatting door Ben Van Vossel cssr

Christelijke wortels van onze dynastie naar Prof. Ch. Cannuyer

Open aktiviteiten van de Maria-Kefasgemeenschap

Een knipoog van God ? (Kortverhaal) ? door Ralph Bettens  Geloof en Leven 2000

Mijn eerste mama meegedeeld door Christine Laureys

Wat is een "Oase in de Stad" ? door Ben Van Vossel cssr

Hoe zit het met de Brondagen voor leerlingen Middelbaar Onderwijs ? door Wouter Ghijs

Kruiswoordraadsel (3)  Geloof en Leven 2000


    TERUG NAAR INHOUD   


2000 JAAR GELEDEN

"Geloof en Leven" doet mee met het Jubeljaar

Met dit nummer zijn we ook met Geloof en Leven het jaar 2000 binnengetreden. Niet het jaar van de millenniumaanbiedingen, de millenniummenu's, de millenniumuitzendingen of -publicaties, kortom de veelkoppige millenniumgekte, waarmee de moderne mens zijn amorfe bestaan tevergeefs tracht wat kunstmatig op te peppen en waarmee de commerce die hulpeloos zwalpende mens nog wat tracht leeg te melken naar geest en portemonnee... Nee, we hebben het over het Jubeljaar, het Jubileumjaar dat we met de christenen, verspreid over de hele wereld willen vieren.

2000 geleden is Gods mensenliefde onder ons verschenen in Jezus Christus

In dit Jubeljaar moet ons hart overvloeien van dankbaarheid voor alles wat God ons geschonken heeft: zijn liefde die was van in het begin, zijn Woord dat was van in het begin, zijn Geest die er was in het begin en die ons ook vandaag wil omvatten, ons wil binnenvoeren in dat mysterie van oneindige liefde. Wij danken de Heer dit jaar speciaal voor Jezus in Wie Hij ons zijn hele hart, zijn hele heil geschonken heeft, zo'n tweeduizend jaar geleden.

God houdt van u - Hou van Hem!

Dit jaar, het hele jaar, elke dag van dit jaar, elke bewust moment moet er in ons hart enkel het besef zijn van Gods liefde en een diepe dankbaarheid voor die Liefde die ons omringt, en die overduidelijk en alomvattend zichtbaar is geworden in Jezus, onze Heer en onze Redder. Dit jaar moet ons hart overlopen van grote dankbaarheid voor de Heer Jezus. 'God houdt van u, hou van Hem', schreef Sint Alfonsus van Liguori, onze stichter. Heel bijzonder in dit jaar willen wij onze Heer onze wederliefde schenken.

Maak het concreet

Elke dag van dit jaar, elk bewust moment zouden we Hem moeten zeggen dat we Hem liefhebben, Hem zeggen hoe dankbaar we Hem zijn dat Hij gekomen is om ons op te tillen uit een zinloos bestaan, uit zonde en verdwazing. Hem zeggen hoe dankbaar we Hem zijn voor de innige momenten van gebed en aanbidding en ontmoeting in de heilige Eucharistie. Hem zeggen hoe dankbaar we Hem zijn dat Hij ons komen spreken is over het paradijs waartoe we geroepen zijn, over het hart van de Vader waartoe we geroepen zijn en dat ons nu reeds elke dag onthaalt, met een barmhartige liefde ons onthaalt elk moment van dit jaar. Wij mogen Jezus onze dankbaarheid uitzeggen: Hij is ons komen spreken over zijn Geest van liefde die bij ons blijft, die ons innerlijk stuwt om in zijn spoor te leven en die ons ervan overtuigt dat wij kinderen zijn van God. We zijn Hem dankbaar voor zijn Kerk die Hij ons gelaten heeft, die ons over Hem spreekt en over de Vader en de Geest; zijn Kerk die ons leidt naar Hem toe en die ons zoveel broers en zussen geeft waarmee we samen op weg mogen gaan, in de verscheidenheid van gaven en talen, maar verbonden in dat ene grote van Gods liefde, van de liefde van onze Heiland en van de Geest die ons gegeven is.

Samen één grote lofzang

Laten we samen van dit jaar één grote jubelzang maken, een jubelzang vanuit 'geloof' maar die zich ook uitdrukt in een 'leven' van gehoorzaamheid aan Gods woord en van blijë dienstbaarheid naar onze medemensen toe.

NB. Zie in jouw Parochie- of bisdomblad wat er georganiseerd wordt en waaraan je kan deelnemen (of meehelpen) opdat dit Jubileumjaar van Jezus' Geboorte een genadejaar wordt voor jou en vele anderen.

Ben Van Vossel cssr, namens de redactie


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     

Kinderen begeleiden

door Lieven Dewaer

Er bij zijn

Je moet tussen en bij de kinderen zijn om ze echt te kunnen begeleiden. Om te kunnen reageren op programma zus of artikel zo en op het laatste nieuwtje vanuit hun vriendenkring. Je moet erbij zijn. Dat is een belangrijke les - de eerste les - van een van de grootste pedagogen aller tijden: Don Bosco. Je moet erbij zijn om hen te helpen nadenken over zin en onzin, over waarde en onwaarde; hen ondersteunen in goede reacties en hen bevestigen waar ze zich hebben willen verzetten tegen mens- of geloofafbrekende invloeden vanwege vrienden of leerkrachten of media. Erbij zijn, alles ter sprake laten komen aan tafel en op de goede manier, steeds in liefde en waarheid hen erbij begeleiden.

Christelijke waarden en -middelen

Een tweede les van Don Bosco (overigens ook van priester Edward Poppe) was dat zijn opvoedingsproject nauw verband hield met zijn geloof, met het geloof in God, de Vader, en in Jezus, onze broeder... En hij verwees naar de sacramenten. Zijn opvoedingsproject was een totaalproject. Hoe is onze opvoeding thuis? Stellen wij ons als vader en moeder tevreden met het opvoeden van jonge heidenen die hun plan kunnen trekken in de wereld van vandaag? Op welke wijze trachten wij (u en ik) in deze tijd nog iets van het Blijde Nieuws van Jezus door te geven.

Authenticiteit

Dat is méér dan met de kinderen naar de zondagseucharistie gaan; het is een hele manier van leven. Kinderen moeten kunnen zien dat onze godsdienstigheid, ons geloof geen flauwekul is, niet beperkt tot wat devoties en ook niet louter beperkt tot het verstand. Ze moeten kunnen vaststellen dat ons geloof op ons leven geënt is en ons leven op ons geloof; het moet een blij geloof zijn, een eigentijds geloof. Belangrijker immers dan de prediking is het getuigenis van een blij en boeiend christelijk leven. Het moet zich ook niet beperken tot sociaal engagement. Wij hebben allen wel zonen en dochters van geëngageerde christenen gekend die enkel nog geïnteresseerd waren in sociale kwesties, marxistische principes huldigden en de godsdienst totaal irrelevant vonden, niet meer terzake doende.

Goede relatie opbouwen

Maar u weet het: kinderen aanvaarden geen waarheden meer die hen gebracht worden door te dominante figuren. Mét dat gezag dat hen klein houdt en hen voortdurend om de oren slaat met 'buigen of barsten' gooien ze dan even later meestal ook de echte waarden overboord die men hen tracht door te geven. Een goede relatie met de kinderen, zonder dominantie maar ook zonder zwakheid, is de beste basis om openheid te scheppen voor je eigen christelijk getuigenis als ouder of begeleider. Echte aandacht schenken aan je kinderen, niet als surveillant, zeker niet als huurling maar als goede herder die quasi permanent bij is.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


BRIEF AAN "LA PETITE THERESE"

door Oskar De Spiegeleer cssr (Roeselare)

Lieve kleine heilige,

Een tijd geleden heeft men je in Rome een kroon op het hoofd gezet: Kerklerares! Wat een paradox! Jij, de heilige van de 'kleine weg', naast de reuzenfiguur in de theologie: Thomas van Aquino. Ik vraag me af: wat heb jij daar zelf over gedacht? Jij die alleen maar lagere school hebt gelopen, die nooit een theologisch werk hebt gelezen... en nu 'almeteen' in zo'n gezelschap! Je zult wel eens fijntjes geglimlacht hebben, denk ik.

Wat hebben ze bij jou dan zo uitzonderlijk gevonden om je die titel te geven? Een paar jaar geleden stonden onze dagbladen vol met uitgebreide verslagen over een of andere psychopaat die ons leerde hoe we mensen en kinderen kunnen doden. Jij integendeel wilde ons leren hoe we echt zinvol kunnen leven, maar daarover heb ik - toen je officieel kerklerares werd - slechts in één enkel dagblad een klein artikeltje gevonden, zonder enig belang. Arme verdwaasde wereld, die geen raad meer wil krijgen uit de wereld van God, maar niettemin moet bekennen dat onze wereld met de dag waanzinniger wordt.

Lieve kleine heilige, ik heb heel wat werken over jou gelezen, lovende werken, maar ik heb de indruk dat zezo weinigen die diepe kern van je leven begrepen hebben. Zij blijven veelal hangen bij de gevolgen en praktische beleving van de ontdekking die je gedaan hebt op religieus gebied, maar kennen niet de grond waar alles van uitgaat.

De ontdekking die je gedaan hebt heeft niet zijn oorsprong gevonden in bijgewoonde cursussen of conferenties, ook niet in boeken van theologie, want die waren er niet in de Karmel. Je leermeester was niemand minder dan de Geest van Jezus in je hart, die jou geleerd heeft wat voor wijzen en verstandigen verborgen werd gehouden.

Je schreef zelf: "Jésus me transforma de telle sorte que je ne me reconnaissais plus moi-même" (Jezus vormde me zo om dat ik mezelf niet meer herkende).

Waarin bestond dan die uitzonderlijke ommekeer die Jezus in jou bewerkt had?... Dat boeit me het meest, want het is van daaruit dat gans je leven een nieuwe wending heeft genomen...

Je hebt geleefd op het einde van de vorige eeuw, in de kultuur van het strenge Jansenisme, met zijn angst voor zonde, angst voor God, angst voor de hel. Men heeft van jou getuigd dat je tijdens je jaarlijkse retraite met lijkbleek gelaat zat te luisteren naar de angstaanjagende sermoenen van de paters predikanten. Er werd toen algemeen gedacht en gepreekt dat men de hemel moest verdienen door eigen inspanning, door veel offers en verstervingen, door boetedoeningen en zo meer. Heilig worden was een zaak die men zelf moest bewerken. Het was een taak van de mens zelf en God was daarin toeschouwer. Het hing dus af van je eigen edelmoedigheid, van je eigen onophoudelijke inspanningen, kortom van je eigen moeite. Niet voor niets hielden de zusters van toen ijverig boek van het aantal missen, communies, paternosters, schietgebeden, verstervingen, zelfoverwinningen en akten van naastenliefde die ze brachten.

Weet je nog hoe je bij je eerste communie eens carnetje gekregen hebt van je zus Pauline uit de Karmel, waarin je aangezet werd om daarin al je akten van deugd op te tekenen. Op drie maand tijd had je 818 offertjes gebracht. Dat maakte ongeveer 30 per dag. Men kan daar nu mee lachen, maar dat was toen een aanvaarde mentaliteit in het geestelijk leven. Dat geestelijk leven was in die tijd voor een groot deel een loutere prestatiezucht en de versterving stond dan ook vanzelfsprekend in het centrum van de belangstelling.

Ook jij hebt je als jonge edelmoedige kloosterlinge laten begeesteren door die praktijken. Je bent zelfs eens ziek geweest door het dragen van een kruisje, waarvan de scherpe punten in je vlees waren gedrongen. In de hof van de Karmel stond een heel veld netels en bittere kruiden om de smaak te versterven. Wie die praktijken durfde verwaarlozen, werd algemeen aanzien als iemand die afviel van de echte religieuze geest.

En toch ga je na enkele jaren, uit persoonlijk initiatief, een totaal eigen weg. Je ervaarde bij jezelf dat je door al die boetedoeningen en zelfinspanningen niet beter was geworden. Je voelde je nog altijd dezelfde. Dat deed je inzien en besluiten: de heiligheid kan daarin niet liggen! En je schreef: "Mezelf groter maken is onmogelijk. Ik moet mezelf verdragen zoals ik ben, met al mijn ontelbare onvolmaaktheden. Ik ben te klein om de ruwe weg van de volmaaktheid te bestijgen. Ik ben maar een machteloos en zwak kind. Ik ken mijn ellende en zwakheid... Ja, de goede God heeft grote dingen in mij gedaan en het grootste is dat Hij mij mijn kleinheid en onmacht voor al het goede toonde... Ik beken dat dàt licht aangaande mijn nietigheid mij voordeliger is geweest dan het licht betreffende mijn geloof."

Dat was een formidabele bekentenis. Maar daarmee was de zaak nog niet opgelost. Je wist alleen in welke richting je nièt moest zoeken. Met meer ijver dan ooit ben je beginnen lezen in de H. Schrift, om een antwoord te krijgen van God zelf. En dat antwoord heb je gekregen: "Als iemand heel klein is, dat hij tot Mij kome!" (Spreuken 9,4). En die woorden werden aangevuld door een passage uit Jesaja: "Zoals een moeder haar kind liefkoost, zo zal ik jou liefkozen. Ik zal je op mijn schoot nemen en je wiegen op mijn knieën" (Jes. 66,12-13).

Bij die woorden ben je in de wolken geweest van vreugde. Je jubelde het uit: "O, mijn God, U heeft mijn verwachtingen overtroffen". Het betekende een totale ommekeer van gans je religieus leven. Het werd voortaan: je laten beminnen en terugbeminnen. "Eindelijk heb ik ze gevonden: mijn roeping is de liefde. Omdat ik klein was, boog Hij zich naar mij toe en leerde mij de geheimen van zijn liefde. Ik had het geluk ontdekt. Ik werd de zijne". Heel je leven kon je nu resumeren in twee woorden : 'confiance et abandon' - Vertrouwen en overgave.

Niemand heeft je die visie bijgebracht, niemand heeft je daartoe aangezet, tenzij de liefdevolle Gast in je ziel: de heilige Geest. Onder zijn ingeving heb je die stap gezet en die overgang gemaakt, zonder te weten waar je ging uitkomen. Niemand in je gemeenschap ging aanvankelijk met jou mee. Je stond alleen met je ontdekking... maar voor jou zou niets meer zijn als vroeger. Je wist alleen dat je klein moest blijven: "Ik moet klein blijven, ik moet het meer en meer worden". Vandaar dat die woorden "mon néant", "ma petitesse" (mijn nietigheid, mijn kleinheid) zo vaak bij jou terugkomen. Vanaf die dag tekende je je brieven vaak met "La petite Thérèse".

In elk geval heeft de ontdekking, dat Jezus een verbond van liefde met jou gesloten had, heel je leven veranderd. Geen kwestie meer van iets te willen presteren voor Hem, van aan de Heer te zeggen: "Kijk, dàt en dàt heb ik vandaag voor Jou gedaan". Nee, je verwachtte alles van Hem, niet meer van jezelf. Daarom, geen offertjes meer tellen, geen verstervingsijver meer cultiveren die alleen maar de aandacht voor het eigen 'ik' bezig houdt, ook nog weinig bekommernis om je eigen fouten, kortom... je nergens meer ongerust over maken en vooral geen vermogen willen verdienen.

Die visie gaf je ook door aan je eigen novicen. Alle gejammer over tekort aan vurigheid, over onvoldoende prestaties op gebied van edelmoedigheid, aanzag je meestal als verkapte vormen van ijdelheid en cultiveringszucht van het eigen ik. Altijd opnieuw bestreed je het ideaal van de foutloosheid. Je wist welk een allergevaarlijkste afdwaling het is: van God naar het eigen 'ik'; vaak niets anders dan de laatste vermomming van de oude bekoring uit het paradijsverhaal: te zijn als God. Daarom heb je van jezelf gezegd: "Ik heb mij erbij neergelegd mezelf onvolmaakt te zien en daarin zelfs mijn vreugde te vinden".

Zijn die woorden niet de echo van wat Sint Paulus zei: "Ik roem op mijn zwakheden"? Je wilde dus niet dat men nog zou jammeren over zwakheden, maar eenvoudig ze aanvaarden en zichzelf bij de zondaars rekenen. Me dunkt, je hebt ons op een nieuwe wijze de oeroude tijding gebracht dat de Blijde Boodschap voor de armen was gekomen. Vandaar dat je als hulpnovicemeesteres je zo onbarmhartig duidelijk hebt gekeerd tegen elk ascetisch streven dat niet God, maar de eigen 'volmaaktheid' op het oog had, dat in de grond niets anders was dan de geestelijke verzorging van het 'uiterlijk schoon'.

Ik vraag me af: in hoever hebben je medezusters je in dat alles begrepen? En zelfs je bloedeigen zuster?... Ik vind het immers een beetje merkwaardig met hoeveel nadruk ze verzekeren dat ze bij het lezen van je dagboek niets vernomen hebben dat ze niet allang wisten door vertrouwelijke gesprekken met jou. Daarbij denk ik dan aan je zus Agnes die aan je ziekbed kwam - op dat ogenblik was ze priorin - en het volgende zei: "Als ik zal komen te sterven zal ik helaas niets hebben dat ik de goede God zal kunnen aanbieden. Ik zal met lege handen voor Hem staan en dat bedroeft mij". En toen heb je met vuur gereageerd: "Met mij is het juist omgekeerd. Zelfs al zou ik al de werken van sint Paulus de mijne kunnen noemen, dan zou ik mij nog altijd als een onnutte dienstknecht beschouwen en vinden dat ik met lege handen bij Hem kwam, maar dat is juist mijn vreugde. Omdat ik niets heb zal Hij mij alles moeten geven". Wat een vertrouwen spreekt uit die woorden! Jij was blij om je armoede. Wij echter stellen ons vertrouwen zo gemakkelijk op eigen verdiensten en op het goede dat we gedaan hebben.

Lieve kleine heilige, ik denk aan een van je laatste woorden een paar uur vóór je sterven, woorden die je fluisterend uitsprak met een niet weer te geven accent: "Je ne me repends pas de m'être livrée à l'Amour" - "Ik heb er geen spijt van dat ik mij heb overgeleverd aan De Liefde". Heb je in die laatste ogenblikken een goddelijke verlichting gekregen die je deed inzien: "Ik heb me niet vergist. Ik heb gelijk gehad met die weg te kiezen van overgave aan De Liefde"?

Een tijdje tevoren had je eveneens gezegd: "Si le bon Dieu exauce mes désirs, mon ciel se passera sur le terre jusqu'à la fin du monde" "Als de goede God mijn verlangens verhoort, zal mijn hemel tot het einde van de wereld doorgaan op aarde". Ik geloof dat de Heer je verlangens zal inwilligen. Jij die verlangd had naar de missies te gaan, je hebt vanaf je 15de jaar een verborgen leven geleid, opgesloten binnen de muren van een klein klooster. Maar je hart was daar wereldwijd, en dat hart van jou omhelsde alle mensen van heel de wereld: heiligen en zondaars. Vooruitlopend op wat we thans in onze ontredderde wereld meemaken, heb je het drama van deze tijd doorleefd in je eigen ziel: angst, onmenselijk lijden, eenzaamheid, vroegtijdige dood van geliefden, innerlijke duisternis, vrees je vergist te hebben in je levenskeuze, twijfel over het leven na de dood... kortom: heel de problematiek van deze tijd. Je twijfelde er niet meer aan dat er echte atheïsten waren. Je voelde je soms één met hen.

Tegen je gekweld gevoel in, ben je blijven geloven in Gods liefde voor jou. Verkrijg voor ons dat geloof. De armen zijn de grootste meerderheid in Gods Kerk. Ook wij behoren tot die categorie. Help ons leven in vertrouwen en overgave lijk jij. Dan zal het ongetwijfeld ook met ons goed eindigen.

"Moest je weten welke plannen ik aan het maken ben en hoeveel ik ga doen, als ik in de hemel zal zijn! Ik wil immers mijn hemel doorbrengen met goed te doen op aarde. Daarom kom ik terug. Ik zal beginnen met je mijn 'kleine weg' te leren en er voor te zorgen dat je durft geloven dat Jezus ook jou persoonlijk liefheeft. Het zal mijn diepe vreugde zijn als Jezus in jou mag bewerken, wat Hij in mij heeft bewerkt, zodanig dat je na korte tijd jezelf niet meer herkent".

La petite Thérèse

 

EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


MARIA IN EIN KERIM

door: Ben Van Vossel cssr

Maria, je bent op weg gegaan naar Ein Kerim, met een groot geheim in je schoot. Je had "ja" gezegd aan 'Die machtig is en heilig is zijn Naam'. Volledig wilde je intreden in wat Hij aan jou wou doen met het oog op ons allen, met het oog op zijn immense plan van heil voor de hele mensheid. Je had je al herpakt van dat grote, toen je over de heuvelen verder trok naar je bloedverwante, Elisabeth. Je ging haar wat helpen, haar nabij zijn bij de geboorte van haar kind, haar eerste, een laatgeboorte. Zij was in haar zesde maand.

Ze zag je komen en helder klonk jouw 'Sjalom' in het open Ein Kerim. En de heilige Geest deed haar jouw groot geheim aanvoelen. Met jou mocht ze een gelovige kerkgemeenschap zijn rondom haar en jouw Heer. Zelfs haar kind bewoog van vreugde in haar schoot! De Messias, de Gezalfde van God was in jullie midden. "Gezegend, zo zei Elisabet, gezegend ben jij Maria onder de vrouwen, en gezegend is de Vrucht van jouw schoot".

Maria, wees bij ons in dit jubeljaar van de geboorte van jouw Zoon, Jezus, de Zoon van God. Wil met ons die onthalende en jubelende kerkgemeenschap vormen waarin Hij erkend en geprezen wordt. Die kerkgemeenschap waarin Hij gehoord, geloofd en gevolgd wordt, opdat het heil dat Hij is komen brengen mag opbloeien en vrucht dragen, onzichtbaar en soms ook al eens te zien. Maria, help ons te geloven midden het leven en te leven vanuit geloof.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


EEN VAMPIER OP DE BUIS

door: Ben Van Vossel cssr

Een vampier. Beste lezer, ik heb haar met eigen ogen gezien. Op het scherm van de Vlaamse teevee. Daar is, naar het schijnt, wel vaker eens iets te zien. Maar geef toe, een vampier, zo een uit de griezelfilms, die zie je niet elke dag in levende lijve. Ik had dus geluk toen ik bij een bezoek even mocht meekijken naar de teevee. En ja, daar zaten ze : de vampier, in dit geval een jongedame, samen met haar vriend; beiden zowat op zijn punkers gekleed met dito haartooi en face. Luchtig vertelt ze dat ze haar hoektanden puntig heeft laten bijslijpen door een tandarts (die man heeft dat nog gedaan ook!) want 'ik voel me een echte vampier'. s' Nachts dwaalt ze vaak over begraafplaatsen, 'je voelt je veilig bij de doden' en 'in de zomer kan je ze zelfs ruiken', zei ze er nog zachtjes bij; om ons te choqueren, zo leek het me. Geachte lezer, bent u nog mee? Dat Canvasprogramma was voornamelijk gericht naar jonge mensen, naar tieners zelfs. En dan wordt daar zo'n neurotisch, hulpbehoevend kind opgevoerd als bezienswaardigheid. Of was dat gewoon maar 'ter informatie'? Toch niet 'als bron van inspiratie' ?

Het ongezonde in heel dat item vond ik dat het over jongeren werd uitgestort, zonder ze te helpen daarmee om te gaan. Dat meisje was diep getraumatiseerd door het overlijden van haar moeder. Het ten tonele voeren van haar problematiek en de neurotische manier waarop ze deze aanpakte kan tieners en jongeren enkel innerlijk choqueren. Akkoord, ze zijn al zoveel schokkende zaken gewend, dat ze het wellicht niet meer bewust aanvoelen, maar onbewust worden ze opgevoed tot een generatie jongeren die dit soort pathologische injecties niet kunnen verwerken en in een wereld gaan leven waarin ze verdwaasd ronddolen tussen 'zombies' en 'vampieren'. En dan maar uit de bol gaan, en drugs gebruiken en het leven zinloos vinden? Toch niet verwonderlijk? Alleen, wie drijft hen zulke knotsgekke wereld zonder diepere waarden en zingeving in?


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


 

GEBEDSGEMEENSCHAP VOOR PRIESTERROEPINGEN

We zijn blij dat reeds 21 mensen zich opgaven om elke donderdag een tijd van gebed of aanbidding willen wijden om van de Heer te bekomen dat Hij nieuwe priesterroepingen zou wekken in de Vlaamse Kerkprovincie. Wij danken hen van harte en we rekenen natuurlijk op hun trouw voor dit gebedsengagement.

Het verheugde ons ook te vernemen dat ze in het RVT Sint-Jozef te Gent bejaarden een gezamenlijk gebedsmoment hebben voor die intentie. Misschien een tip voor tehuizen of communiteiten met in hoofdzaak bejaarde personen. Bejaard, maar onmisbaar in de Kerkgemeenschap.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


ALPHA-CURSUS :

WANNEER GELOVEN AANTREKKELIJK WORDT

door Ives De Mey cssr

Vrijdagavond is Alpha-avond. Vraag me niet wat er dan op TV is, want dat interesseert me niet meer. Op vrijdagavond rijdt mijn wagen naar Oase in de Stad in de Voskenslaan te Gent. Is het een verslaving? Of een tijdverdrijf uit verveling? Nee, het is de aantrekkingskracht van de Alpha-cursus. Laat me dat even uitleggen.

Liefde gaat door de maag!

Rond zeven uur vinden we onze weg naar het gezellige zaaltje waar de tafels al gedekt staan. Je voelt al snel dat je verwacht bent. We kennen intussen al wel het programma. Maar iedere keer zijn we weer nieuwsgierig wat er uit de keuken zal komen. Je houdt het niet voor mogelijk wat die mensen die de maaltijden klaarmaken allemaal tevoorschijn weten te toveren. Allemaal vrijwilligers die met liefde hun keuken overhoop hebben gehaald om voor zo'n dertig gelukkigen te koken. Een Alpha-maaltijd smaakt dan ook niet zoals een gewoon avondmaal bij je thuis. Maar dat heeft ook wel te maken met de omgeving: na enkele weken voel je je er op je gemak. Je hebt nieuwe mensen leren kennen waarbij je je redelijk veilig voelt. We verschillen wellicht sterk van elkaar, zowel qua leeftijd als achtergrond, maar het doet deugd om jezelf te kunnen zijn. Ja, in die korte periode van nauwelijks meer dan een maand, voel je al dat je gerespecteerd wordt.

Lachen en leren

Je zou van een 'geloofscursus' meer verwachten dan een gezellige maaltijd, en zo is het ook. Nadat we 'gechambreerd' zijn, staat er een 'inleiding' op het menu. Elke week horen we enkele basisgedachten over een aspect van het christelijk leven. Lachen is gelukkig niet verboden, want humor hoort er ook wel bij. Soms is het thema wat uitdagend of nieuw, soms deugddoend om het nog eens te horen. Het is wonderlijk hoeveel rijkdom er in de christelijke traditie schuilt. In eenvoudige woorden en met voorbeelden uit het leven gegrepen worden enkele ge-dachten samengebracht. Stof tot nadenken en nadien stof om in de gespreksgroepjes over te spreken.

Samen het evangelie ontdekken!

Je hebt niet zomaar altijd de gelegenheid om eens rustig met mensen over het geloof of over de dingen van het leven te spreken. Meer nog: hier komt de frisheid van het geloof tot uiting. Het evangelie begint te leven en wordt heel concreet en herkenbaar in het dagelijkse leven. We staan er iedere keer weer met eigen ogen op te kijken. Het is een fantastische hulp om je leven op Gods spoor te brengen of te houden.

Je mist niet graag zo'n Alpha-avond! Begrijp je nu de aantrekkingskracht van Alpha? Tot slot laten we al ons gepraat en geluister nog even bezinken in een bezinningsmoment. Zeker niet saai of ouderwets.

Na tien avonden en een dag heb je niet alleen veel interessante wetenswaardigheden bijeengesprokkeld of levenswijsheid opgedaan die je leven een nieuwe wending gaf. Je hebt er ook een vriendengroep bij die je ondersteunen door hun voorbeeld, hun getuigenis, of gewoon omdat ze in hetzelfde schuitje zitten.

En jij?

Waarom zou jij ook niet eens zo'n Alpha-cursus meemaken? Jong en oud hebben te kennen gegeven dat de cursus hen deugd deed. Mensen die al hun leven lang toegewijde christenen zijn, ontdekken onverwachte, sterke kanten van het christelijke leven. Het is een bemoediging en een manier om met meer vreugde en oprechtheid je leven met God te delen.

Of waarom spoor je je kennissen niet aan om de Alpha-cursus een kans te geven? Mensen voor wie het christelijk geloof niet meteen dagelijkse kost is, verzuipen helemaal niet in zo'n cursus. Veel mensen vragen zich af of het mogelijk is om niet te uit te drogen in de sleur van het leven. Zij zoeken elk weekend weer naar een activiteit om wat sensatie of afwisseling in het leven te steken.

Mochten zij toch ook eens ontdekken wat het betekent: "vrijdagavond is Alpha-avond".

De volgende Alpha-cursus begint op 21 januari 2000. Elke vrijdagavond tot 31 maart tussen 19 uur en 21.30u. is het weer Alpha-avond. Met onderwerpen als: Wie is Jezus? Waarom stierf hij aan het kruis, hoe kan ik bidden, wie is eigenlijk de heilige Geest of waarom hebben we een kerk nodig.

Deze avonden gaan door in Oase in de Stad: in de voorbouw van het redemptoristenklooster, Voskenslaan 56, 9000 Gent op 300 m. van het station Gent St.-Pieters.

We vragen geen inschrijvingsgeld voor de Alpha-cursus, maar weten wel graag hoeveel deelnemers we mogen verwachten. Inschrijvingen of info-vragen stuur je door naar :

Maria-Kefasgemeenschap, Groot Begijnhof 31, 9040 Gent (S/A), 09/228 09 56.

Of surf eens naar http://link.nu/alpha. (NB. DIT IS OUDE INFORMATIE UIT 2000. IN 2009 IS OASE IN DE STAD GESTOPT)


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


KATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK (11)

Samenvatting door Ben Van Vossel cssr

§ 3 DE ALMACHTIGE VADER (KKK 268-278)

Vandaag horen we liever spreken over de 'barmhartige Vader'; toch is het van belang dat we blijven geloven in Gods almacht. Die almacht is universeel, in hemel en aarde; Hij handelt zoals Hij verkiest. Maar die almacht is een liefdevolle, vaderlijke almacht. Hij bekommert zich om onze noden. In de barmhartigheid toont die almacht zich natuurlijk op haar best: Hij schenkt zijn kinderen vergiffenis uit vrije wil: 'Omdat Gij almachtige zijt, kunt Gij ook barmhartig zijn'. Maar hoe zit het dan met het kwaad en het lijden in de wereld? Als God almachtig is, waarom laat Hij dat dan toe? Hier blijft op zijn best dat Gods almachtig niet met geweld te maken heeft, maar met liefde: de vrijwillige vernedering, het lijden en de verrijzenis van Gods Zoon, Jezus Christus, betekenen de overwinning op het kwaad. In het kruis van Jezus toont zich de zwakheid van God die sterker is dan de mensen (1 Kor. 1,24-25) en in Jezus' verrijzenis toont de Vader de sterkte van zijn kracht.

Voor God is niets onmogelijk en over alles wat ons en anderen overkomt, mogen we Gods Naam aanroepen omdat hij heil kan laten ontluiken doorheen lijden, schijnbaar zinloze pijn, uitzichtloze problemen en conflicten. Gods liefde is almachtig want Hij schiep ons, maakte ons vrij en heiligde ons.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


CHRISTELIJKE WORTELS VAN ONZE DYNASTIE

naar Prof. Ch. Cannuyer

In 'France Catholique' van 22 juli 1994 verscheen, ter gelegenheid van de uitvaart van koning Boudewijn, een uittreksel uit het boek van professor Christian Cannuyer (kath. univ. van Rijsel, Frankrijk) 'Les maisons royales et souveraines d' Europe' 1989. Het kerkelijk huwelijk van prins Filip met prinses Mathilde d'Udekem-d'Acoz biedt ons de gelegenheid tot de publicatie van een vertaalde samenvatting van dat artikel uit 'France Catholique' die pater Achiel Van Ceulebroeck eerder bracht in het 'Contactblad' van de vlaamse Redemptoristen(1994).

Naar aanleiding van de uitvaart van koning Boudewijn, een christelijke koning die zijn eigen uitvaart tot in de details uitbouwde tot een waar geloofsgetuigenis, wees professor Christian Cannuyer historicus opnieuw naar de wortels van deze christelijke dynastie. Niet ieder lid van die dynastie zal wel een heilige (geweest) zijn, maar het is interessant eens na te gaan welke personen er in min- of meerdere mate van invloed geweest zijn om het christelijk element door te geven. Hier dus een samenvatting van de bevindingen van prof. Cannuyer:

"Vooreerst herinnert hij eraan dat Leopold I van Saksen-Coburg-Gotha in 1865 overleed als Lutheraan. Hij was echter gehuwd met Louise-Marie d' Orléans, dochter van koning Louis-Philippe van Frankrijk. Aan deze eerste koningin dankt onze dynastie haar christelijke bezieling. Haar vader werd wel eens bespot door de weldenkende Fransen, omdat hij al zijn dochters had uitgehuwelijkt aan protestantse prinsen. Die weldenkende lieden vergaten echter dat al deze prinsessen hun kinderen katholiek opvoedden, en dat dit nageslacht tot op deze dag getuigt van een merkwaardige trouw aan de Kerk, zoals de geslachten van Würtenberg en België. Louise-Marie erfde haar sterk geloof van haar moeder, Marie-Emilie de Bourbon-Sicile. Toen ze op 38-jarige leeftijd overleed, was dat als een echte christelijke prinses.

Nog andere persoonlijkheden binnen de Belgische dynastie speelden in dit proces een grote rol.

De gravin van Vlaanderen, Marie von Hohenzollern-Sigmaringen (1845-1912), moeder van koning Albert I, was opgeleid door twee grote theologen, priester Bayerle en pater Wilmer, de raadsman van bisschop von Ketteler, de baanbreker van het sociaal-katholicisme in Duitsland. Haar leven lang getuigde de gravin van een grote bezorgdheid voor de sociale rechtvaardigheid en voor de armen. Deze houding droeg ze ten andere over op haar zoon, Albert. Albert leidt ons in rechte lijn naar Boudewijn, zijn sacramenteel leven en de studie van de meesters van de spiritualiteit. Een klein detail in dit verband: toen Albert in 1934 neerstortte van de rotsen van Marche-les-Dames, vond men op zijn studeerkamer te Brussel het boek van Dondieu en Aron, 'La Révolution nécessaire'. Onder de titel had koning Albert bijgevoegd: 'd'abord spirituelle'.

Ook de zussen van koning Albert oefenden diepe invloed uit op de jonge Boudewijn: Henriette (1870-1948), gehuwd met Emmanuel d' Orléans, en vooral Josephine (1872-1958), die als weduwe van Karl Anton von Hohenzollern intrad bij de benedictinessen van Coqueret bij Namen.

Sterk door deze gelovige vorming, nog bevestigd door koningin Fabiola, en geïnspireerd door de Charismatische Vernieuwing, was Boudewijn in een bewogen Europa de evenwichtige staatsman, de christen vorst die, trouw aan zijn geweten, in april 1990 zijn koningschap in de waagschaal legde. Is het te verwonderen dat Juan Carlos van Spanje hem tot voorbeeld nam, en dat Maurice Béjart onder de hooggeplaatsten van deze wereld geen evenwaardige kon ontdekken ? Zelfs kardinaal Danneels sprak als overtuiging uit: hij was een heilige..."


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


EEN KNIPOOG VAN GOD ?

Een kortverhaal van Ralph Bettens  Geloof en Leven 2000

Dinsdagmiddag. De cursus over de medicamenten was weer uitgelopen tot na 13 uur. Hij liep langsheen het universitair ziekenhuis naar zijn 'kot'; hij had nog wat soep staan in de koelkast en wat belegde broodjes in het schapraai. Hij had er echt zin in. Hij was wat aan het neuriën toen zij daar voorbijgefietst kwam. Hij herkende haar vaag maar ze riep 'hallo'. Ze remde en kwam op hem toe. Ze was van zijn cursus. Maar ja, zo ergens tussen die vijfenzeventig anderen Ze zag het vraagteken op zijn gelaat. 'Lisa', zei ze. Wat dwaas dat hij haar naam niet kende. Maar ze leek niet uit haar lood geslagen. 'Ik ben Geo', zei hij, maar dat scheen ze te weten. 'Op zoek naar het ideale medicament tegen cursusmoeheid', vroeg hij ? Ze lachte. Ze stond met de fiets half op de baan, het voorwiel op het voetpad. Nogal bruusk, bijna kunstmatig, begon ze over haar thesis, die handelde over een bepaalde aanpak van astma. Ze legde het er op aan dat hij haar wellicht wel wat zou kunnen helpen, met een statistisch onderdeel ervan. 'Ze moet al eens naast mij gezeten hebben in de aula, dacht hij, of misschien in een of ander seminarie vroeger, en ze zal dan opgemerkt hebben dat ik daar wel weg mee wist'. Statistiek was inderdaad een van zijn sterke kanten geweest in de kandidaturen en hij amuseerde zich daar soms nog mee op vrije momenten. Gek natuurlijk, maar voor hem een soort hersengymnastiek. Hij stond haar te bekijken terwijl ze maar doorratelde over die thesis die hem maar matig interesseerde. Maar zijzelf boeide hem op dit ogenblik wel. 'Sta ik hier nou verliefd te worden', dacht hij vaag. Hij keek wat langs haar heen naar het verkeer en de huizen aan de overkant. Ondanks het studentmatige in haar was hij getroffen door haar présence, een soort vrouwelijke volwassenheid. En ondanks het hongerig gevoel in zijn maag (waarom houdt die Van Immerseel zich nooit aan uur en tijd?), had hij helemaal geen haast om aan dat gesprek, dat hem toch wel kunstmatig voorkwam, een eind te maken. Hier gebeurde iets tussen hen dat hem zo onvoorzien overkwam en dat hem zo'n zalig gevoel gaf. En wat er nog gekker aan was, niet eens zo diep in zijn onderbewustzijn leefde tegelijkertijd de idee: ik ben christen, hoe kan ik die relatie plaatsen? Het zal voor haar moeilijk zijn zich in te leven in een wereld die mij zo ter harte gaat, de wereld van het geloof.

Maar hij kreeg toen een wat luchtiger idee en sprak het nog uit ook : 'Heb je soms zin in een Dame blanche'? Waarom vroeg hij niet 'in een pizza of pitta' of iets dat wat meer in de markt lag bij studenten. Nee, hij vroeg of ze geen zin had in een dame blanche. Stom. Hij schaamde er zich over, maar ondertussen had ze reeds 'ja' gezegd. Een tevreden gevoel ging door hem, maar toch bleef hij de nuchtere Geo. Terwijl ze naar het dichtstbijzijnde cafetaria gingen trachtte hij het gesprek een beetje op een ander niveau te krijgen dan dat - met excuus - gezwam over die asthmatische thesis, die hem op dit eigenste ogenblik helemaal niet ter harte ging. Zou zijzelf er trouwens wel even zwaar aan tillen als haar gepraat wilde doen vermoeden? Hij trachtte eigenlijk aan de weet te komen of ze aan iets meer geïnteresseerd was dan alleen maar 'geld, job en veiligheid', 'de droom van een moderne vrouw', zoals hij eens gezegd had in een antifeministische bui. Zo direct kwam hij het hier niet aan de weet. Tot zij vertelde dat ze in het weekend op bezoek ging bij een gehandicapte, een studente uit Erembodegem uit het vorige academiejaar die aangereden was en uiterst traag herstelde en waarschijnlijk nooit meer helemaal goed zou kunnen functioneren als universitaire. Terwijl een gevoel van medelijden in hem opkwam, was er ook een vage indruk van voldoening omdat deze tot voor kort hem bijna onbekende Lisa zich in haar privé-leven profileerde als een jongere die ook nog aandacht had voor de eenzaamheid en de pijn van een medemens. Hij ontmoette zoveel oppervlakkigheid bij zijn omgang met medestudenten, het deed hem soms bijna fysisch pijn, dat absolute gebrek aan aandacht voor diepere waarden; misschien dat deze interesse meer aanwezig was in Sociologie of Politiek, in zijn eigen cursus vond hij meestal maar leegte. Om later terecht te komen bij Artsen zonder Grenzen zouden de meesten van hen een wending van 180° moeten maken. Hoewel we toch ook een paar cursussen krijgen die daar aanleiding toe konden geven... De Dame blanche was heerlijk. En zíj was heerlijk... Hij onderging een soort ervaring alsof er een nieuwe kracht in zijn leven kwam. Alsof hij tevoren het echte leven nooit gekend had. Meisjes, verliefdheid, dat was in feite vrij aan de buitenkant gebleven, ook in zijn donkere periode. Maar nu zat hij ermee. God, zuchtte hij, dat mij dat moet overkomen. Ik die zo 'cool' overkom in mijn cursus, enkel geïnteresseerd in statistiek, biologie, geneeskunde en in computers, ik, de rationalist. Wat zit ik hier nu met die warmte in mijn lijf, met een hart dat overslaat, met een hoofd vol muziek. Zwever!

Toen hij naar huis ging, zijn hart inderdaad nog vol muziek vroeg hij zich opnieuw af of hij dat soort geluk wel ooit gekend had. Ja, thuis had hij heel wat geborgenheid ervaren. Maar hij meende vooral een parallel te zien met de dagen toen hij (opnieuw) tot een persoonlijk geloof gekomen was, tot een persoonlijke relatie met Christus; toen hij begrepen had dat het leven niet enkel een zinloze dooltocht was op deze wereld, en wat een geborgenheid hij mocht ervaren vanuit de zekerheid dat er een God was die van hem hield, en dat Jezus er echt was, op elk moment 'me meer nabij dan ik mezelf nabij ben'. En nu dit. Zou ook dit een geschenk zijn van God? 'Dank U, Heer', zong zijn hart.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


 

MIJN EERSTE MAMA, HEE ...

meegedeeld door Christine Laureys

Ik liep die dag niet langs mijn gewone weg naar huis, maar over het grasplein waar enige kinderen aan het spelen waren. Ik hoorde een klein meisje luidop zeggen: 'Mijn eerste mama, hee...'. Onmiddellijk dacht ik, kijk, opnieuw een kind dat in een gebroken gezin moet opgroeien... Raar toch, hoe vlug ik klaar stond met mijn oordeel. En ongelooflijk wat een mens in een fractie van een seconde allemaal kan denken. Want als die eerste mama weg was, dan heeft ze blijkbaar het hoederecht niet gekregen wat toch meestal wel het geval is. Achteraf heb ik nog gedacht dat ik toch wel vrij negatief was in mijn beoordeling: veronderstel eens dat die eerste mama overleden was, omgekomen in een ongeval of door een slepende ziekte en hoe dat kleine meisje daar misschien nog onder leed. Overigens was ik niet zo direct begaan met dat kleine meisje, maar knoopte ik haar situatie direct aan bij het spijtige van de vele echtscheidingen. Dit alles ging als een flits door mijn hoofd, als een indruk, niet als enigszins geformuleerde gedachten. Want wat het meisje in een traag geformuleerde zin eenvoudig uitdrukte was het volgende : 'Mijn eerste mama hee, dat is Moeder Maria!' Ik kreeg een schok van ontroering; ik moest me vermannen om geen tranen in de ogen te krijgen. Dat kind had het geluk om in een zeer gelovig gezin op te groeien en van haar ouders had ze te horen gekregen dat ze naast haar mama, een mama in de hemel had : Maria, haar eerste mama, die voor haar zorgde en haar met liefde volgde. Wat een diepe realiteit in feite, dat Maria, als Moeder van de Jezus, zorg draagt voor de Kerk en voor ieder volgeling van Jezus: 'Vrouw, ziedaar uw zoon, uw dochter...'. Dank je, klein meisje, voor je mooie getuigenis.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


WAT IS EEN "OASE IN DE STAD" ?

door Ben Van Vossel cssr

KLARE WIJN OVER EEN OASE.

Ik ben bijna zeker dat u ook met zo'n idee rondloopt dat een "oase" een stille plaats is, zodat men spreekt van een 'oase van rust', een 'oase van vrede'. U mag, voor wat mij betreft, rustig en vredig met die idee verder leven, maar bij enig nadenken zult u zich ook wel kunnen inbeelden dat een oase een plaats is waar de eenzame woestijnreizigers wat kunnen uitrusten, dat in ieder geval, maar waar ze vooral ook elkaar kunnen ontmoeten en waar het een gezellige drukte is. Als u die oase dan ook nog 'in de stad' gaat plaatsen in plaats van in de stille woestijn, dan wordt het er helemaal een gezellig en druk gedoe, waar mensen ongedwongen samen kunnen zijn, van gedachten wisselen en - waarom niet - ook wat tot zichzelf komen, los van de stress van de dagelijkse tredmolen. "Oase in de Stad" is eerder zo iets. Je komt er naar toe, maar niet om in het luchtledige te zijn, maar op een ongedwongen, creatieve manier bezig te zijn met serieuze dingen. Die serieuze bezinning wordt hier echter voortdurend getoetst aan het werkelijke leven. Je hoort soms auto's voorbijrijden, je hoort een andere groep bezig... Je krijgt volop tijd tot nadenken en uitwisselen met anderen, enigszins los van de werkdruk en de stress, maar niet los van je leven in deze wereld.

ONTNUCHTEREND.

Even zo'n ontnuchterende ervaring. Elke dinsdag en donderdag tijdens het schooljaar komen klasgroepen (uit het Middelbaar) op bezinning in de Bronzaal en de Oasezaal. Ondertussen is er een uur aanbidding met als intentie de vruchtbaarheid van die klasbezinningen. Je bent nog maar goed naar de monstrans met het heilig Sacrament gekeerd of je hoort het lawaai van een vrij luidruchtige groep jongeren die de trap naar de bezinningslokalen opdavert. Je concentreert je opnieuw op het aanbidden van de Heer. Dat lukt je even. Dan hoor je plots een bonk, nog een en nog een. Wat is dat ? Och ja, een soort ijsbreker om de leerlingen wat te ontdooien en hen wat positief te stemmen zodanig dat er openheid geschapen wordt om ook even te luisteren naar het Woord van God of naar een christelijk getuigenis van de bezinningsleider. Dat gebonk gaat zo'n tijdje door. Je aanbidding van de Heer werd gestoord, maar stilaan begin je dat lawaai te accepteren, want je brengt nu die lawaaierige bende voor de Heer, die voor hen gekomen is en die deze dag wil gebruiken om hun harten te raken en hier en daar wat jongeren innerlijk te helen, of tot een beslissing uit te nodigen voor een schoner leven, of om een roeping te wekken, of om een verslaving te doorbreken...

PLAATS VAN DIEPE SOLIDARITEIT.

Je aanbid de Heer, maar je zit daar niet meer alleen, je zit voor Hem samen met de enkele mensen die daar ook aanwezig zijn én men die jongeren in de bovenzaal en hun begeleider(s). En als dan, als een toemaatje, een van de bidders ook nog luidop begint te snurken tijdens zijn gebed van rust, dan bechouw je dat maar als hemelse muziek, zo deed Teresia van Liseux het ook. "Oase in de Stad" een plaats van ontmoeting met de Heer en met de mensen, een plaats van bezinning maar niet los van het leven, niet los van de wereld. Geen plaats van mateloze stilte, als van een valschermspringer die nog ver boven de grond hangt en die pas veel lager het gerucht van de mensen waarneemt. Aanwezig zijn in "Oase in de Stad" is soms een beproeving, maar ook een grote genade; nogmaals: niet los van de mensen, niet los van de wereld. Het is een roeping. Zoals het een roeping is in een trappistenabdij te zijn, de stilte te cultiveren, ook niet los van de mensen, niet los van de wereld. De Heer heeft zijn mensen ingezet op verschillende plaatsen, in verschillende roepingen en samen vormen wij het lichaam van de Heer, bouwen wij aan de Kerk van de Heer, zetten wij ons in voor de wereld in een "Oase van rust" of een "Oase in de Stad". In "Oase in de Stad" mogen wij ons verbonden voelen met de Trappistenmonniken van Orval waar we soms op Brontocht komen met jonge mensen, en met de Trappistengemeenschap van Westmalle die ons hielp bij de aankoop van de uitrusting van onze bezinningslokalen.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER     


HOE ZIT HET MET DE BRONDAGEN ?

In het Evangelisatie- en Vormingscentrum "Oase in de Stad" gaan ook de "Brondagen" door, bezinningsdagen voor klasgroepen uit het Middelbaar onderwijs. Hier volgt een relaas door Wouter Ghijs die dit initiatief van de Maria-Kefasgemeenschap concrete vorm gaf.

"Op de brondagen proberen we in dialoog met de leerlingen zicht te krijgen op het leven of op bepaalde aspecten ervan. We laten ons daarbij bevragen door het evangelie, omdat we geloven dat de weg die daar aangereikt wordt, een weg van leven is. En we zijn ervan overtuigd dat jonge mensen daar, ook vandaag, een boodschap aan hebben. Het is hierbij niet de bedoeling om jongeren te overtuigen of hen in een bepaalde richting te duwen. Wel willen we getuigen van God die liefde is, en jonge mensen op die manier confronteren met een, voor hen wellicht onbekende, rijkdom."

Zo omschreven we, nu bijna 3 jaar geleden, de doelstelling van de brondagen die we zouden gaan inrichten voor jongeren uit het secundair onderwijs. Evangelisatie van Vlaamse scholieren. Een hele uitdaging, die we enkel durfden aannemen omdat we ons gedragen wisten door het gebed van zussen en broers van de Maria-Kefasgemeen-schap, en van vele anderen.

Vandaag blikken we terug op 2 en een half jaar brondagen. Ongeveer 4.500,- scholieren tussen 12 en 19 jaar bezochten 'Oase in de stad' en maakten er een brondag mee.

Wat is er van onze vooropgestelde bedoeling terecht gekomen?

"Het leven of bepaalde aspecten daarvan". Vanuit de dialoog die we met leerlingen aangingen, kwamen onder andere volgende thema's aanbod:

* Jongeren (vooral 14-16 jarigen) worstelen heel vaak met een negatief zelfbeeld. Dikwijls is het vanuit heel pijnlijke situaties (thuis, op school of in vriendengroepen) dat jonge mensen ontgoocheld raken of zich mislukt voelen. Vanuit een gevoel van onzekerheid verbergen velen zich achter één of ander imago. 90% van de jongeren beweren dat het heel moeilijk is om gewoon zichzelf te zijn.

- Op de brondagen getuigen we over Gods heel persoonlijke liefde voor deze jongeren. De aandacht van de jongeren tijdens dit getuigenis is opvallend.

* De thema's God, geloof en kerk komen op de brondagen steeds aan bod. Er is echt interesse voor deze onderwerpen (vooral bij 13-14 jarigen, maar ook oudere jongeren stellen zich hier vragen over). Velen geloven wel in God, weinigen kunnen zich daar iets (laat staan Iemand) bij voorstellen. Dikwijls zet men zich af tegen het godsbeeld dat men in de godsdienstlessen op school meekreeg.

- Op een brondag gaan we nooit 'preken', we getuigen. Uit reacties van leerlingen blijkt dat dit getuigenis indruk maakt.

* Vooral 16-17-jarigen zitten met heel veel vragen rond relatie. Echte liefde is vertrouwen, respect, luisteren, helemaal jezelf kunnen zijn... Dat weten jonge mensen. Maar zij ervaren ook hoe moeilijk deze dingen zijn. Een 18-jarige draagt dikwijls ervaringen mee die de hoop op een mooie toekomst wat ondergraven.

- Op een brondag wordt vooral ook naar deze ervaringen geluisterd. Jongeren bloeien open, als ze zich begrepen voelen. Ze zijn geboeid door het levensgetuigenis van jonge christenen.

Een brondag wordt steeds afgesloten met een bezinning rond het kruis. Een indrukwekkend moment van rust en stilte, waarop de leerlingen datgene wat op hen weegt bij het kruis aan God kunnen toevertrouwen. Heel persoonlijke dingen wordt opgeschreven en aan het kruis genageld. "Ik heb deze morgen ruzie gehad met mijn mama." "Ik word wel gelukkig, geloof me maar" (ondertekend door 'meisje die veel problemen heeft') "Er worden dingen van ons verwacht die je doet omdat je denkt dat je niet anders kan. Om echt gelukkig te zijn wil ik een leven leiden zoals ik zelf wil. Een mens worden tussen mensen." "Wist ik maar wat te geloven. Wist ik eigenlijk maar welke persoon te zijn... Ik denk het te weten en zeker na vandaag... Mezelf..."

Als deze jongeren na een dag naar huis vertrekken, hopen we en bidden we dat ze hun weg vinden. We vertrouwen ze aan God toe. Ongeveer de helft van de jongeren die langs komen laten ons hun adres na. Ze krijgen 'Jerrycan' een contactblaadje waarin we hen nog wat 'goed nieuws' nasturen. Via 'Jerrycan' houden we hen op de hoogte van andere activiteiten die we voor jongeren inrichten. 'Jerrycan' is ook de naam van onze (interactieve) website door velen van hen bezocht wordt.

Ook de leerkrachten en directies van de verschillende scholen houden contact met ons. Scholen die langs kwamen komen terug. Andere scholen vragen informatie. Onze agenda voor dit schooljaar zit met 85 groepen barstens vol. De boekingen voor volgend schooljaar lopen vlot binnen.

U kan heel dit project, meer dan u vermoedt, steunen door hun gebed.


EINDE VAN DIT ARTIKEL

EINDE VAN DIT NUMMER  2000_1     

    TERUG NAAR INHOUD       NAAR TOP VAN DIT NUMMER