GELOOF en LEVEN
GELOOF EN LEVEN Jg 113 (2009) nr 3
Sluimering der Moeder Gods Wim Snitker
Een nieuw Pinksteren Paus Benedictus XVI
Dank aan Aboena De Cock Catechistenwerk Zuid-
In de voetsporen van Paulus (slot) Martin en Ingrid Van Vossel-
Damiaanjaar
Paus Benedictus aan de Klaagmuur naar Kerknet
Nazi-
Gij zijt getuigen Mathew Kessler, cssr Liguorian
Dode zeerollen Geen Essenen? naar Kerknet/The Times Maart 2009
Rozenblaadjes strooien naar Theresia van Lisieux
Godsdienst? Gezond! Berichtje uit Tertio
De Kerk en de Crisis Europese bisschoppenconferenties
Familiedag met pater Damiaan in DADIZELE !
Christelijke Opwekkingsgolf in M.O. BVV i.v.m. bericht v. Manna-
Onze oveledenen (EE.PP. F.Slachmuylders, P.De Meyer, J.Hendrickx, P.Moortgat)
Ingezonden boeken (Zegveld A., Worden wat God is / Delrue M., Kunst en Liturgie /
Verdult PH. e.a., God en Kunst)
Onze laatste man op Haïti (R.I.P. J.Hendrickx) P. H. Deboutte en P. G. Ribbens
De Mantel van Sint Maarten (1) Ben Van Vossel
Iconen schilderen voor Beginners Fraterniteit van Maria
NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP
Na zijn bezoek aan Jeruzalem bezocht paus Benedictus XVI op 12 mei 2009 de grote moskee, de zogenaamde Rotskoepel, en ging vervolgens naar de nabijgelegen Klaagmuur, enig overblijfsel van de prachtige Tweede Tempel van Jeruzalem, die in de eerste eeuw voor Christus werd gebouwd door Herodes de Grote. De Joodse opstand tegen de Romeinen (vanaf 66 na Chr.) kreeg zijn beslag in het jaar 70 en de soldaten van Titus verwoestten toen de stad en staken de tempel in brand. Enkel een deel van de Westelijke muur bleef dus overeind. De voorlopige tempel die in de tijd van de 2de Joodse opstand (onder Bar Kochba in 135 na Chr.) werd opgericht zou niet lang standhouden.
De paus bad bij de Klaagmuur. In navolging van veel joden en zijn voorganger, paus Joannes Paulus II, tijdens diens bezoek in 2000, stopte hij een briefje in een scheur van het bouwwerk. Daarop stond volgende tekst, die een duidelijke boodschap en uitnodiging inhoudt voor Joden en Moslims en voor alle christenen, maar die vooral een mooi gebed is dat we allen kunnen meebidden:
“God van Abraham, Isaak en Jakob,
hoor de schreeuw van de bedroefden, de angstigen en de getroffenen,
in het Midden-
God van alle tijden, bij mijn bezoek aan Jeruzalem, de Stad van Vrede,
geestelijk tehuis van joden, christenen en moslims,
breng ik u de vreugde, de hoop en verwachtingen, de beproevingen,
het lijden en de pijn van al uw mensen in de gehele wereld.
Zend uw vrede over dit Heilig Land, over het Midden-
Beweeg de harten van allen die uw naam aanroepen,
om nederig het pad van gerechtigheid en compassie te betreden.
‘Goed is de Heer voor degene die hoopt,
voor iedereen die Hem zoekt’ (Klaagliederen 3,25).”
Voordat de paus het briefje in de muur stak, las hij de hierna volgende Psalm 121 (122), waarin wordt gebeden om vrede voor Jeruzalem:
Hoe blij was ik, toen men mij riep;
‘Wij trekken naar Gods huis!’
Nu mag mijn voet, Jeruzalem,
uw poorten binnentreden.
Jeruzalem, ommuurde stad,
zo dicht opeengebouwd;
Naar u trekken de stammen op,
de stammen van Gods volk;
Zij gaan naar Israëls gebruik de naam van God vereren,
Daar staan de zetels van het recht,
de troon van Davids huis.
Bidt dan om vrede voor Jeruzalem;
dat ieder die u liefheeft veilig zij;
Dat eendracht heerse binnen uw omwalling, in al uw huizen rust.
Ter wille van mijn broeders en mijn makkers
wens ik u vrede toe;
Ter wille van het huis van onze God
bid ik voor u om zegen.
EINDE VAN DIT ARTIKEL
NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP
Een boek (2 delen) van Saul Friedländer
In deze uitgave van Nieuw Amsterdam en Lannoo (2007, € 24,95) krijgen we de vertaling (van Engeltalige en Duitstalige edities) van twee boeken: "De jaren van vervolging" (1933-
In Deel I krijgen we de aanloop tot de uitroeiing van het Joodse volk in de door Nazi-
Toch speelt het rabiate antijoodse resentiment van Hitler een onloochenbare rol in al wat zou volgen.
Zoals ook bij de communistische dictaturen speelde het ziekelijke 'kaartensisteem' (iedereen op fiche) een niet onaanzienlijke rol in de latere deportaties. In de jaren '30 werden de jonge SS-
Deel II beschrijft dan de uitroeiing, Die Endlösung.
In 1939 na de inval in Polen kregen de Joden het ernstig te verduren. Er waren ong. 9 miljoen Joden in Europa, zij behoorden tot uiteenlopende bewegingen en er was een groot verschil tussen Oost-
EINDE VAN DIT ARTIKEL
NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP
DODE ZEEROLLEN, NIET HET WERK VAN ESSENEN ?
Kerknet (The Times/Ha’aretz) Donderdag, 19 maart 2009
Kom dat tegen! We hebben jaren geleden in Geloof en Leven een hele vervolgreeks gewijd aan de Ontdekkingen van o.a. een deel Bijbelrollen in de grotten van Qumran, nabij de Dode Zee, in het toenmalige Palestina. Nu heeft Rachel Elior, een Israëlische professor joodse filosofie aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, voor opschudding gezorgd in de archeologische wereld. In een nieuwe studie beweert ze doodgemoedereerd dat de 39 rollen die in 1947 (en wat later) her en der aan de Dode Zee ontdekt werden niet aan de Essenen, maar wel aan verdreven Sadduceeën moeten toegeschreven worden. Bij de bewuste rollen in Qumran werd ook een kostbare Hebreeuwse Bijbel teruggevonden van 300 voor Christus. Met haar theorie knoopt zij opnieuw aan bij de bewering van sommige archeologen dat de Dode Zeerollen aanvankelijk in Jeruzalem geschreven werden. De rollen behoorden tot de tempel, zegt ze, en pas later werden ze naar de omgeving van de Dode Zee overgebracht om ze te tegen vernietiging of diefstal te beschermen tijdens de Joods-
De Sadduceeën waren een politieke en religieuze groepering waarvan het ontstaan teruggaat tot de tijd van koning Salomon. Deze joodse priesters, die nauwe banden onderhielden met de machthebbers in Jeruzalem, stonden traditioneel in voor de eredienst in de tempel. Na de verwoesting van de tempel van Jeruzalem in 70 na Christus verdween de groepering van het toneel; hun functie verdween samen met de tempel.
Mevrouw Elior baseert haar stelling op de vaststelling dat in de Joodse noch in de christelijke literatuur ernstige historische aanwijzingen zijn voor het bestaan van de Essenen, een sekte van celibatair levende mannen die volgens strikte regels leefden. De verwijzing naar de Essenen in het geschrift ‘De joodse oorlog’ van de joods-
Voor ons niet gelaten natuurlijk, het zou een antwoord bieden op de vraag waarom er in het Nieuwe Testament met geen woord gerept wordt over de (volgens Elior ‘denkbeeldige’) Essenen. Het is nu maar te hopen dat mevr. Elior ook wel enige uitleg heeft omtrent de zogenaamde ‘rollen van de oorlog’, de ‘regel' van Qumran en dergelijke rollen die daar in Qumran en ook rond Damascus gevonden werden en die bezwaarlijk aan Sadduceeën kunnen worden toegeschreven. Hopelijk vernemen we hier nog wat van.
EINDE VAN DIT ARTIKEL
NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP
Rozen als zegeningen
Op nogal wat beelden en afbeeldingen van Teresia van Lisieux strooit de jonge Karmelietes rozen of rozenblaadjes. Hiermee wou men zinspelen op wat ze de laatste maanden van haar leven had gezegd: “Na mijn dood zal ik rozen laten regenen… De goede God zou mij dat verlangen niet ingeven, om na mijn dood op aarde goed te doen, als Hij het niet wilde vervullen…” Dat was haar echte hartenwens. Maar er was een tweede: “Ik voel dat mijn zending gaat beginnen: anderen te leren God liefhebben, zoals ik Hem liefheb, mijn kleine weg aan de zielen te doen. Ik wil mijn hemel doorbrengen met goed te doen op aarde…”
Er zijn inderdaad nogal wat gebedsverhoringen geweest na het overlijden van Thérèse Martin (hoewel toch niet zo onmiddellijk) en ook bekeringen door de lectuur van haar autobiografie die ze onder gehoorzaamheid schreef in “Histoire d’ une âme”.
Rozenblaadjes als uitingen van liefde
Naast dat soort rozenregen van gebedsverhoringen en bekeringen heeft Thérèse een ander beeld gebruikt om het diepste van haar eigen hart en haar leven uit te zeggen: het strooien van rozenblaadjes voor de Heer. Het gaat ten diepste over het feit dat we ons volop moeten inspannen om in alles onze liefde aan God te tonen, maar anderzijds wel beseffen dat alles genade is. Volgende tekst van Thérèse drukt dit duidelijk uit:
“Wij moeten alles doen, wat wij van onze kant kunnen doen, zonder te tellen, de deugd bij iedere gelegenheid beoefenen, onszelf voordurend overwinnen, onze liefde bewijzen door alle fijngevoeligheden en tederheden, die wij maar kunnen bedenken: in één woord, wij moeten alle goede werken volbrengen, die maar in ons vermogen liggen – uit liefde tot God. Maar het is daarbij beslist noodzakelijk al ons vertrouwen te stellen in Hem, die alleen onze werken heiligt en die ons zonder werken kan heiligen, want Hij weet zelfs uit stenen kinderen voor Abraham te verwekken. Ja, het is nodig, als wij alles hebben gedaan wat mij menen te moeten doen, te bekennen dat wij onnutte dienstknechten zijn, tegelijkertijd hopend, dat God ons uit genade alles zal geven, wat wij behoeven. Dit is de kleine weg van het kind-
Het elfde hoofdstuk van haar “Geschiedenis van een ziel” geeft weer hoe Thérèse naar dit diepe inzicht is gegroeid.
Onbegrensde verlangens
Thérèse wilde de hoogste toppen bereiken van het geestelijk leven, haar leven zo waardevol mogelijk vullen. Karmelietes zijn en alleen aan Jezus toebehoren. Ja, natuurlijk, maar ze zou ook priester willen zijn en apostel en leraar en zelfs martelares… En anderzijds zo nederig willen zijn als de kleine broeder Franciscus. ’t Zijn boeiende bladzijden in haar ‘Geschiedenis’ hoe ze dan tot inzicht komt dat er zoveel verschillende roepingen zijn in de Kerk maar dat al die roepingen op niets zouden uitlopen als in het hart van de Kerk niet die ontembare liefde zou zijn voor Jezus. En dat ziet ze dan als haar echte roeping: “O, Jezus, mijn liefde, mijn roeping heb ik dan eindelijk gevonden: mijn roeping, dat is de liefde! Ja, ik heb mijn plaats in de Kerk gevonden, o mijn God; U bent het die mij die plaats hebt gegeven: in het hart van de Kerk, mijn Moeder, zal ik de liefde zijn! Zo zal ik alles zijn… Zo zal mijn droom toch werkelijkheid worden!...”
Concrete daden
Een geweldig en vervullend inzicht. Een en al liefde zijn voor Jezus, voor God. Ze is echter nuchter genoeg om verder te denken. “Maar hoe zal (een klein kind) zijn liefde tonen, want de liefde moet je bewijzen met daden? Welnu, het kleine kind zal bloemen strooien, het zal de Koninklijke troon doen geuren van zijn heerlijke geuren, het zal met zijn zilveren stem het lied van de liefde zingen!”
Bloemen strooien?
is aan U offeren als mooiste vrucht
de grootste smart, de zwakste zucht,
mijn lijden, mijn geluk,
mijn kleinste offers;
dat zijn mijn bloemen”
Het lijken ons wat simpele rijmpjes maar haar liefde is wereldwijd. Zo schrijft zij aan een missionaris in 1897: “In de eenzaamheid van de Karmel heb ik begrepen, dat het mijn zending is, liefde te winnen voor de Koning van de hemel en het rijk van de zielen aan Hem te onderwerpen.”
Rozen tussen doornen
Het is ook geen van romantiek vervulde liefde die zij wil beleven, maar midden het alledaagse, ook midden de pijn en het kruisigende van het leven. “Ja, mijn Welbeminde, zo zal mijn leven op-
Door jouw handen, Jezus
Vind ze haar leven en die offerbereidheid dan zo belangrijk? “Jezus, … ik weet het wel, die geurige regen, die tere bloembladen die zo weinig waarde hebben, die liefdeszangen van het kleinste van alle harten zullen Jou bekoren, ja, die nietswaardige dingen zullen Jou genoegen doen; Zij zullen een glimlach zijn voor de hemelkerk. Die zal mijn bloemblaadjes, uit liefde geplukt, opvangen en door jouw goddelijke handen laten gaan, o Jezus
Dat is dan ook het grote inzicht waartoe ze komt en dat ligt uitgedrukt in enige van haar gedichten of rijmpjes:
“O, ik weet wel : al onze gerechte daden
hebben voor uw ogen geen enkele waarde;
om toch waarde te geven aan mijn offers,
wil ik ze werpen in uw goddelijk Hart. …
In uw Heilig Hart, Jezus, verberg ik mij,
ik ben niet bang want mijn deugd… ben Jij!...
Hoezeer zij zich zal inspannen om in het grote en vooral in het vele kleine God te plezieren, zij is zich ervan bewust dat haar leven maar waarde heeft dank zij Hem. Het is de gezindheid van Maria in haar Magnificat die kon zingen: “Hij zag welwillend neer op de kleinheid van zijn dienstmeisje… Grote dingen heeft Hij aan mij gedaan Die machtig is en heilig is zijn naam”. Een ongelooflijke God is Hij. Prachtige God, ik heb U lief !
Nadat ze zich met grote heldhaftigheid en trouw tot het uiterste heeft ingezet om in alle omstandigheden vanuit liefde te leven, zal ook Thérèse getuigen:
“Tout est grâce”, alles is genade!
EINDE VAN DIT ARTIKEL
NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP
Raad der Europese bisschoppenconferenties
Verslag van KerkNet 13 mei 2009
“De huidige economische crisis laat een spirituele crisis en valse waardehiërarchie zien.” Dat is de analyse die mgr. Ad Van Luyn, bisschop van Rotterdam en voorzitter van de COMECE, de Raad van Bisschoppenconferenties van de Europese Unie, aan de voorzitters van de Europese Commissie en van het Europese parlement heeft overgemaakt ter gelegenheid van het jaarlijkse overleg van de vertegenwoordigers van de monotheïstische godsdiensten met de voorzitters van de instellingen van de EU.
Op uitnodiging van José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, hebben een 20-
Commissievoorzitter Barroso en parlementsvoorzitter Pöttering van hun kant onderstreepten dat de EU niet is gebaseerd op het kapitalistische model, maar eerder op het model van de sociale markteconomie, die allereerst bezorgd is het welzijn van de mensen. Ze erkenden het fundamentele belang van de dialoog van de EU met de godsdiensten. Die dialoog die de afgelopen vijf jaar afhankelijk was van de goede wil van de vertegenwoordigers van de EU wordt straks verplicht als het Verdrag van Lissabon (artikel 17) van kracht wordt.
Hopelijk zullen ook onze 'Belgische' vrijdenkers en agnosten ook eens hun gezond verstand gaan gebruiken.
EINDE VAN DIT ARTIKEL
NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP
CHRISTELIJKE OPWEKKINGSGOLF IN HET MIDDEN-
Naar: Manna-
Onder de titel ‘Een opwekking raast door het Midden-
Zendingsorganisaties (vooral Pinksterkerken en Protestantse zendingsgenootschappen) die actief zijn onder moslims in het Midden-
Dat verbazingwekkende nieuws heeft CBN News gemeld en CBN zegt ook dat de zendingsorganisaties daarnaast voor dit jaar nog honderden nieuwe kerken denken te kunnen stichten in Syrië, Jordanië, Irak en Egypte.
“Er raast een opwekking door het Midden-
CBN News spreekt zelfs van “een revolutie in het Midden-
Er zijn in dat gebied kerken actief die geheel en al bestaan uit moslims, die tot bekering zijn gekomen, zegt pastor Zagros Saeed, zelf ex-
CBN News sprak met Tom Doyle, een Amerikaan die nauwe banden heeft met moslims in het Midden-
Doyle bevestigt het bericht dat een aantal zendingsorganisaties samen in Iran werkt en verwacht dat daar dit jaar 10.000 nieuwe kerken gaan ontstaan (bedoeld zijn dan waarschijnlijk kleine huiskerkjes, een paar mensen die samenkomen). “Moet je je voorstellen, zo snel gaat het momenteel in het Midden-
Doyle en anderen zeggen dat aanhoudend gebed het ‘geheime wapen’ is dat het opwekkingsvuur in het Midden-
Enige bemerkingen
Iemand zond ons bovenstaand bericht met de vraag erbij: “Zou dit echt waààr zijn?”
Deze christelijke orkaan lijkt ons inderdaad het werk van de heilige Geest (Roeach). We vermoeden dat dit grootse missiewerk vooral gebeurt door zogenaamde ‘evangelische christenen’ en dat de gevestigde katholieke missies daar minder bij betrokken zijn. Deze laatste zijn immers meestal goed zichtbaar en zouden vlug heftige weerstand oproepen bij behoudsgezinde moslims en hun leiders.
Ook vermoeden we dat naast de ongestructureerde evangelische groepen vooral inheemse ritussen (voor zover ze niet al te verstard zijn) iets van de rijkdom van de kerk kunnen belichamen naar de bekeerde moslims toe; dat zal hen beter liggen dan onze afgeslankte en vaak emotieloze Westerse liturgie.
Een laatste bemerking van onze kant: het is onze hoop, samen met de Evangelische Karmelmission, gevestigd in het Duitse Schorndorf nabij Stuttgart, dat de zendelingen die in contact zijn met de bekeerde moslims het christendom niet zó gaan aanpassen dat het een soort christelijke editie van de Islam wordt, waarbij Christus in feite wordt gedevalueerd. Het is begrijpelijk dat momenteel deze bekeerde christenen zich nog gedeisd moeten houden maar hopelijk toch niet zo dat ze als het ware ook voor zichzelf bijna niet durven zeggen wat voor hen Christus betekent, en welke radicale heerschappij Jezus over de mens wil uitoefenen, een heerschappij die ons hele leven betreft. Wij hebben immers geen nood aan een christelijke Koran (kur’han) maar aan een evangelische orkaan die op de goede manier Blij nieuws kan zijn voor alle mensen, ook voor de mensen die in de loop van de geschiedenis door de pletmolen van de Islam zijn platgemaald. Deze christelijke orkaan kan alleen het werk zijn van de Geest en zal verhaast worden door een vloed van gebed en aanbidding.
Aan een vorige provinciaal-
EINDE VAN DIT ARTIKEL
EINDE VAN DIT NUMMER 2009_3
TERUG NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR TOP