GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

   INHOUDSOVERZICHT     

"VERLATEN"  

Bezinning bij het lijden van Jezus  

B. Van Vossel

1. Cenakel - Bovenzaal: Verraad voorspeld - Voetwassing - Instelling Eucharistie - Verloochening voorspeld 

2. Getsemane: Doodsangst - verraden - gegrepen - in de steek gelaten door de leerlingen - 

3.  Annas - Kajafas - De rechtszitting - Bespotting - Verloochening door Petrus - Op weg naar Pilatus - Judas’ einde

4  Het Romeinse proces: De zwakke rechter - De geseling

5  De kruisweg

6  Golgotha: Tussen misdadigers en vijanden - Vrome toetsen op het schilderij - Het einde 


(zie op het einde: inhoud / Vragen + antwoorden van deelgroepen)

- Kaart met de plaatsen van het Passieverhaal uitvergroot: cenakel - Olijfberg - Kajafas - Antoniaburcht - Paleis van Herodes - weg naar Golgotha - mogelijke plaats(en) van het graf

- Afbeelding van gelaat van lijkwade

- CD met mooie muziek (Cantate Domino) bij het binnenkomen, tijdens pauze en zelfs achteraf

- Tijdens het onderricht diamontage over passie (dit kwam goed over en bevorderde het inleven in het passieverhaal); Ik heb permanent geprojecteerd tijdens het onderricht  (met behulp van een lange impulsgevende draad), nl. af en toe een dia die illustreert wat er gezegd wordt

Uiteenzetting

Deze tweede sessie van onze vormingsreeks tijdens de Veertigdagentijd, gaat over iets heel anders dan de eerste.  Toen hadden we het over de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth rond het mysterie van Gods genadig ingrijpen in Jezus.  Vandaag nemen we ook weer de Bijbel en laten we ons begeleiden door het Woord van God, maar nu gaat het over Jezus in zijn verlatenheid.

Ik bekijk die verlatenheid in verscheidene episoden als het ware.  Ik volg daarbij het evangelieverhaal en geef er een paar bezinnende gedachten bij.

1. Cenakel - Bovenzaal   

(Verraad voorspeld.  Instelling Eucharistie.  Verloochening voorspeld)

Als de leerlingen vragen waar ze dat jaar het Paasmaal gaan vieren, stuurt Jezus hen naar een grote bovenzaal, voorzien van rustbedden en al het nodige; daar moeten ze alles maar gereedmaken (Mk. 14,12-16).

In die bovenzaal viert Jezus ’s avonds het paasmaal.  In de loop van de maaltijd, als ze aan tafel aanliggen, zegt Jezus: “Een van jullie zal Mij overleveren, een die met Mij eet” (Mk. 14,18).  De leerlingen zijn verbijsterd: wat zegt de Meester daar, een van ons gaat Hem uitleveren?  Droefheid en onrust grijpt hen aan.  De een na de ander begint te vragen: “Ik ben het toch niet?” (Mk.14,19).  Ze kunnen het gewoon niet geloven.  Maar Jezus herhaalt dat een van de tafelgenoten Hem zal overleveren.  Zo op weg geweest zijn met de Heer en dan Hem overleveren.  Het zou beter geweest zijn als zo iemand niet geboren was, noteert de evangelist.  Maar wat moet het voor Jezus betekend hebben dat een van zijn 12 vertrouwelingen zijn verrader wordt.  Hij wordt al zó door vijanden in het nauw gedreven, dat dit er ook nog eens moet bijkomen.Hoeveel christenen is dat niet overkomen tijdens de communistische dictaturen van vorige eeuw, waar vrienden en zelfs huisgenoten elkaar gingen overdragen, kinderen hun ouders, zoals hun was geleerd in de communistische jeugdbeweging en op school. Tijdens de Nazi-tijd was het al niet veel beter.

Maar hoe vaak wordt Christus niet in de steek gelaten door zijn liefste vrienden die kiezen voor heel andere waarden, voor afgoden allerlei, voor eigen planning, voor eigen verlangens…Op diezelfde plaats, tijdens diezelfde avond nog stelt Jezus een bijzonder teken van zijn liefde en zijn verlangen om bij zijn vrienden te blijven, bij zijn vrienden van alle tijden.  Hij wil niet vergeten worden, Hij wil dat zijn totale gave blijvend herinnerd zal worden èn dat het tot een voorbeeld wordt hoe zijn volgelingen zich te gedragen hebben.  “Neem, dit is mijn lichaam.  Dit is mijn bloed dat vergoten wordt voor velen”.  Zo kort zegt het Marcus.Tevens zegt Hij dat dit het afscheid is.

Dan zingen zij het grote hallel, de grote lofzang met de allelujapsalmen op het einde van het boek der psalmen.

Onderweg naar de Olijfberg (Mk. 14,27) voorspelt Jezus weer dat ze allen ten val zullen komen, als schapen zullen ze verstrooid worden.  Zelfs Petrus, de onversaagde krijgt de ontnuchterende woorden te horen: Voorwaar, Ik zeg u: nog heden, nog deze nacht, voordat de haan tweemaal kraait, zult juist gij Mij driemaal verloochenen.  Dat laat Petrus zich niet gezeggen en de anderen evenmin.

Maar het is gezegd, en met die ontnuchterende woorden van Jezus wordt het volgende tafereel van het drama reeds op een kier gezet

   INHOUDSOVERZICHT           NAAR TOP  


2 Getsemane  

(Doodsangst - verraad - arrestatie - in de steek gelaten)

We zijn in Getsemane, een landgoed waar Jezus wel vaker heen ging met zijn vrienden.  Dit wordt een van de droevigste en aangrijpendste verhalen uit het evangelie.

Jezus wil gaan bidden.  Hij voelt dat zelfs zijn twaalf vrienden hem niet kunnen helpen op dit ogenblik.  Hij moet terugvallen op zijn Vader.  Toch neemt Hij enige menselijke nabijheid mee: Petrus en de twee zonen van Zebedeüs: Johannes en Jakobus. 

“Hij begon bedroefd en beangst te worden” Mt. 26,37.  Wat een menselijke diepte spreekt uit deze woorden.  “Bedroefd en beangst”.  Depressief en bang.  De wereld stuikt in elkaar, zijn leven: één groot fiasco.  Zijn dromen stukgeslagen en zijn leven bedreigd.  Als een opgejaagd dier, een opgejaagde mens, binnen dit en een paar uur is hij in de macht van zijn vijanden.  Niemand redt hem dan nog.  Niemand!  Zeker niet die paar mannen om Hem heen.  Hij kent ze.  Hun goed hart en ook hun kwetsbaarheid.“Bedroefd en beangst”.  Wat een menselijke diepte in deze paar woorden.  Maar waarschijnlijk is hier nog meer aan de hand.  Hij voelt dat zijn zending vanwege God mislukt is.  Hij wordt niet aanvaard als de gezondene van de Vader.Hier kan Hij alleen nog met God over praten.

“Blijf hier en waak.  Waak met Mij”.Wat verder werpt Hij zich plat ter aarde.  Hij siddert van angst.  Een kille wanhoop drukt hem tegen de rotsgrond.  Zuchtend en kermend komt het er uit: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan.”  Deze beker van het lijden schrikt Hem mateloos af.  Hij is mens.  En wellicht gaat het over het lijden van de Zoon van God, het lijden dat Hij vrij op zich neemt, de zonden van de wereld, de ontrouw, de opstand tegen God, de zonden tegen de menselijkheid, de verwerping van het aangeboden heil…“Vader, als het mogelijk is”.  Zo bidt Hij eerst.  Daarna bidt Hij: “Vader, als het niet mogelijk is dat die beker voorbijgaat zonder dat ik hem drink: dat dan uw wil geschiede”.Het woord is er uit.  Hij zal zijn leven beëindigen onder hetzelfde gesternte waaronder het gestart was en waaronder het verlopen was: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen” (Hebr.10,7).  “Mijn spijs is de wil te doen van Hem die mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen”. (Joh.4,34)  “Alles is volbracht - Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest” (Joh. 19, ).Tussendoor beschrijft Lucas, een medicus waarschijnlijk, hoe het echt een panische angst geweest is die in al zijn gruwelijkheid over Jezus was gekomen.  Jezus gelaat zag eruit alsof het bloed uit de poriën van zijn huid was geperst; een fenomeen dat zich enkel bij uiterste panische angst voordoet en dat de huid over het lichaam uiterst gevoelig maakt voor elke aanraking.  Het verdere lijden van Jezus wordt tot een gruwel.

Ook tussendoor was Hij nog steun gaan bedelen bij zijn drie beste vrienden.  Ze slapen.  Hij staat er helemaal alleen voor.  Zelfs zijn vermaning dat ze moeten waken en bidden om niet in de bekoring te vallen van Hem in de steek te laten, heeft geen effect.

Tot Hij de verrader nabij weet.  Dan nodigt Hij hen uit om op te staan.

Hier gebeurt het inderdaad dat een van zijn vriendenkring, een van zijn volgelingen een vijandelijke groep aanvoert, een groep, gezonden door de hogepriesters en de oudsten, de leiders van het volk. 

Het is zelfs een vriendschapsteken dat teken van het verraad wordt.  “Hij ging recht op Jezus af en zei: 'Gegroet Rabbi', en hij kuste Hem” (Mt. 26,49).Jezus wordt vastgegrepen.  Een van zijn vrienden onderneemt nog een wanhoopspoging met een zwaard, maar krijgt van Jezus te horen dat Hij geen beroep wil doen op een militaristische ingreep.

Jezus verwijst naar zijn Vader en legioenen engelen.  Maar dat komt niet ter sprake, de Schriften moeten vervuld worden die zeggen dat het zo moet gebeuren.

Nu nog beter!  Dus niet bidden tot God om in te grijpen?  De Schrift laten geschieden?  Welke Schrift?  Welk woord uit de Schrift?

Dat zwaard had nog kunnen helpen.  Maar de Schrift, wat kan je daar mee aanvangen in de gegeven situatie? 

“Toen lieten alle leerlingen Hem in de steek, schrijft Mattheüs, en ze namen de vlucht”.  Jezus staat er dus alleen voor.  In een kort zinnetje wordt er nog aan toegevoegd dat Petrus Hem op een afstand bleef volgen.  Jezus van ver volgen.  Dat gaat slecht aflopen in de derde perikope.

   INHOUDSOVERZICHT           NAAR TOP  


3  De rechtszitting  

(Annas - Kajafas - Petrus verloochent Jezus - de veroordeling - Judas pleegt zelfmoord)

De rechtszitting

Kajafas, die eigenlijk Jozef heette, was hogepriester van 18 tot 36 na Christus.  Hij volgde zijn schoonvader Annas op  die van 6 tot 15 hogepriester was en die titel nog bleef behouden.  Johannes verhaalt (Joh. 18,13) hoe Jezus toch eerst voor Annas moet verschijnen; waarschijnlijk had hij nog steeds de touwtjes in handen.

Kajafas deed het sanhedrin eerder al het besluit nemen om Jezus te doden (Joh. 11,50) en hij leidde later de raadszitting waarin Jezus ter dood werd veroordeeld (Mt. 26,57-68).

Blijkbaar werd er diezelfde nacht een rechtszitting bijeengeroepen in het huis van Kajafas waarvoor de schriftgeleerden en oudsten waren bijeengekomen.

Wat nu opvalt in heel dat proces is dat er eerst een aantal schijngetuigenissen komen omdat men geen echte wettelijke reden heeft tot een doodsvonnis.  De getuigen spreken elkaar tegen.  Tenslotte wordt er naar verwezen hoe Jezus de tempel van God - en dus God zelf - beledigd heeft door te beweren dat Hij die tempel in 3 dagen weer kan opbouwen.  Jezus antwoordt niet op die beschuldiging tot de hogepriester hem vraagt:

'Ik bezweer U bij de levende God ons te zeggen of Gij de Christus zijt, de Zoon van God.' 64 Jezus gaf hem ten antwoord: 'Gij zegt het. Maar Ik zeg U: vanaf nu zult ge de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Macht en komen op de wolken des hemels.' 65 Toen scheurde de hogepriester zijn kleed en riep uit: 'Hij heeft God gelasterd; waartoe hebben wij nog getuigen nodig? Gij hebt nu toch de godslastering gehoord! 66 Wat denkt gij daarvan?' Zij antwoordden: 'Hij verdient de doodstraf.' (Mt. 26,63-66).   

Jezus komt er voor uit dat Hij de Messias is en dat Hij aan de rechterhand van God zal zitten en zal komen op de wolken van de hemel.  Zichzelf uitroepen tot Messias en jezelf al op de troon van God zien zitten.  Godslastering.  Hij verdient de doodstraf!

Bespotting

Mattheüs verhaalt hoe ze Jezus dan bespuwen en hem met de vuist slaan en met een stok en Hem uitdagen om te raden wie Hem geslagen heeft.  Marcus zegt dat ook de knechten Hem slagen toebrachten.  Maar eigenlijk lijkt het eerder een beledigen van een Godslasteraar door de aanwezigen; tonen hoe verontwaardigd men wel is en niet ten achter willen blijven bij de anderen.  De wat ouderen onder ons herinneren zich nog zulke beelden uit de repressie: niet eens zo’n goede patriotten die toch haantje de voorste waren bij het beledigen en vernederen van al of niet echte incivieken.Op niemand moet Jezus nog rekenen.  Hij zit daar in de situatie die we in een van de psalmen beschreven zien:  ‘Woedende stieren omringen mij…’Verloochening door Petrus Dat hij werkelijk op niemand moet rekenen krijgt zijn bevestiging in de figuur van Petrus, de moedige, de impulsieve, die niet alleen niet durft zeggen dat hij bij Jezus hoort, maar bij hoog en bij laag beweert en zweert dat Hij “die Mens” niet kent.Er kraait een haan.  En nog eens.  Het slaat als een alarmsignaal in Petrus’ oren, het duizelt in zijn hoofd.  Bij Lucas wordt het nog echt in scène gezet: “En de Heer keerde zich om en zag Petrus aan.  En Petrus herinnerde zich het woord van de Heer, hoe Hij tot hem gezegd had: Vóórdat een haan heden kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen.Petrus ging naar buiten en weende bitter” (Luc. 21,61-62).“Ik kan je spijtig genoeg niet helpen”.  Ik heb mijn huishouden”.  “Ik moet nog dringend die taak volbrengen.  Ik kan nu niet bij jou blijven”.   Het kan allemaal heel terecht zijn.  Wij moeten ons in oprechtheid voor de Heer durven stellen.  Jezus is in een heel bijzondere situatie.  Hij is volledig aan zijn lot overgelaten.  Hij gaat naar de dood toe.  Dit zijn bijzondere omstandigheden.  Hier moeten we ons uiterste best doen om mensen nabij te zijn.  Dat is niet altijd mogelijk.  Maar we moeten zo eerlijk zijn om te zien wat wèl mogelijk is.  Elisabeth Kübler Ross, toch een autoriteit op het vlak van wat stervenden meemaken, mensen voor wie het leven zich spoedig gaat sluiten, zegt hoe enorm belangrijk en zinvol het is van speciaal voor die mensen nabij te zijn met aandacht, met menselijke nabijheid, met genegenheid en tederheid.  Stervende mensen staan voor een enorm belangrijke stap.  Wij hebben daar een enorm belangrijke taak te vervullen.

Op weg naar Pilatus

De hele vergadering stond op (Lk 23,1) en geboeid (Mt 27,2) wordt Jezus van het sanhedrin naar de Antoniaburcht gevoerd waar Pontius Pilatus, de Romeinse goeverneur verbleef.

Als een misdadiger geboeid door de straten gevoerd worden, met een roepende menigte rondom Hem en achter Hem aan.  Het volk staat erop te kijken.  Jezus Van Nazareth is nu definitief verworpen en uitgestoten uit de gelovige gemeenschap.

De totale verlatenheid wordt ook hier tot de ultieme vernedering voor een rechtvaardig mens:  te worden aanzien als een misdadiger die het misprijzen verdient van de hele gemeenschap.

Judas’ einde Ondertussen leidt Jezus nog een andere nederlaag.  Zijn mededogen met Judas Iskarioth belet niet dat deze, door wroeging bewogen, de dertig zilverlingen naar de hogepriesters en ouderlingen brengt maar er niet in slaagt hen af te brengen van hun moordplan.  Zijn reactie is er een van wanhoop: hij smijt de zilverlingen in de tempel, loopt weg en pleegt zelfmoord.  Met het geld wordt een stuk land aangekocht om vreemdelingen te begraven: hakeldama of  ‘de bloedakker’.  Een treurig einde voor een van de nauwe vrienden van Jezus.  Voor zover Jezus er op dat ogenblik een aanvoelen van heeft gehad, kan het alleen het gevoel van mislukking maar vergroot hebben.

   INHOUDSOVERZICHT           NAAR TOP  


4  Het Romeinse proces  (De zwakke rechter - de geseling)

De zwakke rechter

Ook voor Pilatus vallen de beschuldigingen maar mager uit.  Zelfs als Jezus toegeeft Koning der joden te zijn, zegt Pilatus aan de hogepriesters en de volksmenigte dat hij geen schuld vindt in Jezus.  Maar allee, roepen ze hem toe, “vanuit Galilea is hij ook hier onrust komen stoken”.Dat nieuws kwam Pilatus goed uit.  Herodes, die verantwoordelijk was voor Galilea, verbleef namelijk juist in Jeruzalem en daarom laat Pilatus Jezus daarheen brengen.  Herodes is content van Jezus eens te zien.  Maar Jezus antwoordt op geen enkel van zijn vragen.  “De hogepriesters en de schriftgeleerden stonden er bij en putten zich uit in beschuldigingen tegen Hem”.  Samen met zijn soldaten bespot Herodes Jezus en met een schitterend gewaad om zijn schouders, zendt hij Hem terug naar Pilatus.  Lucas voegt er nog aan toe (Luc. 23,12) dat op diezelfde dag Herodes en Pilatus elkaars vrienden werden; tevoren leefde zij namelijk in onderlinge vijandschap.Het eigenlijke proces voor Pilatus kunnen we relatief kort samenvatten aan de hand van het Lucasevangelie.  Na de onderbreking bij Herodes “riep Pilatus de hogepriesters, de overheidspersonen en het volk bijeen  en zei tot hen: ' Gij hebt deze man voor mij gebracht als iemand die het volk tot opstand aanzet; welnu: ik heb Hem in uw bijzijn verhoord maar ik heb in deze man niets kunnen ontdekken van al datgene waar gij Hem van beschuldigt.  Herodes evenmin, want hij heeft Hem naar ons teruggezonden. Het is duidelijk, dat Hij niets heeft bedreven wat de doodstraf zou rechtvaardigen.  Ik zal Hem daarom een tuchtiging laten toedienen en dan vrijlaten. '  Ze begonnen allen tegelijk te schreeuwen:  ' Weg met Hem! Laat ons Barabbas vrij’” (Luc. 23,13-18).  Pilatus biedt nog even weerwerk, maar hun geschreeuw gaf de doorslag.  Hij besliste dat zou gebeuren wat zij eisten; hij liet de man die zij opvorderden los, al zat hij wegens oproer en moord in de gevangenis, maar Jezus leverde hij over aan hun willekeur (v.24-25).De romein, die niet al te zacht omsprong met de Joden als ze wat moeilijkheden maakten, hij zwicht hier voor geroep en geschreeuw van een door de hogepriesters en volksleiders opgezweepte menigte.   Hij wast zijn handen in onschuld.  Hij wou de dood niet van deze man, een ongevaarlijke dweper volgens hem, maar hij ging zich voor deze man ook niet al te zeer compromitteren. 

Verraden, overgeleverd, verloochend en door zijn vrienden in de steek gelaten, uitgestoten en gebrandmerkt door de leiders van zijn volk, gedagvaard bij de hoge raad en ter dood veroordeeld; maar ook bij de bezettende of uiteindelijk beslissende overheid vindt Jezus geen steun.  Pilatus laat hem vallen om zijn eigen huid te redden.  Het Romeinse recht, zo hoog geprezen om zijn vaak heel wijze beginselen, wordt hier omgebogen uit zwakheid en eigenbelang.

De geseling

Jezus was tussendoor in de handen gevallen van wat Syrische huurlingen die die Joodse koning eens terdege hebben toegetakeld, zodanig dat Hij nog nauwelijks staande kan blijven: hij is zwaar gegeseld over heel zijn lichaam - dat reeds overgevoelig was door de doodsstrijd -  en met een doornenkroon is ook zijn hoofd ernstig toegetakeld.  Pilatus dacht nog even daarmee het medelijden van de menigte op te wekken, maar het haalde niets uit.

5  De kruisweg

Na de definitieve uitspraak trekt men Jezus weer zijn kleren aan en voert Hem weg naar de plaats van terechtstelling, net binnen of net buiten de stadsmuur.

Onderweg komen toch een paar menselijke details heel deze onmenselijke behandeling enigszins verzachten.  Simon van Cyrene en de wenende vrouwen.  De figuur van Veronika, die we bij onze kruiswegdevotie aantreffen, heeft waarschijnlijk nooit bestaan.  Vera - ikon betekent: ware afbeelding, authentieke afbeelding van Jezus’ gelaat. Het is wel treffend hoe het beknopte Markusevangelie spreekt over Simon, een sterke boer, afkomstig uit Cyrene, die daar juist van zijn veld kwam en misschien tussen de toeschouwers had plaats genomen.  “Zij vorderden een voorbijganger die van het veld kwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, tot het dragen van het kruis” (Mk 15,21).  Ik noem dit treffend omdat twee zonen van Simon blijkbaar tot de bekenden van Markus en de eerste christengemeenschap gerekend worden en er waarschijnlijk ook toe behoorden.  Simon van Cyrene was misschien zelfs geen gelovige Jood aangezien hij zijn kinderen heidense namen had gegeven.  Dat ze later christenen worden maakt van het dragen van Jezus’ kruis in feite een genadevol gebeuren voor het gezin van Simon.Aan een veroordeelde mocht je geen sympathie betuigen.  Maar er bestond een genootschap van liefdadige vrouwen, “chaburat ir”, die geschenken gaven bij besnijdenissen, verlovingen en huwelijken.  Ze deelden ook geld uit en weeklaagden wanneer arme gezinnen door de dood werden bezocht.  Wellicht konden ze de miserie van Jezus niet aan en, nadat één haar tranen niet kon bedwingen, begonnen ze allemaal te wenen[1].

   INHOUDSOVERZICHT           NAAR TOP  


6  Golgotha

Tussen misdadigers en vijanden

Ze komen aan de plaats Golgotha, de schedelplaats, een kale rots net buiten of net binnen de stadswal.  Men ontdoet Jezus van zijn kleren en kruisigt Hem.  Links en rechts van hem worden twee misdadigers gekruisigd.  Markus noteert: “Zo ging in vervulling dit Schriftwoord: Hij is onder de booswichten gerekend” (Mk.15,28).  Bij de profeet Jesaja staat immers te lezen over de Dienaar van God, de Ebed Jahwe : “Toch is hij uit het land der levenden weggerukt, geslagen om de weerspannigheid van mijn volk.  Men gaf hem een graf bij de boosdoeners, en bij de rijken een laatste rustplaats, hoewel hij geen onrecht heeft begaan en er in zijn mond geen bedrog is geweest.  Maar het heeft Jahwe behaagd hem ziek te maken en te breken. Waarlijk, als een zoenoffer gaf hij zijn leven” (Jes 53,8-10).  In ieder geval is het in de beleving van Jezus opnieuw die schok dat hij in de ogen van de mensen niets beter is dan die twee misdadigers die met hem gekruisigd worden.De verlatenheid en uitzichtloosheid worden vervolledigd door een paar korte beschrijvingen:

De soldaten die zijn kleren verdelen onder elkaar en dobbelen om zijn kleed dat uit een stuk was geweven; misschien nog het werk van zijn moeder.

Dan zijn er de voorbijgangers die het hoofd schudden en Jezus toeroepen: “Gij daar, die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, kom van dat kruis af en red Uzelf” (Mk 15,29).  Het zijn misschien zelfs uitroepen van mensen die een tijdlang in Jezus hebben geloofd, maar die nu zwaar in Hem ontgoocheld zijn; hun profeet, hun Messias blijkt een machteloze bluffer te zijn die hier op schandelijke manier aan zijn einde komt.  Van zo iemand keer je je best zo vlug mogelijk af, voor het te laat is.En dan is er nog een groep die zich in de handen wrijft: “De hogepriesters en schriftgeleerden zeiden spottend onder elkaar: ‘Anderen heeft Hij gered - dat geven ze hier openlijk toe - maar zichzelf kan Hij niet redden.  Die Messias, die koning van Israël, laat Hem nu van het kruis afkomen; dan zullen we zien en geloven!’  In het Mattheüsevangelie wordt er verwezen naar he feit dat Jezus zich de Zoon van God had genoemd.Tenslotte nog als laatsten: “Zelfs die samen met Hem gekruisigd waren voegden Hem beschimpingen toe” (Mk 15,32).

Vrome toetsen op het schilderij

Lucas, de vrome, de menslievende arts, legt Jezus nog een gebed om vergeving voor zijn beulen in de mond en een woord tot de ‘goede moordenaar’.  Een gebed om vergeving : “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”.  (Luc. 23,34).  Dan volgt nog een kort gesprek, want als de ene misdadiger Jezus hoont: “Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons'” wordt hij door de andere afgestraft:  ' Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat?  En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.' Daarop zei hij: 'Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt '.  En Jezus sprak tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs” (Luc 23,39-43).  Deze laatste woordenwisseling kan je zo verstaan dat zelfs die moordenaar had ingezien dat Jezus geen kwaad had gedaan.  Anderzijds is het misschien maar een bedenkelijk iets als enkel een moordenaar je voorgoed houdt, als je enkel in die kring gewaardeerd wordt en dààr je advocaat, je voorspreker moet gaan zoeken.In het Johannesevangelie wordt een mooi, bijna liturgisch tafereel geschilderd met aan de ene kant de rovers, de soldaten, de menigte en de hogepriesters en schriftgeleerden en aan de andere kant Maria, Jezus moeder, Maria, samen met de leerling die Jezus liefhad, de vrouw van Klopas en Maria Magdalena.  Daar komt dan ook de episode waar Jezus zijn moeder aan de leerling toevertrouwt en de leerling verwijst naar Maria, als zijn moeder.  We horen dan nog de woorden van Jezus: “Ik heb dorst” en tenslotte: “Het is volbracht”. Het einde

Bij Mattheüs staan de woorden dat omstreeks het negende uur Jezus met luide stem uitroept: “'Eli, Eli, lema sabaktani? dat wil zeggen: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?'  Enkelen van de omstanders die het hoorden, zeiden: 'Hij roept om Elia!'  Onmiddellijk daarop ging een van hen een spons halen, stak ze op een rietstok en bood Hem te drinken.  Maar de anderen zeiden: 'Laat dat! Wij willen eens zien of Elia Hem komt redden.' Jezus slaakte andermaal een luide kreet en gaf de geest (Mt 27,46-49).“Aangezien het voorbereidingsdag was (voor het Paasfeest) en de Joden niet wilden dat de lichamen op sabbat aan het kruis bleven - het was bovendien een grote sabbat - vroegen zij aan Pilatus verlof de benen van de gekruisigden te breken en hen weg te nemen.  Daarom kwamen de soldaten en sloegen zowel bij de ene als bij de andere die met Hem was gekruisigd, de benen stuk.  Toen zij echter bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, sloegen zij Hem de benen niet stuk,  maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans; terstond kwam er bloed en water uit” (Joh. 19,31-34).Jozef van Arimatea krijgt van Pilatus de toelating om Jezus lichaam van het kruis te halen.  Hij begraaft Jezus in een graf dat in de rots was uitgehouden en men rolde er een zware steen voor.

Epiloog

Dit is het einde van het Lijdensverhaal.  Het is ook het einde van deze sessie over Jezus’ verlatenheid. In het verleden hebben veel christenen dit verhaal tot hun hart laten spreken.  Het was voor hen een indringende illustratie van Gods liefde tot het uiterste voor de mensheid.  Het woord uit het Johannesevangelie en de eerste brief van Johannes “Zozeer heeft God de wereld liefgehad” kon geen duidelijker uitdrukking krijgen.Het beschouwen van het kruisbeeld, of van de lijdensmysteries zal voor ieder christen een aangewezen weg zijn tot groei in geloof in Gods liefde, groei in wederliefde, groei in navolging, groei in consequent christelijk leven. 

De zon die hier is afgebeeld (diapositief) kan je zien als een zonsondergang over Jezus’ leven.  In het licht van wat we volgende week zullen bespreken mag het ook een zonsopgang zijn en een lofzang op Gods eeuwige trouw. Inhoudsoverzicht

   INHOUDSOVERZICHT           NAAR TOP  


ANTWOORDEN (van 2 deelgroepen op dond. + vrijdag 14/15 maart 2002) 

BIJ DE VRAGEN:

1 Welk soort lijden, gemis of verlies valt mensen het zwaarst?

GROEP A

- Depressie

- in de steek gelaten worden door mensen op wie je vertrouwde

- ouders die een kind verliezen

- psychisch ziek zijn, waan, hallucinaties.

- gemis van lotgenoten in het lijden; geen luisterend oor, geen begrijpende mensen om je heen

- geen zin meer zien in het leven en zo tot zelfmoord komen.  Wanhoop

- gemis aan liefde

- je kinderen aan drugs;

- dreiging van een drugverslaafd kind met zelfmoord

- werk verliezen; zaak verliezen, veestapel moeten uitroeien

- het plotse besef dat je alleen staat of met lijden geconfronteerd wordt

- mensen die gekwetst werden door medemensen

- pesterijen op school

GROEP B

- een kind verliezen

- je eigen gemis… dàt is altijd het zwaarst;nadien zie je wel dat er nog groter verdriet is.

- soms lijden mensen zwaar onder een bagatel, daar gaan ze op kapot

- als je een relatie met God behouden kunt, schijnt er nog licht

- bejaarde die zijn kennissenkring kwijt is, nu dementerend, maar niet aanhoudend en waar niemand meer bij komt: “Men komt hier niet meer omdat ik ze niet allemaal meer op een rij heb”, nl. op goede momenten realiseren die mensen zich dat.  Ook het alleen sterven van die mensen

- kinderen die niet meer op bezoek komen, of die gewoon een cadeau of bloemen laten bezorgen maar er zelf geen moeite meer voor doen om te komen.

- niet het snijden maar het afgesneden zijn, zegt een dichteres (Gazales?)

- niet aanhoord worden, luisteren brengt immer niets op

- kinderen die moeten leven in een thuis waar geen vrede is, of waar man en vrouw uiteen zijn

- als men vals beschuldigd werd

- zijn werk verliezen

- zonder geloof sta je vaak voor een muur; vanuit je geloof kan je gemakkelijker iets loslaten (mensen, zaken, gezondheid…)

- vertrouwen dat bedrogen werd, weggestoken worden, verlaten zijn…2 Als het jouw lijdensverhaal was geweest, op welk moment zou jij je het meest verlaten hebben gevoeld?GROEP A

- verloochening door Petrus; hij zou immers voor Jezus door het vuur gegaan zijn ‘Heer, naar wie zouden wij gaan…”

- Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten?  Hij had zijn vertrouwen volledig op de Vader gesteld.  Verlatenheid door God zelf.

- de doodsstrijd als geestelijk lijden.  De verlatenheid in de dood (smekende blik van stervende vader)

- kus van de verrader, nl. van een vriendGROEP B

- mijn God, min God, waarom heb Je Mij verlaten

- zin van het leven kwijt zijn

- dat zijn boodschap niet aansloeg ‘de duisternis nam het niet aan’

- Hof van Olijven, doodsstrijd

- de eerste ervaring van alleen te staan… De rest is het vervolg en het geloof kan dan nog een houvast zijn

- durven we die strijd nog wel aan?  Soms moet je een hele tijd durven strijden, niet vluchten in weemoedigheid…  We komen er niet door omdat we het niet echt ‘afgeven’ (cfr Viktor Frankl)3 Omwille van welke redenen (oorzaken) wordt Jezus door zijn vrienden in de steek gelaten?  Hoe groeit zoiets?  Wat is de diepste reden? 

GROEP A

- meewillen zijn met de massa

- schrik omdat ze niet opkonden tegen de rest, anders waren ze er misschien ook aan

- ontgoocheling, moedeloosheid

- slaap, vermoeidheid

- hebzucht (Judas)

- egoïsme, eerst aan jezelf denken

- twijfel nl. Jezus was in hun ogen van zijn voetstuk gevallen

GROEP B

- schrik, angst (Petrus)

- geen geloof

- ontgoocheling

- die ontgoocheling is gegroeid vanuit een soort onvoldaanheid, cfr later na de veriujzeni: ‘Ga je nu het Koninkrijk herstellen?’

- verschil tussen Petrus en Johannes bij verrijzenis: Johannes, zag en geloofde4 Welke zouden de voornaamste redenen zijn waarvoor mensen hier in het Westen God in de steek laten?  Kan je je daartegen wapenen?  Hoe?

GROEP A

- welvaart, alles kunnen hebben

- een nieuwe cultuur

- egoïsme

- zelfvoldaanheid, gemakzucht, we hebben alles

- rede die alles kan verklaren; enkel het zichtbare is werkelijkheid

- we hebben God niet meer nodig

- geen zin meer zien en zo in zware depressie komen

- de waarde van het geestelijke niet meer zien

- de politiek en de media hebben God dood verklaard en geloof belachelijk en uit de tijd verklaard

- contact met andere culturen en je daar voldaan voelen.

- sommigen verklaren dat ze volkomen gelukkig zijn zonder God (je moet wel het leven zien op enige afstand en over een bepaalde periode, nl hoe spreken ze dàn?)

- oppervlakkigheid

HOE ONS WAPENEN?

- onthechting kan een wapen zijn, je niet vastklampen, maar eerder in God opgaan; ondertussen toch blij zijn met wat Hij geeft, maar het over- of afgeven als het het moment is van loslaten.

- gebed kan de relatie met God sterk maken

- standvastig zijn, o.m. door de eucharistie trouw te zijn

- samenkomen met christenen, zoals deze avond

- kleine kernen van hoop werken aanstekelijk

- standvastigheid wordt gewaardeerd

- praten over het contact met God (getuigen)

- vroeger was er veel armoede maar er was ook veel geloofssamenkomen

- ook de lofprijzing kan onze relatie met god sterk maken

- van God houden om echt van mensen te houden, en omgekeerd

GROEP B

- ze hebben God niet meer nodig, leven in een welvaartsstaat

- ik  kan het zelf aan

- we zijn te rijk, hebben te veel comfort

- anderzijds loopt men naar kwakzalvers, waarzeggers…

- individualisme

- realisme (maar anderzijds blijven er veel onzekerheden, de wetenschap legt niet alles uit

- er zijn vooral velen die niet pratikeren, nl. niet naar de kerk komen.  Er moet misschien opnieuw een sociaal weefsel gecreëerd worden

- geestelijke luiheid

- veel tegenwind in het westen

- New-age waarin je jezelf moet verlossen, want ‘eigen schuld, dikke bult’

- het geloof staat niet ver bij de mensen, ze kunnen er niet veel van verliezen want ze hebben het omzeggens nooit echt gehad; iemand in de steek laten die je niet ken, onwetendheid omtrent God…5 Welke indruk maken op u de woorden van Jezus: “Herinnert u wat Ik gezegd heb: een dienaar staat niet boven zijn heer. Als ze Mij vervolgd hebben, zullen ze ook u vervolgen” (Joh.15,20)? “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden” (Mt.16,25)?  Is dit geen reden om bijtijds onze kar te keren? GROEP A

- de eerste reactie is: dat kàn niet, dat màg niet.  Daarna vraag je om kracht en ga je doorlang bij de Heer te zijn en met zijn woord op weg te gaan kracht vinden

- ‘onverdiende slagen’.  Juist bij vervolging en beproeving moeten we met die woorden (van het lijdensverhaal) bij de Heer gaan zitten.GROEP B

- je kan door een crisis gaan en er sterker doorheen komen, bv. door lectuur, door in een bevestigende groep te komen zodat je nog sterker gaat geloven.

‘Ik zal u de Geest zenden’, ‘Ik blijf met u tot het einde der tijden’.  De hulp van de Heer is er ook.  ‘Je hoeft niet voor je eigen verdediging te zorgen’

- Leven verliezen: de vraag is dan: waar zit ik nog aan vast waardoor ik het echte leven voorbijloop (teveel opgaan in mijn werk…)  Ik moet groeien naar juiste verhoudingen in mijn leven ivm mijn werk, geloofsbeleving… 

   INHOUDSOVERZICHT           NAAR TOP