GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

   NAAR INHOUDSOVERZICHT       

CARDIJN GOES INTERNATIONAL

Een kleine terugblik en een droom

Ben Van Vossel

  

Kardinaal Jozef Cardijn stichter van de “Katholieke ArbeidersJeugd” (K.A.J.) was een man van grote ideeën, weidse gebaren, grote getallen (soms nogal overdreven in het vuur van het betoog) en van concrete situaties, die jonge arbeiders uitnodigde om vanuit een grote visie (jullie zijn kinderen van God, waardevol in zijn ogen) hun lot en de toekomst van hun lotgenoten in eigen hand te nemen. Vanuit een klare visie, een scherpe beoordeling van de situaties, werken aan concrete verwezenlijking: zien – oordelen – handelen.   

Het was wel klein begonnen: zijn gerichtheid op en interesse voor de werkende volksklasse kon hij reeds volop uitleven als onderpastoor te Laken, een wel drukke, levendige parochie; met de neus gedrukt worden op een hoop wantoestanden waarvan de jonge arbeid(st)ers de dupe waren. Hij ging de arbeiders opzoeken, liep tegenstroom als ze naar hun werk trokken en had korte gesprekken. Klein begonnen, ja, maar het werd een wereldbeweging, jonge arbeiders die zelf thuis waren in de arbeidsplaatsen en daar iets van menselijkheid, menswaardigheid en christelijke geest konden brengen en beleven. Het wondere is dat die levendige onderpastoor en later stichter van die internationale beweging van jonge arbeiders ook in goede relatie stond met de verschillende pausen. Pius XII, Johannes XXIII en Paulus VI (kardinaal Montini, lang voordat hij paus werd). Cardijn was in de wolken bij het verschijnen van Populorum Progressio (26 maart 1967!). Het was dan ook een belangrijke encycliek die duidelijk liet uitschijnen dat de Kerk, tot in haar hoogste geledingen, echt geïnteresseerd was in het wel en wee van de wereld en van de arme volkeren op de weg van de (economische, kulturele en sociale) ontwikkeling. Zo belangrijk is deze encycliek dat de Nederlandse bisschoppen hem voor hun vastenbrief (van 2007) nadrukkelijk en uitgebreid ter sprake brachten.

  

Cardijn was in de wolken, ja, maar dat wil niet zeggen dat hij de trappers kwijtraakte. Zijn realistische blik deed hem reeds lezen over de tekst heen. En hij richt dan aan de paus ook een korte bedenking:

“Eens dat het onderricht van de encycliek gekend zal zijn, stelt zich een vraag – misschien de allerbelangrijkste – die me voortdurend voor de geest komt. Deze vraag heeft twee aspecten die nauw met elkaar verbonden zijn: 1 Hoe gaat men de arbeiders (in het bijzonder de jonge arbeiders) inlichten, vormen en geestdriftig maken met het oog op de zending tot ontwikkeling die hun eigen is: het probleem van de solidaire ontwikkeling van alle mensen, van alle volkeren en van de hele mensheid zoeken, ontdekken en oplossen?

2 Wie moet deze voorbereiding, deze vorming verdelen met het oog op een engagement in de integrale ontwikkeling, tenzij de geestelijkheid? En hoe moet die op haar beurt voorbereid worden, en wel zodanig dat zij de arbeiders, zoals de encycliek het zegt, daadwerkelijk kan helpen om zelf het voornaamste deel op zich te nemen van de verantwoordelijkheid van hun ontwikkeling?...” De schrijvers van het boek ‘Cardijn’ wijzen in onderstaande notitie op de praktische zin van Cardijn en tevens op de waardering die Paulus VI voor hem en zijn inzichten had: “De stichter van KAJ ontwikkelt eens te meer de vereisten van een in het concrete leven verankerd apostolaat en wenst dat in de Kerk een meer inductieve theologie zou worden ontwikkeld, gevoed door het contact met de waarden van het dagdagelijkse leven. Hij treedt in detail en gaat er zelfs toe over aan de paus zijn waardering te geven omtrent een tijdschriftartikel dat het onderwerp positief behandelt; en Paulus VI verzekert, met een vertrouwvolle eenvoud, dat hij er nog diezelfde avond kennis van zal nemen.

   NAAR INHOUDSOVERZICHT           NAAR THUISPAGINA