GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

A+M


“MET IJVER OP  WEG”

GEMEENSCHAPSDAGEN GOED BELEVEN

Maria-Kefasgemeenschap

Gemeenschapsdag 5 mei 2002

 

Zussen en broers,


Een bezinning om met ijver op weg te gaan met de geboden vorming

Een bezinning rond het goed beleven van de Gemeenschapsdagen


Laat uw ijver niet verflauwen, weest vurig van geest, dient de Heer (Rom.12,11)

In de brieven van Paulus komt het woordje ijver nogal eens voor.

2KOR.9,2 Uw bereidwilligheid is mij bekend. Ik poch op u bij de Macedoniër: `Achaia staat al sinds verleden jaar gereed.' En uw ijver heeft de anderen aangestoken.

GAL.4,18 Het is mooi altijd met heilige ijver omringd te worden, maar dan ook altijd en niet enkel als ik bij u ben.

EF.6,14 Staat dan, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het harnas der gerechtigheid, EF.6,15 de voeten geschoeid met ijver voor het evangelie van de vrede

TITUS : onze grote God en Heiland Christus Jezus. TIT.2,14 Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde, vol ijver voor alle goeds.


Die ijver, zussen en broers, is een uitvloeisel van onze keuze voor de Heer en ons ingaan op onze roeping tot deze christelijke Gemeenschap. We zijn niet in deze Gemeenschap gekomen om een halve christen te worden of om maar half in te gaan op onze engagementen en op de uitnodigingen die de Heer tot ons richt.

Met vreugde mogen we vaststellen dat de Gemeenschap, juist door de ijver van de zussen en broers, op die tweeëntwintig jaar van haar bestaan, ook echt vruchtbaar is geweest.  Ik ben zeker dat de Heer tevreden is over deze Gemeenschap, hoe klein ze ook is en hoe beperkt onze krachten ook zijn.


Ermee doorgaan

Gaan we dan op onze lauweren rusten?  Helemaal niet!  Het werk gaat verder.  Het is een werk van persoonlijke heiliging, een werk van gezamenlijke heiliging en een werk van heiliging van de wereld.

Deze drie staan niet los van elkaar, het een vloeit in het ander over en er is wederzijdse beïnvloeding.

In dit onderricht wil ik het hebben over de noodzaak elkaar tot steun te zijn in die drie taken.

Als ik het heb over persoonlijke heiliging, dan betekent dit dat ieder van ons zich daar inderdaad op gaat toeleggen.  Maar die persoonlijke heiliging wordt ook beïnvloed door het gebed, het woord en het gedrag van de zussen en broers.  Zo merk je reeds dat de gezamenlijke heiliging ook het werk wordt van persoonlijke heiliging.  En hoe heiliger, hoe meer van God de personen zijn en de Gemeenschap, des te sterker zal de positieve beïnvloeding zijn van heel de Kerk en des te sterker de Evangeliserende invloed.

Hoe sterker we evangeliseren – voor zover het echt in dienst gebeurt van de Heer, voor zover het de bedoeling heeft mensen echt tot de Heer te brengen – des te sterker zullen wijzelf gemotiveerd worden om ons te heilige en des te sterker zal de Gemeenschap ook verbonden worden met de Heer.

Wat ik dus ook zeg hierna, het zijn slechts een paar  concrete punten, zie het telkens als belangrijk voor die verschillende vlakken van heiliging, van doorbraak van het Koninkrijk van Jezus.


Persoonlijke gebedstijd

Een belangrijk punt blijft onze persoonlijke gebedstijd.  Het is en blijft punt nummer 1 voor onze persoonlijke heiliging, maar met zijn weerslag op die andere vlakken.  Met grote trouw, met grote ijver moeten wij er ons op toeleggen en profiteren van onze geestelijke lectuur, maar ook van de getuigenissen van zussen broers en van de retraite van o.m. pater Carlos Noyen aan de hand van de figuur van de heilige Teresa van Avila.  Het al of niet trouw zijn aan de gebedstijd, het al of niet erin slagen om te bidden blijft een belangrijk punt voor de persoonlijke begeleiding.

Bij die persoonlijke gebedstijd zou ook mogen behoren het gebed voor de Gemeenschap en zelfs voor elke broer en zus.  Als je een lijstje bij je hebt van alle namen – zo veel zijn het er nu ook niet – dan zijn ze vlug even onder aandacht gebracht van de Heer.  Het is de beste evangelisatie van je broers en zussen enje sterkste medewerking aan hun heiliging.


Gemeenschapsdagen

Een ander punt is de deelname aan de Gemeenschapsdagen.  Je moet daar de rijkdom van zien in de verscheidene zal die er plaats vinden.  Het onthaal.  De lofprijzing.  Het onderricht.  De aanbidding.  De diensten.  Het delen en getuigen.  De gezamenlijke Eucharistieviering.  Het afscheid en de opruim.

Ik ga deze punten even naar voor laten komen met bepaalde verwijzingen naar andere eigenschappen van het gemeenschapsleven, zoals de leefgroep.  Hopelijk erken je met mij de goede dingen en de zaken die wat mankeren of scheeflopen en kunnen we er iets mee doen.


1 De geest waarin we samenkomen

Het eerste en voornaamste punt van de Gemeenschapsdag is trouwens het geloof en het bewustzijn dat we samenkomen rond de Heer.  Laten we onszelf helpen om op Hem gericht te blijven.


2 Het onthaal.  Het is plezierig goed onthaald te worden.  Dat hoeft echt niet kunstmatig te zijn of telkens met een glas champagne, het moet gewoon vanuit de Heer te gebeuren en vanuit het inzicht wat een groot geschenk de Gemeenschap en de afzonderlijke broers en zussen zijn, opdat we onze roeping als christen binnen een christelijk milieu kunnen beleven.

Bij dat onthaal moeten we onszelf wat helpen om aandacht te hebben voor hen die blijkbaar geen of onvoldoende aandacht kregen.  Vooral letten we op de jongeren, de kinderen en de mensen die misschien een of andere moeilijke periode doormaken.  Zussen en broers, onthaal met het hart van de Heer.


3 De lofprijzing.  We zijn een charismatische Gemeenschap en hebben ondermeer de zending om de lofprijzing hoog in het vaandel te voeren en te pratikeren binnen de grote kerkgemeenschap.  Bereid je voor op die lofprijzing door ze in praktijk te brengen in je persoonlijk leven.  Anders wordt het vaak een hele stap voor jou.  Breng ook je charismen in in die gezamenlijke lofprijzing: doe volop mee in de lofprijzing, de lofzang, de tongenzang; onthaal een woord uit de Schrift, een profetisch woord, een woord van kennis.  Stel je er voor open en breng het gewoon. Als je een beeld krijgt, een woord van aansporing of vermaning, een woord van zending, laat het horen.

Doe ook mee in de intercessie en heb daarbij op de eerste plaats aandacht voor de noden van de Kerkgemeenschap en de evangelisatietaken van de Gemeenschap.


4 Het onderricht.  We krijgen omzeggens telkens een onderricht.  In de meeste onderrichtingen worden wel zinnige zaken  meegedeeld.  Het is de moeite waard om dan minstens onze oren open te houden.  Maar wellicht konden we een en ander noteren.  Maar dan niet om dat notitieboek dan goed weg te bergen tot de volgende Gemeenschapsdag.  Noteer je niet graag, dan kan je aan Jean-Pierre nog altijd vragen om een kopij van het onderricht; hij geeft die weg voor een schappelijk prijsje.  We zijn hem dankbaar voor die dienst.

De leefgroepen zijn bedoeld om de Gemeenschap concreet te maken, daarom zijn ze ook zo klein, opdat iedereen aan bod zou kunnen komen.  Maar concreet ook in deze zin dat we wat willen verteren wat we in de ruimere Gemeenschap kregen of meemaakten.  De charismen worden er ingeoefend en in praktijk gebracht, maar we zouden ook graag hebben dat de onderrichtingen nadrukkelijker aan bod zouden komen en dat er expliciet zou rond gedeeld worden.  Wat was de inhoud van het onderricht, wat heeft me getroffen, waar ben ik mee op weg gegaan?  Voor wat de inhoud betreft kan de leefgroepleider of iemand die hij op voorhand aanspreekt die inhoud even naar voor halen.


5 De aanbidding

Zussen en broers, de aanbiddingtijd, meestal na het onderricht, kunnen we natuurlijk goed aanwenden als tijd tot verwerking.  Maar het is goed dat we daarbij toch eerst naar de Heer kijken, Hem aanbidden en dan kunnen wij vragen: “Heer, spreek gij nu tot mijn hart, breng tot mijn hart de woorden, de inzichten, het licht, de raad, de vermaning die gij vanuit het onderricht tot mij wil laten komen”.

Je kan ook inzichten die je vanuit het onderricht kreeg naar de Heer brengen en Hem vragen dat Hij je de beslissingen zou laten nemen die Hij van jou verlangt.  En Hem dan bidden om kracht.  Hem danken ook voor die inzichten en beslissingen.


6 De diensten.  

We hebben een aantal vaste diensten op de Gemeenschapsdagen.  Af en toe krijgen we de vraag tot vervanging of om - soms bijna zonder veel voorbereiding – iemand te vervangen in een of andere dienst.

De gezindheid van waaruit we diensten aanvaarden en vervullen moet diep gefundeerd zijn want anders is het niet zo erg vruchtbaar en zul je misschien ook weinig bezieling erin kunnen leggen en dan ook weinig vreugde en uitstraling kunnen doorgeven.

Die dienst kan best wat beantwoorden aan onze capaciteiten, natuurlijk.

Maar bij het op ons nemen van een dienst moeten wij opkijken naar Jezus, de Dienaar Gods, die zichzelf ook tot onze dienaar heeft gemaakt en zichzelf totaal heeft ingezet voor ons geluk. Ik ben tussen u als Degene die dient zei Hij tot zijn vrienden, na de voetwassing.  Wij kunnen ons ook inspireren aan eht voorbeeld van Maria, die zichzelf totaal in dienst stelde van het plan van God:  “Zie het dienstmeisje van de Heer”.

Daarom zongen in Paray-le-Monial de mensen die tafeldienst hadden steeds het Magnificat, alvorens ze met het uitdelen van de maaltijden begonnen: “De engel heeft Goed Nieuws gebracht…  en de woorden van Maria: ‘Zijn plan van liefde geschied’ aan mij, ik wil enkel zijn dienstmaagd zijn’.

Ik herinner jullie ook aan de tekst waarmee we dit onderricht begonnen : “ Laat uw ijver niet verflauwen, weest vurig van geest, dient de Heer” (Rom. 12,11).

Paulus heeft trouwens nog een sterk woord tot de slaven en dienaars: “weest uw aardse meesters gehoorzaam met eerbied en in eenvoud des harten, als gold uw onderdanigheid Christus zelf, 6 niet als ogendienaars om mensen te behagen, maar als knechten van Christus, die Gods wil van harte volbrengen. 7 Dient welgemoed in de mensen de Heer, 8 wetend dat ieder, hij moge slaaf zijn of vrije, het goede dat hij gedaan heeft, van de Heer zal terugontvangen” (Ef. 6,5-8)

Deze manier van een dienst vervullen is ook een genade die we van de Heer moeten afsmeken.

Zonder de gezindheid van ware dienstbaarheid is de christelijke gemeenschap niet mogelijk.


7 Het delen en getuigen

Vaak is er tijd waarop we delen en waarop we kunnen getuigen naar zussen en broers.  Het delen moeten we ernstig opvatten.  Het groeit eigenlijk vanuit ons persoonlijk op weg zijn met de Heer.  Anders is het iets dat we zo vlug uit onze mauw schudden, maar dat we even vlug vergeten en dat in feite van niet zo diep kwam.  Het zal dan ook niet veel vrucht dragen, tenzij de Heer het toch wilde gebruiken.  Ons woordboekje, waarin we de woorden noteren die ons sterk troffen is een goed werkinstrument om even op te diepen bij het delen.  Gaat het om het delen rond het onderricht, dan mag het gebed tot de heilige Geest bij de aanvang, niet verworden tot een formalistisch gebeuren, maar het moet oprecht zijn opdat de geest die tijd van delen echt zou gebruiken tot wederzijdse opbouw van allen en dus van de Gemeenschap.

Dit delen is ook verwant met het getuigen.  ‘Getuigen’ is, zoals we vroeger leerden in principe ‘kkk’: kort, krachtig, kristologisch.  Met dat laatste woord bedoelden we dn dat het tot Gods eer moet zijn, en niet onszelf in de kijker moet plaatsen.


8 De gezamenlijke Eucharistieviering.  

Nar de Eucharistie leven we wat toe.  Wij gaan dan niet vlug nog van alles regelen, alle afspraken die nog moeten bekeken worden.  Het is goed dat we ons wat concentreren op het gebeuren dat we zo dadelijk gaan vieren.  Een grote genade dat we dat ‘als gemeenschap’ mogen doen.  Ons verootmoedigen voor God, een stap naar bekering en bidden om vergeving.  De lofprijzing.  Het bidden om geestelijke groei, groei naar heiligheid, naar grotere toewijding aan God.  En dan met open oren en open hart luisteren naar het Woord van God en de verkondiging.  Ons geloof uitspreken met ons hart en met het verlangen ervan te kunnen getuigen.  Bidden voor de noden van kerk en wereld…  Brood en wijn en onszelf, onze gaven en talenten, onze armoede en zwakheid, ons werk en ons rusten aanbieden aan God.  “Vader, laat het waarde hebben voor U, zegen het.  Zie het in vereniging met het offer van uw Zoon.  Laat het vruchtbaar zijn voor het heil van de wereld”.  Het grote dankgebed met de aanroeping van de Geest en het instellingsverhaal.  Jezus aanbieden aan de Vader: in Hem hebben wij alle genade en alle toekomst.  Wij en allen.  We bidden het gebed van de Heer, wensen elkaar vrede toe en mogen de Heer onthalen…  Grootse momenten.  Wij ontvangen Gods zegen en voelen ons gezonden om over zijn Liefde te gaan getuigen.


9 Het afscheid en de opruim

Het einde van de gemeenschapdag betekent afscheid nemen.  Laten wij echt afscheid nemen in de Heer.  De belofte van voor elkaar te bidden, voor de evangelisatieacties waarbij ieder betrokken is, minsten door ons gebed.  

En tenslotte verrichten wij de opruim naar behoren.  Wij mogen zelfs iets ruimer kijken dan de opdracht van onze eigen leefgroep.  Er blijft vaak nog wel het een en ander nadrijven.  Misschien een vergeetachtige zus of broer vragen of dit hem of haar niet toebehoort…

Al wat ik hier zo zeg kunnen we puur menselijk opnemen, maar het heeft alles samen een belangrijke functie in het goed laten functioneren van de gemeenschap, zodat ieder zich er goed bij voelt.  Het is ook belangrijk vanuit een diepgeestelijk standpunt om samen te bouwen aan de Jezusgemeenschap en ze voor te bereiden op de taken die ze door de Heer zelf krijgt toevertrouwd.

Zussen en broers, laten we samen op weg gaan in de gezindheid van de Heer.

“Als dan vermaning in Christus en liefdevolle bemoediging iets vermogen, als gemeenschap van Geest, als hartelijkheid en mededogen u iets zeggen, maakt dan mijn vreugde volkomen door uw eenheid van denken, uw eenheid in de liefde, uw saamhorigheid en eensgezindheid. Geeft niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar acht in ootmoed de ander hoger dan uzelf. Laat niemand zijn eigen belangen behartigen maar liever die van zijn naasten. Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Christus Jezus bezielde” (Fil. 2,1-5).


-----------------------------------

Ben Van Vossel cssr