GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

A+M

Opendag Maria-Kefasgemeenschap

11-05-2000

Ben Van Vossel

EEN CHRISTELIJKE GEMEENSCHAP        

Vrienden,


Inleiding : De Gemeenschap rond Jezus

De Jezusgemeenschap is een wereldwijde Gemeenschap van over het miljard mensen die Hem erkennen en aanvaarden als de door God gezonden verlosser van de mensheid en van ieder van ons.  We noemen die mensen christenen.  Binnen die Jezusgemeenschap zijn scheuren en breuklijnen ontstaan en soms hebben ze elkaar zelfs gewapenderhand bestreden.  De katholieke kerk heeft de pretentie van tot op vandaag het geloof in Jezus te hebben bewaard en trouw te zijn aan de rijkdom van de Schrift en de apostolische overlevering.  Dat betekent helemaal niet dat ze de andere christelijke kerken en denominaties als slecht beschouwt, of dat ze zich afsluit van wat andere christenen kunnen bijbrengen en zaken die andere christenen soms beter beleven; ze meent echter dat zij trouw moet blijven aan haar inzichten en aan wat ze als vanwege de Heer moet beleven en doorgeven.  Binnen de katholieke kerk zijn de laatste decennia gemeenschappen ontstaan van christengelovigen van niet uitsluitend celibataire zusters of broeders, maar met ook gezinnen en mannen en vrouwen die in het gewone leven staan.  Deze moderne christelijke gemeenschappen hangen echter niet in het luchtledige; zij zijn in feite een verdere vorm van godgewijd leven - ik neem deze term dan in zijn ruime betekenis - dat een zeer lange geschiedenis heeft.


I  Beknopt historisch overzicht

De eerste kerk

Van bij het begin van het christendom ontmoeten we een levendige christelijke gemeenschap, die met bijna overdreven ijver haar eigenheid tracht te beleven.  Beeld je even in dat wij allen tot in de puntjes het volgende ideaalbeeld in praktijk brengen en denk ondertussen aan uw gezin en aan de job die je te doen hebt:

“41 Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten. 42 Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed. 43 Ontzag beving eenieder, want door de apostelen werden vele wonderbare tekenen verricht. 44 Allen die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk; 45 ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. 46 Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van het hart, 47 loofden God en stonden bij het hele volk in de gunst. En elke dag bracht de Heer er meer bijeen, die gered zouden worden. ” (Handelingen 2,41-47)

Dit is wel een zeer idealistische beschrijving van de eerste christenen van Jeruzalem.  Bij de eerste hongersnood zal Paulus die mensen, die geen bezittingen meer hadden omdat ze alles uitgedeeld hadden, moeten ter hulp komen vanuit het buitenland.  Het kan de roeping zijn van sommige mensen of groepen van enkel maar te bidden en zich om hun levensonderhoud niet te bekommeren, maar Paulus zal trachten zelf in zijn levensonderhoud te voorzien en voor de rest wel te vertrouwen op de steun van sommige christelijke kerken die hij stichtte.

Laten we uit het voorbeeld enkel onthouden dat christenen in het begin ook groep vormden om stand te kunnen houden in hun geloof, dat ze elkaar hielpen en dat ze zich ook verantwoordelijk voelden voor de verspreiding van het geloof.  Zo zend de christengemeente van Antiochië Paulus en Barnabas uit om elders christelijke gemeenschappen te gaan stichten.


Het religieuze leven of kloosterleven

Binnen de kerk begonnen in de derde en vierde eeuw christenen zich in de woestijn terug te trekken omdat ze vonden dat het christelijk leven lauw was geworden toen de kerk niet meer vevolgd werd en het christendom zelfs staatsgodsdienst werd.  Het kostte geen moeite meer om christen te zijn.  Aanvankelijk waren er eerst kluizenaars, anachoreten, maar stilaan ook cenobieten, dat waren monniken die zich aaneensloten en een soort van gemeenschapsleven ontwikkelden.  Dit gebeurde in het Oosten en vooral Benedictus heeft dat daarna in het Westen binnengebracht.

Het kloosterleven heeft zich later vooral in de orthodoxe en katholieke kerk ontwikkeld; weinig in de protestantse kerken omdat het celibaat daar niet zo sterk werd gewaardeerd (tenslotte was Luther een augustijnermonnik die later huwde met een uitgetreden zuster).

Aanvankelijk was het kloosterleven vooral gecentreerd op het toegewijd zijn aan God, het leven in zijn aanwezigheid en loven van zijn grootheid, zijn schoonheid en liefde; ook op een sobere levenswijze en met vaak grote verstervingen en boetedoeningen.

Die toeleg op een radicaal christelijk leven bleef, maar stilaan gingen monniken zich ook inzetten voor de evangelisatie; ook onze streken zijn geëvangeliseerd door Ierse monniken.

Latere kloosterorden en congregaties bleven trouw aan het algemene doel van de heiliging, maar hadden ook allemaal een specifieke zending : ziekenverzorging, hulp aan wezen, armenzorg, missionering, predikatie, christelijk onderwijs, vrijkoop van christelijke slaven…


Wat met de leken?

- Vroege vormen van lekengemeenschappen

Sommige leken wilden zich associëren met zulke orden of congregaties: de derde orde zoals men ze dan noemde, naast de eigenlijke mannelijke of vrouwelijke tak van de orde.

Ook hebben er lekengemeenschappen bestaan zoals de “broeders van het Gemeenschappelijke leven” die voortkwamen vanuit de “moderne devotie”; ook verwijs ik naar de begijnen en begarden (de mannelijke tak) die geen eigenlijke religieuzen waren maar wel een celibatair gemeenschapsleven leiden onder het bestuur van een overste.


- Lekeninstituten

Vooral in vorige eeuw ontstonden de lekeninstituten, seculiere instituten van personen die zich aan God wilden toewijden, maar zonder heel de rimram van het kloosterleven op zich te nemen; zij leefden wel in het celibaat, maar toch mochten ze eigen bezit hebben en ze moesten hun christelijk leven beleven in een gewone job, midden de wereld.  Sommige van die instituten waren noodgedwongen ontstaan omdat in bepaalde landen het religieuze leven verboden werd door de regering en alle kloosters geconfisqueerd; vaak mochten enkel de verplegende congregaties blijven bestaan, en dan nog zonder specifieke kloosterkledij.


- Katholieke aktie

Een andere stroming wil ik nog vermelden, ontstaan in het begin van vorige eeuw: de katholieke actie:  Christenen werden uitgenodigd om zich te verenigen en zich te laten vormen om ook een eigen taak op zich te nemen in het maatschappelijk leven en het sociale leven.  We kennen allen nog die mannen- en vrouwenbewegingen, en de vele katholieke jeugdverenigingen waar jonge mensen of volwassenen heel wat vorming kregen en zich daadwerkelijk inzetten voor het christelijk beïnvloeden van de samenleving.  Sommige waren meer spiritueel, anderen meer sociaal georiënteerd.


- Verenigingen van christengelovigen

En dan leidt de heilige Geest de Kerk weer een volgende periode binnen.  Het maatschappijbeeld en het denken van de moderne mens geraak helemaal geseculariseerd, het huwelijksleven wordt gezien als een eigen roeping, naast de priesterroeping, het kloosterleven, de roeping tot het celibataire bestaan.  De moderne tijd laat ook een zekere welvaart toe en het begrip ‘vrije tijd’ doet zijn intrede.  Tevoren kwam dat enkel op zondag naar voor bij de werkmensen.

En plots worden we geconfronteerd met christenen die zich aaneensluiten: gehuwden, ongehuwden, priesters, religieuzen.  Ze beseffen dat je ook als leek, ook als echtpaar de Heer radicaal kunt toegewijd zijn, samen met andere gehuwde en ongehuwde christenen, religieuzen en priesters.  

Hun bedoeling ligt helemaal in de lijn van aloude Jezusgemeenschappen : radicaal christen zijn en zich laten gebruiken door de Heer voor de zending die Hij hun toevertrouwt.  Zoals de Kerk zelf kennen die gemeenschappen meestal een klein begin, ontwikkelen zich daarna, ook in hun doelstellingen, hun zending en de samenstelling.  Sommige gemeenschappen hebben een wereldwijde zending en hebben zich geweldig uitgebreid.  Zo zijn er de foccolarebeweging van Chiara Lubbich, Egidiusgemeenschap, ook een aantal charismatische gemeenschappen zoals Emmanuel en de Gemeenschap van de Zaligsprekingen (de vroegere Lion de Juda).

De Kerk heeft de eigenheid van zulke gemeenschappen onderkend en sommige expliciet erkend als kerkelijke bewegingen, als publieke of private verenigingen van christengelovigen, sommige zelfs als prelaturen (zoals het Opus Dei).


Ik gaf heel deze geschiedenis, zonder duidelijke verbanden aan te duiden; niet alles hangt even logisch aan elkaar en ik vergat ongetwijfeld heel wat belangrijke ingrediënten in de ontwikkeling tot de lekengemeenschappen.  Er zijn zelfs vóórchristelijke invloeden aan te geven, speciaal in de Joodse geschiedenis in de laatste eeuwen voor Christus, met name in de beweging van de Essenen.  Maar je ziet hoe Gods Geest de kerk leidt volgens de noodzaak.


II  De Maria-Kefasgemeenschap


Korte historiek

Nadat in de jaren 60 en 70, ongetwijfeld ook als gevolg van Concilie (Vat. II) vele charismatische gebedsgroepen ontstaan waren, ook in de Vlaamse Kerkprovincie, ontlook stilaan in sommige leden het verlangen naar een nauwere verbondenheid met elkaar in de toewijding aan de Heer.  Rond 1974 begon de charismatische gebedsgroep, Maria-Kefas, in de crypte van de Kerk Onze Lieve Vrouw-Sint-Pieter te Gent, als in de schoot van Maria en de Kerk...   In 1980 hadden sommige leden het boek gelezen van Monique Hébrard over "de nieuwe bewegingen in de Kerk" en in de kern leefde bij sommigen het verlangen om zich samen radicaler toe te wijden aan de Heer.  Op 22 augustus, feest van Onze Lieve Vrouw Koningin, kwamen twee mensen samen om daarover te praten; het evangelie van die dag was de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth.  Een kleine Jezusgemeenschap, rond Jezus.  Daarom werd de uitnodiging gericht tot de andere kernleden; met een 5-tal personen vergaderde men dan maandelijks.  Daarbij was ook een echtpaar.  Stilaan breidde de groep zich uit tot 8.  Maar alles samen blek het zeer moeilijk om tot een gezamenlijke visie te komen hoe zo'n gemeenschap er uit moest zien.  Residentiëel?  Niet-residentëel?  Wekelijks vergaderen of maandelijks?  Was zou de spiritualiteit zijn?  Om een lang en lastig verhaal kort te maken.  Na een jaar viel de zaak stil.  Men was te menselijk bezig.  Men moest eerst sterven aan eigen ideeën en visie.  Het duurde evenwel niet lang of men kwam, in groot vertrouwen op de Heer, opnieuw samen.  Opnieuw en vernieuwd. Uitgezuiverd en ook vernieuwd omtrent de vorm.  Geïnspireerd door het voorbeeld van de Fraternité de Jésus, een radikale kern binnen de Emmanuelgemeenschap van Parijs, opteerde men op dat moment voor een niet-residentiële vorm.  Ook rond de spiritualiteit groeide de eenheid.


De spiritualiteit

De spiritualiteit van een christelijke gemeenschap moet altijd als basis de spiritualiteit van heel de kerk hebben.  Daarnaast is er de specifieke spiritualiteit, die daarbij moet aansluiten.  Maar in onze tijd ziet men ook beter in dat spiritualiteit niet los staat van de actie of zending, of omgekeerd: dat de zending en de apostolische of caritatieve actie ook deel uitmaakt van de spiritualiteit.  Met deze opmerkingen in gedachte wil ik dan trachten de spiritualiteit van de Maria-Kefasgemeenschap te schetsen, een spiritualiteit waarvan sommige elementen duidelijk vastlagen van bij het begin en andere elementen die men stilaan duidelijker is gaan zien.


1 Maria-Kefas

Bij de nieuwe (gebedsgroepen en) gemeenschappen was het nogal eens de gewoonte dat men een naam koos of ontving, waarin meteen een heel stuk van de spiritualiteit of de zending werd besloten lag.

In de naam Maria-Kefas hebben we van bij het begin aangevoeld dat we aan de Kerk en Maria gegeven moesten zijn en de rol van Maria en de Kerk ook naar buiten moesten uitdragen.

Jezus is de enige Middelaar tussen God en de mensen.  We zijn verlost door Jezus.  Jezus is onze Heiland. Geen andere naam onder de hemel is aan mensen gegeven waarin wij gered moeten worden.  Dàt is het geloof van de christenen, dat is ook ons geloof.

Maar in het heilsplan van God hebben Maria en de Kerk een specifieke rol toebedeeld gekregen.  Ik ga hier geen dogmatische uiteenzetting geven van de Mariologie en de Ecclesiologie.  Kort gezegd komt het er voor de leden van de gemeenschap dat ze de rol van Maria en de Kerk erkennen en aannemen dat ook in onze tijd Maria en de Kerk uitnemende vindplaatsen van Jezus en toegangswegen tot Jezus zijn; zo was Gods plan.  Daarom wijden wij ons elke dag toe aan Maria en komt zij in ons gebed en ons getuigenis ook vaak ter sprake.  Daarom wensen wij ons ook te situeren in het hart van de Kerk en wensen wij niet mee te doen met aftandse kritiek op de kerk; wij geloven dat Jezus de Kerk heeft gewild en dat Hij haar verder wil heiligen omdat Hij ze verworven heeft met zijn bloed en omdat ze ook in deze tijd zijn uitgelezen instrument is om van Gods liefde te getuigen en heil te laten komen over de mensheid.

Wij houden onze ogen niet gesloten voor het fouten en bekrompenheden in de Kerk, maar wij zetten dat niet in de schijnwerper of de media maar bidden en werken opdat ze meer en meer de Kerk van Jezus mag worden.


2 De engagementen

In het spoor van de Emmanuelgemeenschap (begonnen rond Pierre Gourcat, Martine Lafitte en Hervé-Marie Catta) hebben wij als grote engagementen : aanbidding, mededogen en evangelisatie.  Dit betreft zowel ons persoonlijk engagement als het engagement van de hele gemeenschap.  

Voor wat de aanbidding betreft houden wij ons aan een ernstige persoonlijke gebedstijd en zo mogelijk dagelijkse eucharistieviering.  Als Gemeenschap bereiden wij belangrijke evangelisatie- of Vormingsacties steeds ervoor met een tijd van aanbidding, omdat we weten dat alle ware vruchtbaarheid in het Rijk van God slechts van Hem kan komen.  ons evangelisatie- en Vormingscentrum "Oase in de Stad" in Gent is trouwens ontstaan nadat we gedurende een jaar elke vrijdag van het schooljaar met enkele aanbidding hadden gedaan en biddend doorheen de straten rond het Sint-Pietersstation gelopen hadden.  God geeft de vruchtbaarheid. God is het die alles in allen bewerkt. (Bij de verhuis van de communiteit van de Redemptoristen is ook Oase in de Stad opgeheven)

Het mededogen doet ons vooral oog hebben voor de geestelijke nood van mensen; aanvankelijk vooral de nood van gezinnen en zieken.  Tegenwoordig van zoveel mensen die op de dool zijn, zonder echte zingeving, zonder ooit op de goede manier God en Jezus, de Heiland, ontmoet te hebben.

In ons engagement van Evangelisatie trachten we dan Gods Blijde Boodschap te brengen: zijn liefde zonder grenzen zoals Hij ze ons kenbaar maakte en doet ervaren in Jezus en de nabijheid van Gods Geest

Deze engagementen zijn in feite een radicalisering, uitbreiding en tegelijk concretisatie van onze toewijding als christen aan God in ons doopsel en vormsel.  Radicale toewijding aan God, voor religieuzen, priesters en leken, voor gehuwden en ongehuwden, voor volwassenen en voor jonge mensen vanaf 16 jaar.


3 Enige typerende zaken

- Charismatisch

Het is een charismatische gemeenschap.  Dit betekent dat de wortels van de Maria-Kefasgemeenschap in de katholieke charismatische Vernieuwing liggen.  Ieder die aansluit bij de Gemeenschap wordt uitgenodigd om minstens een 5-weekse te volgen waarin men een vernieuwde bezoeking van de heilige Geest mag meemaken en men verder op weg kan gaan vanuit een vernieuwd christelijk leven.

- Op weg gaan met het woord

Een van de genaden van het Vernieuwing is dat men Gods woord echt ziet als Gods woord voor vandaag en voor hier.  Van dag tot dag mag ik dus met Gods woord op weg gaan.  God wil me opbouwen als ik luister en het in praktijk tracht te brengen.  Zo groei ik als kind van God, als volgeling an Jezus, als christen, geleid door de Geest.  Over de leiding van Gods woord kan ik delen in de persoonlijke begeleiding en in de leefgroepen.  Dat zijn dan meteen twee andere genaden van de Gemeenschap.

- persoonlijke begeleiding  

- leefgroepen