GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

LEIDERSCHAP IN CHRISTELIJKE GEMEENSCHAP


Bezoek van Esther Fong ICPE

aan leidersteam (PT) Maria-Kefasgemeenschap


Zat.15/08/1998

Inleiding Gina:

Het leven in de Maria-Kefasgemeenschap is belangrijker dan structuren.  Laatste keer te zwaar.  Best: bidden, en voor wat weegt, de genade vragen om het los te laten; daarom de keuze in het PT vernieuwen. Soms minder verbondenheid in Maria-Kefasgemeenschap + PT ook owv persoonlijke zwaarten; afgeven aan de Heer.

Gina had een beeld, onzeker maar de Heer zal het duidelijker maken.  Was hart dat dof was ingestreken met borstel.  Werd lichter tot helemaal transparant.  Beeld: witte roos aan Maria aangeboden.  Zo wil Maria ons zien.

Aan Esther hebben we gevraagd: 7 punten van Gemeenschapsleven.  Hopelijk groeit er meer vreugde en eenheid in de Gemeenschap.


ESTHER FONG:

Als zus in de Heer aanwezig.  Samen willen we een deel van de tocht doen.  Zij ziet zichzelf als een facilitator; vanuit ervaring in haar Gemeenschap.  Nu: delen + evalueren.  Ziet beter vruchten en zwakheid. Anders zien we enkel de problemen en niet de vruchten.  De Heer gaat ons verdere wegen tonen.  Daarom zouden we heel deze tijd ook moeten zien als een dialoog met God!  Namelijk doorheen gebed en gesprek.

Ieder heeft iets te delen.  God ziet het geheel.  Dus ieder moet zich vrij voelen iets te zeggen.  Wij moeten het niet persoonlijk opvatten.  Luisteren naar wat God wil zeggen.

Daarom is er een stuk nederigheid nodig ten overstaan van elkaar.  Straks zullen we de 7 basispunten overlopen zodat we ook tot doelstellingen kunnen komen.

Het is een bijzonder weekend.  God wil ons niet onze tijd doen verliezen.  Hij kent onze projecten en we moeten ons inpassen in wat nu gebeurt.

Nu moeten we gewoon zoeken naar wat Gods wil is, bv. voor de jongeren.  Ook de lasten die we dragen, gezinsproblemen.  God zal ons tussendoor ook zegenen.


Hierna volgde een gebed over elkaar.


Bij gebed gisteren kreeg Esther als inzicht: ze bad voor ieder van het PT.  Roeping is: goede herder te zijn; niet een huurling of rover (cfr Joh. 10).  Het is een roeping, geen job van vrijwilliger.  We hebben antwoord gegeven.  Er is vreugde in die roeping.  Vaak voelen we dat niet.  We zien het als iets dat weegt.  Cfr. “Simon, hou je van Mij?”.  Je kent dan het verband met de job die jou wacht.  Voor gezonde schapen heb je een gezonde herder nodig.  Namelijk: Hoe is het met ons?  Jezus wil ons niet doden of overladen.  Hij nodigt ons uit om zijn huis mee te schilderen.

Gebrek aan vreugde kan bv zijn omdat we teveel persoonlijke verantwoordelijkheid hebben of nemen over anderen, voor hun keuzes.  Ieder moet zelf de keuze maken en wij zijn niet verantwoordelijk voor hun keuzen.  Meer kun je niet doen, tenzij bidden.  Misschien ben je eerder een herdershond, nl. ze in de juiste richting houden.   De herder moet ze uit de put halen enz…  Christus is de Herder, de Messias.  Hij heeft die mensen samengeroepen.  Het is zijn gemeenschap, zijn werk.


Kritiek krijgen is een deel van de job.  Sommigen waarderen het, anderen zijn er tegen.  Mensen moeten hun kritiek ergens kunnen brengen.  Je moet het niet persoonlijk opnemen.  Zijn niet akkoord met uw beslissing.  Maar als je dat biddend samen onderscheidde, dan moet je vertrouwen op God.  Verder die personen liefhebben.  Als je het persoonlijk opvat, dan wordt je gekwetst; dan moet je daarmee naar het kruis.  Anders ga je in verdediging en ga je negatief staan tegenover die persoon en we bouwen een muur tussen die cellen.  Is dodelijk voor een lichaam.  Slechte bloedsomloop geeft problemen in het lichaam. Zelfs als het hier en door enkele individuen gebeurt: dan moet het charisma van de vergiffenis actief worden.


Een andere zaak is: het afgeven van verantwoordelijkheid (Esther keek zich hier nogal blind op het feit van tiener- en jongerenwerking, alsof we daar echt geen verantwoordelijkheid willen afstaan aan een team, of dat anderzijds dat team bijna los van het PT moet gaan werken).  Anders is er teveel stress.  Je moet kunnen delegeren en dan geen dagelijkse controle gaan uitvoeren.  Vertrouwen schenken.  


Soms oordelen we anderen en elkaar.  Is negatief, ook voor een leidersteam.  Mensen zijn niet zoals wij. Maar wij oordelen van buitenaf, wij kennen niet het hart.  Je kan geen baby vragen om te wandelen alvorens hij kan stappen.  Dat is geen slechte wil, maar er ontbreekt hen de bekwaamheid.  Ieder persoon is anders :  “Niemand ziet om naar de schapen.  De herder moet omzien naar het zwakke, zieke…”  (Ez. 34,4-6)

Voor die job hebben we genade nodig, nl. ze naar het verfrissend water brengen cfr. Psalm 23.


God geeft ons genade en zalft ons voor die taak.  God is niet enkel in ons geïnteresseerd owv ons werk.  Hij wil ook ons genezen van onze kwetsuren.  Relatie met Vader, Zoon en Heilige Geest, geeft ons kracht, vreugde.  Dat is de basis waarop we geënt zijn.  Jullie hebben een gezin, werk, bezigheden.  God weet dat ook als Hij je roept.  Hoe moet dat alles zich in elkaar passen?  God wil geen fragmentarisch denken, Hij ziet ons leven als geheel.  Christus is de Heer van heel ons leven, ook de Heer van onze tijd.  Daarom moeten we ons afvragen: “Wat vraagt God van mij, nu ?”


We hebben relaties met mensen aan wie we geven en mensen die in dezelfde situatie staan.  We moeten ook relaties hebben van wie we ontvangen.  Dat helpt om te groeien, verfrist te worden, niet burnout te geraken.

Handelingen 6: soms taken uitdelen.  De Gemeenschap klaagt, daarom we we eer iets aan doen.  Ze stellen 7 diakens aan voor de voedselbedeling.  Zo wekten ze nieuwe leiders.  Stefanus doet daarna grote dingen. Ze gaven dus verantwoordelijkheid door.  Is er teveel werk, dan moet je delegeren.  Jezus zag dat zijn leerlingen vermoeid waren; daarom gaat Hij met hen op excursie.


Ook het werk binnen het team kan stresserend zijn.  We moeten eenheid hebben, maar we moeten niet allen dezelfde zijn.  Vertrouwen dat het Gods mensen zijn.  Eerst broers en zussen, pas daarna werkers. Dus tijd maken om persoonlijk te delen; niet over problemen die moeten opgelost worden.  We kennen elkaar beter en kunnen beter werken.

We kennen dan de sterkte en de zwakte en om God te horen door anderen.  Vanuit persoonlijkheidstest zagen we (in ICPE) beter waar de spanningen vandaan komen, bv. uiteindelijk doel zien, maar nog niet alle tussenstappen.


De eerste roeping is zoon of dochter van God te zijn.  Je bent priester, werkman, vader als zoon van God. Onze identiteit steekt in ons.


Gisteren tijdens gebed: God wil nieuwe wijn schenken, maar dan in nieuwe zakken.  We moeten voorbije ervaringen en fouten achter ons laten, ook kwetsuren en Met Jezus nadenken over zijn uitnodiging tot roeping die Hij tot ons richtte.


Joh. 21, 15-17: (Simon, zoon van Jona Bemin je Mij? Weid mijn lammeren)

met dat woord gaan we nu wat samen zijn:

- over onze roeping

- over mijn antwoord daarop

en laat de Heer u dan iets zeggen

- daarna gaan we even delen.  Dit zal de rest mee beïnvloeden.


morgen om 9 uur Eucharistie

Bij de offerande brengt ieder iets mee om eigen offerande gestalte te geven

Na de communie zullen we een gebed doen

Deze namiddag zingen we de Mariavespers in de kathedraal


ZONDAG 16 augustus 1998

Van belang is dat we in contact met de Heer ook zelf op weg zijn in de Gemeenschap; persoonlijk, owv Hij voert het bevel.


Er zijn soorten Gemeenschap:

Hier hebben wij het over een Gemeenschap in de Christus, nl. op Hem gebouwd, cfr Handelingen 2.

Die weg was toen nieuwe levensweg en nieuwe wijze van leven, nl. elke dag samenkomen en op die verschillende niveaus.  Ieder zorgde voor iedereen.

De Gemeenschap is nu een grote uitdaging.  Zelfs “Gemeenschap” als woord, niet ieder verstaat er hetzelfde onder.  Het is een test.  Opbouw is groeiproces.  De groei van de Gemeenschap toont onze persoonlijke groei in Christus nl. op snelheid van de laatste in de Gemeenschap.  De Gemeenschap is zo sterk als het zwakste punt, de zwakste schakel.  Je kan ze niet achterlaten en ook niet zo duwen dat ze buiten adem geraken.  Ze moeten gaan zover ze kunnen en … samenblijven!


In een Gemeenschap gebeurt het niet zomaar, net als leerling van Jezus te zijn.  Ik moet bv gebedstijd plannen enz.   Ook zo voor Gemeenschap: we moeten ons inzetten voor die opbouw; je moet investeren in de Gemeenschap en in de mensen van de Gemeenschap.  Enige basiselementen die verbonden zijn met elkaar gaan we doorgeven.  Je kan daar niet dat en dat punt van overslaan of links laten liggen.  Het lichaam moet helemaal gezond zijn en daarom zijn die verschillende elementen er nodig.


I  GEBED


Het gaat dan om persoonlijk (PG) én gemeenschappelijk gebed (GG).  Er zijn ook verschillende vormen: aanbidding, voorbede, lofprijzing…

Het GG weerspiegelt het PG.  Je ziet hoe men individueel eraan toe is, nl. hoe ze meedoen of niet.

Soms moet het gebedsleven van de Gemeenschap geëvalueerd worden.  De Gemeenschap moet immers een biddende Gemeenschap zijn.  Verschil tussen PG en GG.  Daar komen we samen als een volk; het zijn geen 30 individuen, maar komen samen als een volk, zo treden we het heilige der heiligen binnen.

Aandacht: mensen kunnen in dorheid zijn; ze kunnen toch in het GG beslissen mee te bidden en worden dan gedragen door de hoop van de Gemeenschap.  Lofprijzing opent ons op God, en dankbaar zijn voor grote en kleine dingen van het leven.  Daarom evalueren: doet maar de helft mee?  Is het hevig?  Is het zwaar op de hand?

Gebed is de basis van ons hele christelijk leven.  Ook het PG is van belang.  Hoe beleeft het individu dat gebed, oproep van aanbidding uit onze Leefregel?  Kan goed of dor zijn en vorm verandert soms.  Belangrijkst is dat de persoon contact heeft met God.  Cfr Christifideles laici: vernieuwd gebedsleven, sacramenteel leven…


Hoe beleeft ieder persoonlijk dat in de Gemeenschap?  Basisverlangen tot gebed moet er zijn in ieder lid van de Gemeenschap.

Moet men dan buitengaan?  Ieder lid moet groeien, daartoe heeft men zich verbonden.  Cfr Leefregel.  Wel moet ieder zien hoe hij dat concreet gaat maken.  Een moeder bv kan niet enkel van zichzelf geven, ze moet zoeken hoe ze kan bidden.

Leefgroepen geven gelegenheid tot stellen van concrete vragen rond PG en dat doet het GG groeien.

Op Gemeenschapsdagen moet men telkens weer op gang komen; ook meer gène dan in Gebedsgroep.  Het PT moet dat dus bekijken, maar gebrek aan vrijheid.  Waar staan de mensen op dit moment?  Of bezig met het financiële of volgende stap in mijn leven…  Men is niet gecentreerd op God.


De leefgroep helpt om een bilan op te maken; nl. hoe gaat het met u…


Voor sommigen is het zwaar, owv komen uit de wereld, het werk, de opvoeding.  Kan zijn omdat men bidt en zich niet verenigt met de gebedsmomenten van de Gemeenschap.  Men moet uitnodigen tot vrede sluiten, bekering enz… Dan kan men vlugger vooruitgaan in het Gemeenschappelijk Gebed.


PT is veel bezig met al wat er moet georganiseerd worden en te weinig met bv de gebedstijd.

In Persoonlijke Begeleiding moet er ook veel gebeden worden met de personen.


Je kan doelstellingen zetten:

SWOT: Strenght, Weakness, Opportunity, Threat)

- Kracht: wat is er sterk in het gebed (persoonlijk en van de gemeenschap)?

- Wat is er zwak in het gebed (PG+GG)? nl. hoe is het met het PG van die moeder?  Bv. gebed : korte momenten tijdens slaap van baby; bv 45 minuten de telefoon afleggen en bidden.  Dan ondertussen niet gaan opruimen of wat anders doen.

De moeder van Beatrice ging vroeger van 7.30 tot 8.30 naar haar kamer om te bidden. De kinderen wisten dat en respecteerden het.  Zij wist dat het er tijdens de dag niet meer van zou komen (weakness kennen).

- Opportuniteit.  Ze moest dus zoeken naar een goede gelegenheid om het te kunnen doen.

- Treat (Bedreiging).  Dat ondermijnt je engagement, bv. telefoon tijdens of vlak voor gebedstijd.  Je moet dat weten.


Dan zet je SMART-doelstellingen (of nederlands SMURT)

Je kan dat persoonlijk of als gemeenschap, nl. doel moet

1 SPECIFIEK zijn, niet “ik ga proberen te bidden”, wel bv. gebedstijd elke dag

2 MEETBAAR :

3 UITVOERBAAR (Atainable, BEREIKBAAR)

4 REALISTISCH

5 TASTBAAR nl. je moet er het resultaat van kunnen zien.


Hoe concreter je de doelen stelt, des te duidelijker zien mensen dat ze vooruitgaan of dat ze dit of dat moeten laten (TV, te lang uitrusten na werk enz…)


Die SWOT en SMURT kunnen we bij al die grote basiselementen te pas brengen.


ZWAARTE bv.

- heeft zijn redenen

- geen gebed

- geen echte toewijding aan Jezus, nl. Jezus in het centrum van ons leven, nl. Rom 12,1-2 levende offergave.  Men maakt die keuze bv niet echt.

- relationele moeilijkheden.  Er zijn cellen die zich verharden, dat brengt zwaarte mee

- zonde

Laten we bidden voor het gebed van de Gemeenschap.


Hierop volgde een onderbreking (break)


Onze vreugde en onze hoop is dat de Geest die ons bezielt en leidt dezelfde is die Christus zond en die de eerste christen-gemeenschappen leidde en ordende. cfr. Korinthe, kende ook al problemen, o.m. omtrent het gebruik van de ‘gaven’ enz…


II  EFFECTIEF LEIDERSCHAP


Zonder Effectief Leiderschap is er geen richting in de Gemeenschap, maar wanorde.  Men brengt mensen samen en men zegt: die richting gaan we uit.  De leiderschap geeft leiding, toont richting.  Het is geen coördinatieteam.  Wel wat organisatie, maar om mensen op te roepen (cfr. Mozes, Jozua).  Dàt is de weg, laten we zo vooruitgaan.  Leiders worden niet menselijk gekozen.  God kiest en zalft u.  De leider zoekt God, en moet daarom een man (vrouw) van gebed zijn.  Hij is geen manager, maar moet Gods visie en Gods leiding zoeken voor zijn volk; dat moet hij onderscheiden en doorgeven aan het volk.


Tegenwoordig is men bang om gezag te gebruiken of het teveel te gebruiken.  God geeft je gezag over zijn huis.  Karakter en kwaliteit van leider zijn zeer belangrijk.

Cfr. Episkopen en Presbyters (lees 1 Tim 3,1-7; Titus 1,3-5).

Dat lijkt nogal heel wat, maar het is ook een hoge roeping.  Het geheel is: zijn als Christus: zelfbeheersing, niet arrogant, niet gewelddadig…

Men moet onderrichter zijn van het Woord Gods; daarom moet hij het zelf beleven.  De leider moet model zijn ondanks onze gebrokenheid, zwakheid, zonde.  We hebben persoonlijk verantwoordelijkheid om de Heer ons permanent te laten omvormen.  Hij moet ook model zijn voor buiten de Kerk.


Er is gezag vanuit de diensttaak, bv. parochiepriester (vanuit zijn ambt) en moreel gezag nl. in christelijke Gemeenschap.  Dit gezag (deze autoriteit) komt van de mensen, owv hebben verftrouwen in u als leider, die luistert naar God.

Het ambtelijk gezag mag je niet teveel gebruiken, want dan vermindert het (als zeep).  Het morele gezag versterkt door het te gebruiken.

De leider moet onberispelijk zijn, integer.  Hij moet in praktijk brengen wat hij verkondigt.  Hierover moet hij spreken met de Heer.

De leider is ook een herder, die luistert; die toegankelijk is, zodat mensen erheen komen.  Hij moet in liefde luisteren. Hij moet ook zelf open staan voor broederlijke vermaning, nl. voor wat de mensen zeggen.  Tenslotte zijn we nog broers en zussen.  Dus nederig genoeg zijn om verbetering te ontvangen.

Als we fouten maakten, dan moeten we om vergeving vragen.  De Gemeenschap moet dat weten, dat we ons kunnen vergissen en fout zitten.  Dat spoort hen aan om meer voor ons te bidden.

Het is soms goed om onze zwakheid te delen.  We moeten dat niet verbergen.  Dan zien de broers en zussen dat we ze nodig hebben.  De schapen moeten dat weten; je hebt hun gebed nodig, dàt maakt het verschil.  Relatie gat over wederzijds delen.


De leider brengt orde en discipline = in het leven van de Gemeenschap en van de persoon.  Ook bij meningsverschillen: men moet dat bij de leider kunnen brengen.  Je moet dan niet positie kiezen, maar het in de Heer brengen.  Dat is een deel van het christelijk leiderschap.


Dit evalueren, nl. welk soort leiders zijn we.  Teveel administratief, organisatorisch, of wat we echt moeten doen.  Effectief Leiderschap vraagt dat we samen werken.


De diensttaak, de evangelisatieoproep… moeten samenkomen.  In het leiderschap moeten we ruimer kijken dan onze eigen aanleg en bezorgdheid.

Tevens moeten we zien waar de mensen staan en wat er nodig is.


Het leiderschap moet erkenning van gaven en eenheid van gaven zijn.  Dat zijn de gaven van het team.  Dan kan ik luisteren ook al is het mijn gave niet.  Effectief Leiderschap is essentieel.  Het uiteenvallen van Gemeenschappen is grote pijn voor de leden; onenigheid kwam vanuit het leiderschap.  Ook de Glory of God.  Dit is zeer pijnlijk.  Later zie je de fouten.  De moeilijkheden in het leidersteam verbergen zich in allerlei stellingnamen.  Men moet tot de wortel van de moeilijkheden gaan en daar echt iets aan doen.  We hebben schrik om te spreken; daardoor worden de wonden nog groter en na enige jaren komt er een grote explosie, nl. ik kan niet meer samenwerken.  Waar is de liefde naartoe?

Dat alles komt uit persoonlijke conflicten, niet genezen kwetsuren…  Verkeerd interpreteren van wat iemand zei; het is goed daar direct uitleg over te vragen (‘Heb je dit zo bedoeld’?).  Als men me gekwetst heeft en niet verzorgd, dan heb ik geen vertrouwen meer, ik doe geen voorstel meer, ze zullen toch niet akkoord gaan…  Of: Hij is daar weer; ik ga hem dus blameren of we geven elkaar de schuld.  Als het team een beslissing nam en het de juiste beslissing was, dat moet ik daar achter gaan staan.


Verwachtingen van mezelf in team, van anderen in team, van de anderen naar de Gemeenschap, naar het team…    In Allerheiligen waren we met 28  personen: Wat zijn uw verwachtingen?  Het was goed voor de leiders dat eens te weten (je moet dat niet persoonlijk opvatten).


Deze verwachtingen ook volgens SMURT bekijken, nl. zijn ze realistisch, of enkel afbrekend en vanuit negatief zicht.  Sommigen zien enkel de problemen, anderen zien de problemen niet die er groeiden.  Eerlijk tegenover God en de anderen, eerlijk naar mijn gevoelens kijken en de Heilige Geest vragen waarom ik die heb en wat ik eraan kan doen.


De communicatie: deze is zeer belangrijk,  ook om in liefde te delen en gemotiveerd te groeien in eenheid en liefde.  In het team zijn soms sterke persoonlijkheden en daarom is men soms geïntimideerd.  Waarom voel ik me zo ?


Als er dingen zijn tussen jullie, laat het niet zitten, anders zal de pijn van de gemeenschap erg zijn en veel goede dingen gaan dan verloren.  Emoties gaan zo erg hun gang dat veel dingen stuk gaan.

Enkel bij Gods genade blijven we overeind en kunnen we doorgaan.  We kunnen gemakkelijk elkaar verliezen, nl. we zien enkel de problemen en we zien niet die fundamentele relatie met elkaar in de Heer.


Verantwoordelijkheid:  de hoofdverantwoordelijkheid ligt in het PT.  We kunnen wel delegeren in vertrouwen.  Bv. iemand voor voorbeden als er bepaalde beslissingen moeten zijn; cfr Paulus had een grote vrijheid.  De zwakheid kan sterkte zijn, bv. als je verder weg bent (Zoersel), toch riep God.  Misschien zijn er andere manieren om effectief leiderschap te beoefenen.


Als je leider wordt moet je direct andere leider vormen zodat jij die job niet meer moet doen.  Dàt is de roeping tot leiderschap.  Bv. Marcella, moet zien wie haar kan vervangen.  Wie hebben we opgeleid?  Waar zijn ze?  Wat doen ze?  Hoeveel zijn er?  Als we nieuwe leiders vormden, moeten we ze verantwoordelijkheid geven en gezag.  Zonder gezag kunnen ze niet verantwoordelijk zijn.  Echt gezag en echte verantwoordelijkheid geven !  

(cfr. Ex. 18,1:

Mozes' schoonvader zei toen tot hem: `Toch doe je zo niet verstandig. EX.18,18 Het is te vermoeiend, zowel voor jezelf als voor de mensen die staan te wachten. Het is te zwaar voor je; dit kun je alleen niet aan. EX.18,19 Luister naar me, ik zal je een goede raad geven en God zal je bijstaan. Jij moet het volk vertegenwoordigen bij God en Hem de zaken voorleggen. EX.18,20 Je moet de mensen de bepalingen en wetten inprenten en hun leren welke weg zij moeten gaan en hoe zij moeten leven. EX.18,21 Maar kies daarnaast uit het volk een aantal mannen die bekwaam zijn, godvrezend, betrouwbaar en onomkoopbaar. Stel hen aan tot leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig, en leiders over tien. EX.18,22 Zij moeten zich steeds ter beschikking houden voor de rechtspraak. Iedere belangrijke zaak moeten ze aan jou voorleggen, in kleinere zaken kunnen ze zelf uitspraak doen. Het zal voor jou een verlichting betekenen als zij die last met je dragen. EX.18,23 Als jij, met Gods instemming, zo te werk gaat, dan kun je het volhouden en gaan ook al die mensen tevreden naar huis.' EX.18,24 Mozes ging op de raad van zijn schoonvader in en regelde alles zoals deze had voorgesteld. EX.18,25 Hij koos uit heel Israël bekwame mannen en stelde hen aan het hoofd van het volk: leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien. EX.18,26 Zij hielden zich voor de rechtspraak van het volk steeds ter beschikking. De belangrijke zaken legden ze voor aan Mozes, in kleinere deden ze zelf uitspraak.

Ook Jezus riep leerlingen; ze zagen hoe Hij het deed, Hij zond ze uit, observeerde ze en liet ze dan doen (?)


Je kan beginnen om het samen met nieuwe leiders te doen, dan uit handen geven en wat als begeleider aanwezig zijn (aanmoedigend).

cfr tijdens ontbijt hadden we een gesprek omtrent de jongerenwerking en het tienerteam, maar zijzelf waren daar niet aanwezig.  Zo wou ook in de Duitse CV-raad een jeugdinitiatief om zo te komen tot een jeugdteam.  Er was echter geen goede uitwisseling en men had weinig vertrouwen in dat jeugdteam.

Je ziet hun sterkte en zwakheden, daar moet over gepraat worden.  Er zijn goede jonge leiders in de Maria-Kefasgemeenschap.  Zo moeten we in alle Gemeenschappen nieuwe leiders vormen.


Er is leiderschap op verschillend niveau, niet noodzakelijk als algemeen leiderschap.  Daarom u regelmatig afvragen: “Wat kunnen de mensen doen?”


Beslissingen moeten genomen worden (gebed, praten, luisteren, open voor God en voor elkaar).  Mijn idee is niet Gods idee.  Als beslissing genomen is als team moet ik dat steunen.


We gaan nu delen hoe het met ons gaat.


Nog in verband met Effectief Leiderschap:


ivm een nieuw pastoraal team: eerst zien: welke noden heeft de Gemeenschap?  En dan zien wie daar aan kan beantwoorden.

Misschien soms een leider voor een bepaalde periode.  Als de Gemeenschap verandert, is er misschien een andere leider nodig.  Moeten mensen van gebed zijn en opletten: onze identiteit niet leggen in onze job, zodat we die job gemakkelijk kunnen loslaten.


De ouderdom heeft zijn zegen van wijsheid en ervaring, maar dat kan ook overbelastend zijn, owv men staat niet genoeg open voor het nieuwe.  Leiderschap moet zich vernieuwen, nl. zich verfrissen.  Ouderdom kan wel raad geven, maar heeft minder energie en dynamisme.  Het levendige van jonge mensen is er ook echt nodig.


Er is ook nood aan tijd nemen samen, niet enkel werken.  Ook elkanders lasten dragen.  Soms is het goed uit het leiderschap te stappen, soms tijdelijk. Dat wordt onderscheiden en meegedeeld aan de Gemeenschap.  Ook kun je bv een vaste periode bepalen voor het leiderschap.  Dat zijn allemaal mogelijkheden.


In de Gemeenschap zijn er ook zwakke leden.  O.K.  Ze bidden slechts zoveel.  Maar toch heeft een Gemeenschap een bepaalde leefstijl.  Gehuwden en ongehuwden zullen dat anders invullen.  De band ligt in Christus om die verbintenis levendig te houden.

Als we mensen niet kunnen helpen groeien, moeten we hun dat kunnen toegeven.  Ofwel blijven ze toch in relatie met de Gemeenschap, maar nemen ze voor problemen contact met een Counselor enz.


III TOEGEWIJDE RELATIES


Het gaat om een verbintenis in Christus  en tegenover elkaar, als zussen en broers in Christus.  Als we leven met Christus moeten we het dak wegdoen om Gods liefde binnen te laten.  Leven met elkaar is de muren wegnemen, nl. in openheid en wederzijdse afhankelijkheid (interdependence).


Elementen van die toegewijde relaties:

- liefde, elkaar beminnen

- vertrouwen; dit is het meest kwetsbaar

- eren en respecteren

- elkaar verstaan; dit vraagt het meeste tijd.


Het one-another-syndroom volgens de bijbel: elkaar leren aanvaarden, spreken, niet kwaadspreken, zonden belijden, lasten dragen (= bijbels).  Als je in een concordantie intikt op het woord elkaar, dan krijg je zeer interessante gegevens.


We zondigen tegen de Gemeenschap, we oordelen ze, we kunnen ons hart sluiten tov de Gemeenschap.  We moeten dan ook vergiffenis vragen aan de Gemeenschap, dat is van belang.  Vrucht hiervan is een nieuwe vrijheid en vertrouwen.


In kleine groep kan je zo een kolom van het one-another (= ELKAAR) syndroom bekijken en dan vragen hoe is onze relatie tot elkaar?


Relaties zijn belangrijk in de Gemeenschap, omdat haar getuigenis naar buiten ervan afhangt.  We moeten de mensen helpen om te vergeven, elkaar te aanvaarden, broers en zussen te zijn.


Deze toegewijde relaties kan de wereld niet begrijpen.  Het gaat niet over feelings, maar over een beslissing.  Jean Vanier: Je komt in een Gemeenschap om gelukkig te zijn, je blijft in een Gemeenschap om anderen gelukkig te maken, nl. leren elkaar te dragen en te ondersteunen.


Welke zijn de mogelijkheden als we slechts enige keren per jaar samenkomen?



IV  KOINONIA (fellowship)


Lidmaatschap, samenzijn, vriendschappelijkheid


Is niet om iets samen te doen, maar samenzijn voor ontspanning.  Vriendengroep.  Gewoon samen zijn en daarin gelukkig zijn.


Welke mogelijkheden zijn er daartoe?  Picknicks…  Hoe is de koinonia tussen zussen en broers?  Hoe kan dat in onze Gemeenschap?  Hoe zit het in de leefgroepen?  bv. zegenen van elkaar, de ene leefgroep de andere?  Iemand moet daarvoor zorgen, die hoeft niet van het Pastoraal team te zijn.


De Gemeenschap kan ook informele samenkomsten bemoedigen, bv van gezinnen, ongehuwden, bv leefgroepen consulteren en zelf ideeën laten naar voor brengen.


V   PASTORALE ZORG


Het doel hiervan in elke Gemeenschap is te groeien in ons christelijk leven, liefde tot God en de naasten.  Permanent gelijkvormig worden met Christus.


Daarom elk lid van de groep helpen integreren, dat ze ertoe behoren en dat ze groeien in de roeping van onze Gemeenschap.  Cfr leefregel de grote titels (las ze even voor).  Hoe de mensen daarin helpen groeien?  Persoonlijke roeping moet passen in algemene roeping.  Zien of dat zich kan inpassen.  Misschien moet de notie van “geassocieerd lid” in het leven worden geroepen, maar niet volledig lid, bv enkel werk van mededogen.  We kunnen die persoon helpen:

- kwetsuren helen

- omgaan met zonde; hoe eruit groeien ?

- leren rechtschapen te leven

- Groei in verlangen naar sacramenten

- gebed, bijbel…

Dit alles is gebaseerd op relaties; niet ieder zal dit werk van pastorale zorg kunnen doen of graag doen.  Sommige anderen zullen dat wel hebben; geef ze vorming en breng ze samen.


De leefgroepen doen dat ook, nl. dit evalueren.  Deelt men echt?

Basiszorg.  Bidden voor elkaar en elkaar dragen.  Ook praktische hulp.  Is er de uitdaging om te groeien?  nl. is er een christelijk leven dat wil groeien, is er kan om vooruit te gaan in heiligheid?  Of is het enkel een therapeutische gemeenschap, een zelfhulpgroep.  Is Jezus in het centrum?  Is er voldoende vorming voor de leefgroepleiders?  Kunnen ze zich tot iemand wenden?


Persoonlijke begeleiding:

Gebeurt dit?  Zijn er mensen die zo op weg gaan?  Als sharing-partner?  Is er niemand die met u op weg kan gaan?  Wie gaat met het pastoraal team op weg?  Misschien wel delen en bidden, maar misschien moet men een geestelijke leider zoeken buiten de Gemeenschap!


Je moet iemand (of een groep) hebben met wie je diep kan delen.  Mensen in Gemeenschap moeten wel weten wat je meemaakt en wie dat is (of zijn) en waar je terecht kan.  Dàt is de Gemeenschap concreet.


Je moet zien naar de verschillende groepen: wat ontbreekt? wat is goed? Bijvoorbeeld de enkele ongehuwden die je hebt, wat doe je voor hen?  Hoe bemoedig je hen?  Hoe kunnen ze het celibaat beleven in deze wereld?  Ook vooral de tijdelijke (of voorlopige) celibatairs moeten deel uitmaken van onze pastorale zorg.  Tot welke levensstijl roept God de ongehuwden in deze Gemeenschap?  Verstaan de leiders de alleenstaanden?


Gezinnen: er zijn er van soorten, nl. grote kinderen, tieners, baby’s, kortom, die hebben alle hun eigen noden.  Wat is de beste manier ivm hun levensstijl?  Waartoe roept God hen?  Tot welke levensstijl roept God hen ?


De mensen moeten gelukkige gehuwden en celibatairs zien.  De Gemeenschap is geen doel op zichzelf, maar een middel tot Jezus.  Ons doel is mensen dichter bij Jezus brengen, maar doorheen de Gemeenschap.  Soms geven mensen hun verantwoordelijkheid op, abdiceren bv. als ouders bv. voor de catechese aan hun kinderen.  De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de ouders.  De Gemeenschap; kan wel wat helpen.  Maar de Gemeenschap kan niet alle problemen oplossen we moeten onze beperkingen erkennen.  Enkel God is God.  Dat is onze armoede.

Doorheen het gebed

doorheen het luisteren naar mensen in de Gemeenschap, vooral wie er al langer in is.


VI  VORMING


Vorming in leefstijl van de Gemeenschap.

Door mensen die het zelf beleven

Ook door onderricht.

Meer ontvangen dan gegeven.  We moeten het zelf beleven én onderrichten.


Vormen om roeping als leerlingen van Christus in de Gemeenschap te beleven met specifieke spiritualiteit nl de hele manier van leven.  bv. afhankelijkheid van God (voor ICPE).


HOE?

- Gebed, Woord van God, begrijpen van de sacramenten, het Heer-zijn van Jezus beleven, dienstbaarheid, nederigheid…

- Rond gemeenschap:

Waarom?  Waarom naar Gemeenschap?  Roeping tot Gemeenschap?  Tot deze Gemeenschap?  Wat is de visie van deze Gemeenschap?  Leefstijl?  Manier van bidden?

Relatie tot Maria?  Waarom Maria-Kefas?

Zending?

Mededogen?

= deze specifieke Gemeenschap!


ALS NIEUWE MENSEN

Hoe omgaan met zussen en broers?  Hoe conflicten oplossen?  Hoe omgaan met kwaadheid?  Hoe spreken met elkaar? (negatieve, positieve, kwaadspreken…)

Leren om dienstbaar te zijn…

Hoe omgaan met elkaar als zss en brs.


Hoeft niet het PT te zijn of Herder, maar delegeren.  

Die reeds in de Gemeenschap zijn, specifiek

- voor gezinnen

- voor celibatairs

- pastorale deelgroep.

Soms mensen van buitenaf en dan zien en bidden hoe God dat ook wil binnen deze Gemeenschap en zien hoe we dat verder kunnen doorgeven.


PERMANENTE VORMING

- leer van de Heer

- charismatische vorming: lofprijzing, Heilige Geest, charismen…

Waar is de toewijding aan de Heer?  Nam men echt die beslissing?  Misschien zijn allerlei problemen tussen hen en Jezus gekomen?  Gemeenschap uitnodigen om hun roeping ten overstaan van de Heer te vernieuwen.  “Ik volg de Heer.  Wat jullie doen moetje zelf maar weten”!


We hoeven dit alles niet in een keer te doen.


Een schip moet ook stilaan van richting veranderen, dat gaat niet plots.

Wel kunnen jullie nu bv een planning maken, doch eerst moeten we nu onszelf bevragen over die kwesties. Van richting veranderen vraagt tijd.  Als wij in ICPE iets intensief willen doen, dan gaan we elders heen.


VII DIENSTEN

Dienst naar binnen

Dienst naar buiten


1. Elkaar dienen als broers en zussen

Sommigen zien iets en doen het.  Voor anderen moet het uitgesproken worden.  Gelegenheden scheppen en helpen groeien.

Ook bidden om leiders (ertoe uitnodigen, nl. stuk van morgenofficie leiden…)

Ook voor pastorale zorg

Verder zien van alle diensten en de noden en erover spreken met zussen en broers.


Ook roeping van de Gemeenschap, naar wereld en naar Kerk.  Niet enkel door onderricht, maar ze echt meenemen op evangelisatietocht nl. ze moeten tijd geven aan evangelisatiewerk met het team.

Je moet de mensen hun handen laten vuilmaken.


Jongvolwassenen, tieners, gezinnen.  Daarover delen met de Gemeenschap.

Kijk, we hebben een jaar.  We hebben gebeden en weten wat we willen doen.  Maar wie wil het leiden?  God riep jullie hier, waartoe engageer je je nu?


Duidelijk maken dat leefregel evangelisatie tot engagement maakte.  Bv Gezinsweekends, Alpha, daarom nu bidden en mensen uitnodigen.  Mensen zijn bescheiden en denken dat ze dat niet kunnen.



Hoe dit alles nu verwerken?

- Een deel van ons samenkomen als PT hieraan besteden en andere zaken laten vallen.

bv. Leefgroep voor 2 of 3 jaar?

Praktische zaken

Kunnen delegeren!



Uitgetikt uit eigen notities

Ben Van Vossel 2 sept. 1998