GELOOF en LEVEN
VERRIJZENIS EN MEDEDOGEN
—-
Onderricht door Br.Stockman
aan de Maria-
op Paasmaandag 1994
in Convent Ten Hove
I STILSTAAN BIJ VERRIJZENIS
We willen ons eerst sterk stellen op de lijn van Menswording, Verlossing, Verrijzenis
1. MENSWORDING
Menswording betekent : God die Zich laat kennen aan de mens. Boek van De Kesel : "Waar zijt Gij te vinden, Hoe is uw Naam ?" God geeft een intens en duidelijk antwoord : God komt ons rakelings nabij, Hij woont in de mens. Hij wordt een verhaal, Hij krijgt een gezicht.
In Jezus toont God zich aan alle mensen en alle tijden. Hij toont zich aan mij !
En doorheen Jezus toont Hij ook HOE Hij de mens wil zien.
2. VERLOSSING
God wil me ook VERLOSSEN. Wat was daar de bedoeling van? We moesten verlost worden. Heel de natuur zit in een kringloop van geboorte, groei, voortplanting en dood. Enkel de voortplanting doet denken aan leven dat doorgaat, maar ook dat leven loop op het persoonlijke vlak ten einde, sterft finaal in een vicieuze cirkel. Ook de mens zit in die dodelijke kringloop.
Tegelijk stijgt de mens daarboven uit o.w.v. de unieke wijze waarop hij geliefd is door God. Het gaat over een totaal wegschenkende liefde, nl. Hij maakt alles mee wat de mens kan meemaken. "Geen mens ben ik maar een worm" (Psalm 22,7). "Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat Hij zijn leven geeft voor zijn vrienden"(Joh.15,13).
Dit is solidariteit en mededogen ten top.
3 VERRIJZENIS
God laat die mens VERRIJZEN
Hij koppelt aan de menselijke natuur de goddelijke natuur, nl. een onsterfelijke natuur. De macht van de dood is helemaal doorbroken. Alle mensen, ook allen voor Christus' komst, zijn vergoddelijkt, worden betrokken bij verrijzenis.
Liturgie is het opnieuw en voor het eerst sterk beleven van Menswording, Verlossing en Verrijzenis. We zijn Paasmensen, Verrijzenismensen, Pinkstermensen. Hij is aan Kefas verschenen, aan de vrouwen, aan mij.
II UITEENZETTING
We gaan dat nu bekijken op 3 nivo's :
1° Mijn relatie met God
2° Verrijzenis in mijn eigen leven
3° Mijn relatie met mijn medemensen
1 Mijn relatie met God
Door de Menswording is God me helemaal nabij gekomen. Dit is een totaal verschil met andere godsdiensten´:
Afrika : schrik voor de natuur, de geesten...
Grieken : je was overgeleverd aan de willekeur van al die goden
Islam : worsteling met de Machtige God.
In het Oude Testament : Laat over uw dienaar uw aangezicht stralen. Cfr een ets van Romain Malfliet "de Barmhartige Vader". God blijft wachten. Hij laat zich aanspreken met het meest eenvoudige woord : Papa en wij mogen ons aan Hem overgeven met onze intiemste verlangens. Met Jezus zijn we tot een nauwe relatie met God geroepen : "Wie Mij ziet, ziet de Vader". Het zou een wederkerige liefde moeten zijn : "Wie Mij liefheeft, onderhoudt mijn geboden. Mijn Vader zal Hem liefhebben. Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen".
De Mensgeworden Zoon van God heeft ons ook niet in de steek gelaten. Hij heeft de heilige Geest gezonden van bij de Vader. "De Helper, de heilige Geest, die de Vader in Mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb".
Jezus blijft dus bij ons met zijn Geest, zijn genade (nl. voortdurend geschenk van zijn liefde en kracht die Hij geeft. We zouden moeten inspelen op die genade, nl. het laten gebeuren. We moeten het niet allemaal zelf verdienen of in handen nemen. We moeten onze hemel niet verdienen. Cfr. die rare uitdrukking : "Waar heb ik dat verdiend ?"
Bij God ligt het op het vlak van de liefde : geven en ontvangen.
Ik mag dat ervaren. God treedt niet op in plaats van de mens. Hij wacht af. Met een oneindig geduld. Hij maakte ons immers als vrije mensen (die vrijheid kan iemand enkel schenken in liefde, cfr Kahlil Gibran : Uw kinderen zijn uw kinderen niet...). Dit brengt risico's mee. God neemt hier een onverantwoord risico.
Veel genade gaat aan ons voorbij omdat we vol zitten van onszelf. Zelfs in ons gebed zitten we soms nog vol van onszelf; we vullen de zaken op. We staan echter voor een leegte die niet te vullen is. God moet die leegte vullen, alleen Hij is daartoe bij machte.
Zo verstaan we enkele paradoxen :
-
-
-
-
Onze zondige mentaliteit maakt het God moeilijk om aanwezig te zijn in het hart van de mens : wij willen het tijdelijke vereeuwigen. Voortleven in de gedachte van mensen is echter niet de essentie. De 4.500 mentaal gehandicapten in ons land, zijn nu al vergeten. Zij blijven echter voortleven in de gedachte van God.
Ook ons bidden moet vanuit een nieuwe geest gebeuren. God is de zin van mijn leven, ik moet er dus zijn voor Hem. Het gebed is misschien niet nuttig, maar het is zinvol.
Het is anticiperen op het uiteindelijke. We zullen God zien zoals Hij is, dàt is mij genoeg.
Maar ook de rouwe werkelijkheid van de vervolging, smaad enz...het uitschreeuwen... Maar God heeft het laatste woord.
Psalm 31 : Bij U zoek ik mijn heil... Gij zult mij beschermen, Getrouwe God...
Vergeten... ik ben als gebroken huisraad... Gij zijt mijn God.
Die rouwe werkelijkheid heeft niet het laatste woord.
Ik kan dus mezelf niet helpen, niet redden. Er is geen zelfhulpgroep opgewassen tegen de ondergang van mijn leven....
God wacht me echter op aan de overkant.
Joh.15,1-
De relatie met God blijkt een vruchtbare liefde die me doet overleven. Het geeft me een diepe vreugde te mogen thuiskomen bij de Vader, NU en LATER.
2 Mijn eigen leven wordt diep getekend door verrijzenisliefde.
2.1. Mijn leven zit onder een grote paradox (schijnbare tegenstelling).
"Wie zijn leven wil winnen, die moet het verliezen, zijn kruis opnemen en Hem volgen."
Dit is een aanstootgevende uitspraak. Kijk naar het dogma van de zelfrealisatie (op de piramide van Paslov is de bovenste trap de zelfbevestiging). Heel de pedagogie en pediatrie is gericht op vrijheid en zelfstandigheid. Ook in de opleiding van de psychiatrische verpleegkunde gaat het om het opkomen voor je eigen mening, assertiviteit.
De hoogmoedige mens die anderen gebruikt om aan de top te komen van zelfrealisatie.
Hoe verhoudt zich dit tot de zelfverloochening ? Wie niet kan loslaten, komt niet open voor het echte leven. Je gezondheid kunnen prijsgeven, mensen kunnen loslaten... dan kun je op het einde ook je handen openen. "Houd Mij niet vast". We moeten het lege graf loslaten, niet zien... en toch geloven.
Wat houdt zelfverloochening in ? Is niet puur negatief. We moeten alles in zijn juiste perspectief plaatsen, nl. dat van de verrijzenis. Wat maakt ons nu ongelukkig of gelukkig? Waar ben ik echt mee bezig? Wat doet het meeste pijn?
Dit alles heeft vaak te maken met macht, bezit, genot. Dit zijn on-
De evangelische waarden leggen die aan banden, nl.
-
Ook mezelf kunnen aanvaarden zoals ik ben, nl. als kind van God. Dat is gehoorzaamheid.
-
-
2.2 Mijn leven is een onvoltooide symfonie waarvan God het slotakkoord heeft.
We moeten aanvaarden dat in ons leven veel onvoltooid is, onvolmaakt.
We moeten kunnen aanvaarden dat het onaf-
Dit doet me dan de paradox begrijpen : heilige onrust en heilige onverschilligheid :
-
-
We worden dus uitgenodigd om te vertrouwen op de Voorzienigheid. Dit heeft alles te maken met vertrouwen in het leven, ook al zien we het niet. Ik zal het in het hiernamaals ontvangen.
Ik geloof in de lijn die God tekent in mijn leven.
Leven in het onvoltooide kan ik maar als ik me toevertrouw aan Gods liefde, nl. deemoedig "Heer, Gij weet alles, Gij weet dat ik U bemin..." "Weid mijn schapen".
Alleen de liefde van de Heer maakt me liefde-
3 Naar de anderen toe (Mededogen)
Ik moet het zelf hebben meegemaakt, door Gods liefde, dat ik naar de ander kan gaan.
Concrete naastenliefde wordt de plaats van mijn Godsliefde, daar waar ik die Godsliefde beleef. Ik dien de Heer in de anderen, volgens Mt 25,31-
We krijgen deel aan de verrijzenisvreugde, we ontvangen Zijn rijk als we de naastenliefde als topwaarde beleven : altijd -
Met Gods genade kunnen we het proberen. Cfr. Barmhartige Samaritaan, nl. een vreemde, die er niets mee verdient.
Levinas : "Filosofie van het gelaat" : Het gelaat van de ander stelt me voor een ethisch imperatief. Christus heeft zijn eigen filosofie van het gelaat : "In ieder ander zie ik de contouren van Gods gelaat" (30 dec.).
Kanunnik Triest (Stichter van de Broeders van Liefde) : "Ik mag zeggen, gij zijt goden op aarde... want gij voedt de armen van Christus... voor wie de zon niet meer schijnt... Voor zulken klederen bezorgen, medicijnen bereiden, hun bed opschudden, hun vuile, stinkende wonden .. is dat geen zon scheppen, hun doen verrijzen en ze trekken uit de schot van de dood ?"
Wie zijn die mensen tot wie wij moeten gaan (vanuit de verrijzeniswerkelijkheid) :
Christus brengt er ons zelf al heel wat aan : werken van barmhartigheid. Ik was hongerig, vreemdeling…
HONGER : bv. Huize Triest hier in Gent : 40/50 mensen elke dag
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
VREEMDELING
-
-
-
-
-
-
Ieder moet hierrond een leefplan en actieplan opstellen (bv. vrijwilligerswerk).
-
-
-
IK WAS NAAKT, GIJ HEBT ME GEKLEED
-
-
-
-
-
IK WAS ZIEK
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
IK WAS GEVANGEN EN JE BENT ME KOMEN BEZOEKEN
-
-
-
III EEN GEBED TOT BESLUIT
Heer Jezus, we zijn nog vol van het Paasfeest, van de Paasvreugde omdat we een perspectief kregen als geen ander. Maar het ontwaken brengt sporen van de dood terug, de ruzie is er nog, het lijden, de overspanning... Ook onze omwereld vertoont barsten. De Paasvreugde heeft de mot.
Het graf blijft leeg en we staren naar de hemel...
Net als de leerlingen op weg naar Emmaüs zitten we vol zwarte gedachten van onmacht, gekwetste trots...
Maar we zullen ervaren dat Gij er toch zijt en dat Gij U laat kennen in liefde, vermaning, hulp aan medemens.
Gij blijft met ons op uw ongrijpbare en onbegrijpbare wijze.
Wij geloven en vertrouwen dat Gij zult verschijnen...
Deze brochure werd gemaakt
op basis van de notities van een toehoorder
Er bestaat ook een audio-