GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

Engagement binnen de Maria-Kefasgemeenschap

5-10-1999


EEN WOORD TER VOORBEREIDING VAN ONZE GEMEENSCHAPSRETRAITE



DEEL I  ONGEKOMPLEXEERD ENGAGEMENT


Dit onderricht heeft als bedoeling dat personen die van de Gemeenschap deel wensen uit te maken dit met vertrouwen zouden kunnen doen, zonder aarzeling, en anderzijds dat men duidelijker zou weten waartoe men zich engageert binnen de Gemeenschap, wat ons - naast menselijke of persoonlijke redenen - ten diepste samen bindt, wat onze roeping is en wat onze gezamenlijke zending is waarvan we niet mogen afwijken en die we op de verschillende echelons van de Gemeenschap zouden moeten in praktijk brengen.


I  Is de Gemeenschap te vertrouwen?


Als men de kritiek hoort over sommige groepen die ontsporen dan bemerkt men dat het daar vaak gaat over een leiding die personen uitbuit voor eigen profijt, of om de macht, of waar geen vrijheid meer voorhanden is.  Anderzijds sluit een gezamenlijk doel natuurlijk uit dat men allerlei aan elkaar tegengestelde doelen gaat nastreven want dan zou men niet meer eenzelfde gemeenschap hebben.  Je kan ook vragen stellen rond democratie en leiding in een gemeenschap; rond gradaties in het engagement.  Over sommige van deze zaken zou ik in dit eerste punt willen spreken.

“Slavin van de Kerk”

Vorige dinsdag zag ik in een middaguitzending van VTM de schrijfster van het boek “Slavin van de Kerk” (Irène Martens, Uitg. Van Halewyck, 206 blz., 598 Bef.); zij kraakt daarin de gemeenschap “Het Werk” en noemt het met nadruk een sekte.  Bij de voorstelling van het boek zag ik op de voorgrond ook priester Devillé.  In haar uitleg op het scherm zei de schrijfster onder meer dat men in die sekte de ene dag soms moest koken, de andere dag moest besteden aan lectuur.  Kortom, zei ze, je had er geen vrije wil meer, je kon niet meer zelf beslissen over wat je ging doen of niet.  Het zijn enkele neurotici die aan de top staan en die voor jou alles beslissen.

En toen even later de reporter zei dat ze door haar verblijf in die “sekte” haar geloof was kwijt gespeeld en ze niets meer van de katholieke kerk moest hebben, toen zei ze : “De Kerk is een maffiabende, want ze maakt gebruik van de diensten van die sekte, en dat is typisch hetgeen ook de maffia doet”.


“Het Werk”

Ik ken het Werk niet voldoende om daar welke uitspraak dan ook over te doen.  In Israël hadden wij contact met wat juffrouwen ervan en die kwamen ons uiterst sympathiek, open en ook diep gelovig over.  Er is nu echter al zoveel om te doen geweest, dat ik hoop dat de Kerk daar eens serieus onderzoek over doet en ofwel de zaken rechttrekt, ofwel die zaak ontbindt.


“Mijn vrije wil wordt mij ontnomen”

Maar in de rand van al die beschuldigingen komen zo’n soort uitspraken naar voor waar ik zo toch wel wat mijn bedenkingen heb.  Ook naar aanleiding van een ander boek van enige jaren geleden “Ex-non”.  In de kerk is zeker niet alles ideaal.  In de religieuze gemeenschappen evenmin.  In de wereld nog minder.  En in nieuwe gemeenschappen zullen ook wel een deel  zaken aan te merken zijn.  Als Ives een paar dagen geleden eeuwige geloften aflegt, en daarin onder meer belooft van celibatair te leven of van geen eigen bezit op te bouwen.  En na een paar jaar zegt hij: de redemptoristen, wat een sekte is dat!  Je mag daar nog niet eens trouwen, je mag daar nog niet eens je eigen huis hebben.  Of in verband met de gelofte van gehoorzaamheid: Ze vragen me van naar Bagdad te trekken, en dat zegt me helemaal niets.  Hier gaan ze in tegen de menselijke vrije wil…  


Vrije wil en vrij engagement

Je begrijpt, vorige woensdag en een zondag 3 jaar geleden was er niemand die Ives verplicht heeft van dat engagement aan te gaan.  Er wordt verondersteld dat je op 25 jaar, laat ons zeggen, toch reeds ernstige engagementen op je kunt nemen.  Als je getrouwd bent en na een paar jaar zegt: Zeg, dat gehuwd zijn, dat is maar niets hee; ik ben verplicht van bij de kinderen te blijven, van voor die klein gasten te blijven zorgen; het huwelijk, dat zouden ze moeten verbieden, dat is iets sektarisch, want je bent niet meer vrij…

Het huwelijk, het religieus leven, het gemeenschapsleven zijn verbintenissen die men vrij op zich neemt.  Men neemt er dan de gevolgen bij.  Natuurlijk, ik ga niet beweren dat er nooit misbruiken geweest zijn, noch in het een, noch in het ander.  Als je er als mens systematisch wordt stuk gemaakt, dan gaan wij dat vandaag onmiddellijk aanklagen, en terecht.  Sommige zaken moet je wat in hun tijd zien ook.  In het gezin was het ouderlijk gezag ook wel eens wat tiranniek, zoals het vandaag vaak te weinig aan bod komt met alle nadelige gevolgen voor de vorming van het kind.  Als men echter in een abdij zegt: op dat uur staan we op, en die neemt die functie op zich, en op dat uur komen we opnieuw samen…  Ofwel kies je voor zo’n leven, ofwel zeg je: nee, ik wil mijn eigen baas blijven.  Dan treedt je niet in in dat soort gemeenschap.  


Evaluatie

Naar aanleiding van die twee boeken krijg ik de indruk dat die mensen wellicht niet de juiste oversten en de juiste omgeving hebben aangetroffen, maar vooral ook dat zijzelf ofwel niet de volwassenheid hadden om al of niet vrij voor die gemeenschap of groep te kiezen, ofwel dat ze niet de spirituele diepte van dat engagement zijn binnengetreden; ook in dat laatste geval ga je daar uiteindelijk aan ten onder of loop je daar als een zombie bij of ga je een halfslachtig leven leiden.  Ook in religieuze communiteiten ontmoet ik soms zulke mensen.  Soms was dat echt hun roeping niet.  Dat is dan een persoonlijk probleem.  Nogmaals, sommige gemeenschappen, zoals sommige wereldlijke groepen zullen niet goed functioneren omdat de menselijke persoon er te weinig aan bod komt of te weinig gewaardeerd wordt, omdat er te weinig leiding of een te strakke leiding is.  Men moet echter goed beseffen dat ook de Kerk geen pure democratie is, maar dat ook daar een leiding is en dat deze - en dat zal de wereld nooit aanvaarden - die leiding als opdracht en als charisme van God heeft ontvangen.  Dat mensen charisma’s en verantwoordelijkheden kunnen gaan gebruiken voor zichzelf, voor eigen glorie of voor eigen beperkte visie, dat is het risico dat God wil lopen en dat de Kerk de eeuwen door gelopen heeft.  

Kunnen we hier iets mee doen voor onze gemeenschap?  Er wordt verondersteld dat we na enige jaren voldoende onszelf en de  gemeenschap kennen om te weten welk soort van groep dat is, welk soort van leiding, of daar onze roeping ligt en of we ons daar goed mee gaan voelen.  We moeten zelf toch voldoende kunnen oordelen of dat iets is dat waardevol genoeg is en waarin ik als mens ook voldoende gewaardeerd wordt, waar voldoende openheid is, voldoende respect voor de menselijke persoon enz…  Waar ik als christen ook voldoende spirituele diepgang aanwezig vind.  Zie ik dat er niet in.  Dan maak ik mijn keuze.  En natuurlijk, afscheid nemen van mensen valt zwaar, maar we moeten zelf ook in de waarheid durven staan, niet enkel tegenover onszelf, ook tegenover de anderen. Ik moet ook niet menen: ik zou wel in die gemeenschap willen zijn was ze maar eens zus of zo was, waren deze of die mensen maar eens in de leiding enz…  Dan treed ik in in een denkbeeldige gemeenschap.


Doorheen dit alles durf ik toch ook echt een duidelijk onderscheid maken tussen een sociologische groep en een spirituele groep.  Geen enkele kerkelijke en spiritualiteitgroep of religieuze gemeenschap zal zich tegenover priester Devillé of de media kunnen verantwoorden omdat deze laatsten zich op een niet-religieus standpunt stellen.  De sektecommissie had indertijd alle echte religieuze gemeenschappen op de lijst mogen zetten.  Het enige probleem was dan dat er ook echte sekten op voorkwamen.

Samengevat, ook naar onszelf toe zou ik uitnodigen tot rustige beschouwing van deze gemeenschap, te onderscheiden waar er gevaar is van sektarische zaken, maar toch te bedenken dat een spirituele gemeenschap iets heel anders is dan een louter op sociologische wetten gesteund organisme.  De mens mag er niet aan stuk gaan, maar een gemeenschap zal altijd anders zijn dan ons eigen klein beeld en gelijkenis.  Heb ik jarenlang diepgaande kritiek op een gemeenschap, dan is dat geen goede gemeenschap of is het niet mijn roeping om er deel van uit te maken.

Tot hier deze bedenkingen vanuit een nieuw boek vol kritiek op kerkelijke bewegingen.  We gaan daar niet telkens op terugkomen.  Maak zelf een volwassen keuze.  En ga dan vertrouwvol op weg.  Blijf niet kankeren.


II  Kiezen voor het Charisma van de Maria-Kefasgemeenschap


Ik wil nu graag met jullie even teruggaan naar de basis van onze Maria-Kefasgemeenschap.  Naar het eigen charisma.  In dit onderricht maak ik daar gewoon maar een begin mee.


Vooraf: De Maria-Kefasgemeenschap is een christelijke lekengemeenschap.  Ik bedoel daarmee dat het een gemeenschap is waarvan de leden christenen zijn en wat hen samenbrengt is hun gegrond zijn op Christus. Het is de genade van hun doopsel die de grond vormt van hun samenkomen.  Ook als er priesters of religieuzen zouden deel uitmaken van de Gemeenschap zijn zij niet méér dan de andere leden.  De gemeenschappelijke en typerende basis is de doopgenade.  De rest kan er bijkomen, maar is niet essentieel.


A Radicale toewijding aan God

Het eerste wat mensen heeft samengebracht was het verlangen dat Gods Geest in enkele kernleden van een Gentse charismatische gebedsgroep heeft gelegd om radicaler gegeven te zijn aan God.  Het leek hun niet genoeg in een charismatische gebedsgroep te zijn, zij wilden een diepere toewijding aan God beleven en elkaar daarbij tot steun zijn.  In feite gaat het over het openbloeien van de doopgenade waardoor we aan God toegewijd zijn en door Christus worden samengebracht.  Die verdere stap, van gebedsgroep naar gemeenschap was aanvankelijk een uitnodiging tot de kern van die gebedsgroep en op een groepsdag werd later die uitnodiging tot alle leden gericht; nog later werd de gemeenschap ook opengesteld voor personen uit andere gebedsgroepen, eerst uit Gentbrugge en daarvan zijn Hilde en Andrea nog overblijfsels.


B Met de naam Maria-Kefas ontvingen we een: “Mariale en kerkgerichte genade en zending”

De Naam Maria-Kefas bestond al voor de Gemeenschap.  Op een bepaald moment heeft de Gebedsgroep die naam ontvangen, die in feite niet ver gezocht moest worden.  De groep was ontstaan en kwam aanvankelijk samen in de crypte van Onze-Lieve-Vrouw-Sint-Pieter, de kerk aan het grote Sint-Pietersplein.  Onze-Lieve-Vrouw werd Maria en Sint-Pieter werd Kefas, de naam die Jezus aan Petrus gaf, de rots.  Voor ons staat die naam voor onze verbondenheid met de Kerk.  Nicole d'Oise, die ondertussen reeds jaren is overleden,  kwam op die formulering en onmiddellijk was er eensgezindheid rond.  Op een volgende Groepsdag werd die naam dan officieel aangenomen en werd de eerste strofe van ons Maria-Kefaslied gezongen.  Met het refrein bedoelden we 2 dingen uit te drukken: dat deze groep echt een kind van Maria zou zijn, dat ze er zorg voor dragen, naar Jezus woord op het kruis: “Ziedaar uw zoon, ziedaar uw kind”, wees er echt moeder voor.  Het tweede was de naam die we aan Maria wilden geven: “Maria-Kefas”: Maria van de Kerk.  Maria hoort bij de Kerk.  Zoals ze aanwezig was te Kana met Jezus en zijn apostelen, zoals ze op Pinksteren was bij de eerste Kerk.  Maria van de kerk, zo is haar naam.


O Maria, zuiv're Maagd, moeder Gods die Jezus draagt,

wijd uw zorg en zegen aan de Kerk

voer ons weer naar eenheid, liefde en gegevenheid

leid ons hart naar Jezus en zijn Werk


Ziedaar uw kind, uw Naam: Maria-Kefas

aanvaard en houd tesaam: Maria-Kefas


O Maria, held're bron, waar voor ons het heil begon,

bind het kwaad, dat Jezus' volk bedreigt.

Moeder, geef ons goede raad, aan bedroefden dageraad.

Bid dat Jezus' Geest zijn vuur verspreidt.

T: Ben Van Vossel

M: Naar Slotzang Byzantijnse liturgie ‘Mnohaia Lyta’, ‘Nog vele jaren’


De Gemeenschap heeft de naam “Maria-Kefas” overgenomen van de Gebedsgroep en de spiritualiteit verder ingevuld.


1* KEFAS: stond voor ons verlangen om ons echt in het hart van de kerk te situeren.  Priester Devillé zou nooit in de Maria-Kefasgemeenschap kunnen zijn.  Niet dat alles wat hij zegt en doet verkeerd zou zijn of niet de minste grond zou hebben.  Nee.  Maar omdat de liefde voor de Kerk, ook als instituut,  niet aanwezig is in zijn woorden en daden.  Omdat hij de kerk afbreekt, de concrete Kerk, zoals ze is, met haar gaven en haar falen; omdat hij ze voor de media afbreekt tot de grond en omdat in zijn goedkeurende aanwezigheid de kerk wordt uitgescholden voor een maffiabende.  Zoiets doet men niet als men in de Maria-Kefasgemeenschap is.


- Wat met de kritiek op de Kerk?

Als we nu toch negatieve zaken zien in de Kerk?  Moeten we dan zwijgen?  Moeten we dan, zoals onze gewezen ‘slavin van de kerk’ over haar stichteres zegt: niet redeneren, niet discussiëren en niet kritiseren?

Ik denk dat we dat op het juiste niveau en vanuit de juiste gezindheid wel kunnen doen.  Als we verkeerde zaken zien is er die vaststelling.  Met mensen die ook veel van de Kerk houden kunnen we daar over spreken; discussiëren kan de bedoeling hebben om verder tot klaarheid te komen, het probleem te omschrijven.  Kritiseren: kan enkel zijn dat we opbouwende kritiek hebben en uitbrengen naar instanties die daar echt iets aan kunnen doen.  In geen geval gaan we dat doen op de wijze van Devillé, die de kerk onnoemelijk veel schade heeft toegebracht doorheen de hypnotische kracht die de media op onkritische personen heeft.

Binnen de Gemeenschap zijn we - hopelijk - niet blind voor het falen van de Kerk.  Wij voelen ons echter zo verbonden met het concrete lichaam van de Heer, dat ons dat droef maakt, dat dat ons naar het hart gaat.  Wij gaan dan bidden èn wij gaan onszelf heiligen. (Doen we dat echt?) En we gaan daar zelfs samen voor bidden, opdat God zijn Kerk zou heiligen.  In bepaalde gevallen zullen we daar op een bepaalde - vanuit liefde en gebed ontvangen - manier op reageren. Dit zal nooit kunnen betekenen dat de Kerk hoe dan ook wordt afgebroken.  Dat is een van de grondopties van de Maria-Kefasgemeenschap.  Wie daar niet kan in intreden zit in de verkeerde gemeenschap.  Misschien zijn er in de kerk gemeenschappen of groepen die als roeping hebben tegen de schenen van de Kerk te stampen, maar dat is niet de roeping van de Maria-Kefasgemeenschap; dit moet voor ons allen heel duidelijk zijn.


- Onze houding tegenover het leergezag

Een ander gevolg van die keuze voor de Kerk, die in de naam "Kefas" naar voor komt is, dat we ons gaan afstemmen op het leergezag van de Kerk op het vlak van het dogma en de moraal.  Dat betekent dat we aanvaarden dat God zijn Kerk bijstaat, door de heilige Geest, om geen grondige onwaarheden te vertellen of de mensen voor hun persoonlijk en maatschappelijk leven op een verkeerde weg te leiden.

We hebben allen wel eens gehoord over de evolutie van het dogma: dat sommige zaken voor de Kerk klaarder kunnen worden in de loop der tijden.  Nooit echter kan ze iets vertellen dat tegen het door de apostolische Kerk geformuleerde geloof ingaat. Wij aanvaarden daarom wat de kerk nu leert.  Met de Kerk bedoelen wij de verzamelde bisschoppen die in eenheid zijn met de bisschop van Rome, Kefas, ook als dat geen heilige zou zijn.  Wij gaan dus eerder luisteren naar de paus en de verzamelde bisschoppen dan naar die of die geïsoleerde bisschop (het weze Gaillot of Mgr. Lefebvre) of naar deze of die theoloog die weer eens met een andere theorie naar voor komt.  Dit kan een zeer behoudsgezind denken lijken, en in zekere zin is het dat ook, maar dit is wat de Gemeenschap bij haar ontstaan als zending heeft gekregen.

Concreet betekent dit dat we ons willen toeleggen op de kerkelijke documenten (iets waar we elkaar moeten bij helpen) en dat we ons voor concrete strijdpunten op het vlak van christelijke moraal ons gaan afstemmen of wat de Kerk leert.  

Ook als we dus in onze gezinswerking of onze publicaties of onderrichtingen gaan spreken over huwelijk, gezin, opvoeding, gaan we ons afstemmen op de kerkelijk moraal en gaan we ons laten inspireren door de kerkelijk leer daaromtrent.  Dat heeft ons van bij het begin van de Gemeenschap voor ogen gestaan en het is belangrijk, bij de verdere ontwikkeling van de Gemeenschap, dat die houding dezelfde blijft.  Als men daarvan zou afwijken zou men niet meer de Maria-Kefasgemeenschap zijn en wie op dat vlak een andere strekking zou zijn toegedaan situeert zich niet binnen de zending van de Maria-Kefasgemeenschap.  Onze gemeenschappelijke grondoptie moet dezelfde zijn.  Dit betekent niet dat men bepaalde morele kwesties niet moet bespreken, maar dit moet toch altijd gebeuren vanuit een goede kennis van de kerkelijke stellingnamen of de kerkelijke inspiratie.  Men moet die dus ook goed kennen en niet gewoon wat stellingen van een mediabisschop of media-ethicus.


2* MARIA

Maria is de tweede vleugel waardoor onze charismatische gemeenschap zich kenmerkt en waarvan ze zich niet los kan maken zonder haar eigenheid te verliezen.  Natuurlijk, ik wil hier de zaken niet op de spits drijven: zoals in onze radicale toewijding aan God, zoals in onze houding tegenover de Kerk, zo kunnen wij ook groeien in relatie tot Maria en het is niet goed dat wij elkaar om de oren slaan met onze eigen Maria-devoties of altijd maar meer uitgebreide mariale devoties in de gemeenschap zouden invoeren.  Wat we met die naam Maria in “Maria-Kefas” bedoelen heeft enkele aspecten:


Het gaat hem op de eerste plaats hierom dat we de rol van Maria in het heilsplan van God erkennen, beleven en ervan getuigen.  Hiervoor gaan we ons als gemeenschap vooral refereren naar de gezonde kerkelijke leer en niet naar allerlei uitwassen of persoonlijke, of streekgebonden devoties die onszelf misschien wel kunnen stichten maar die andere personen soms zelfs eerder afbrengen van de eigenlijk relatie tot Maria, de Moeder van de Heer.  Ik moet eerlijk toegeven dat sommige maria-freaks me wel eens fel gehinderd hebben in mijn relatie tot Maria.  Maria heeft geen waarde zonder relatie tot Jezus, dan is zij enkel een gewoon mens.  Er is maar één Middelaar tussen God en de mensen, de mens Jezus Christus.

Om het "middelaarschap" van Maria, ik zet dat middelaarschap tussen aanhalingstekens, juist en volgens de leer van de kerk te begrijpen, wenden wij ons best naar de Encycliek "Redemptoris Mater" "Moeder van de Verlosser" van paus Johannes Paulus II. Het derde deel draagt als titel: Middelares als Moeder.  


Nr. 38: De Kerk weet en leert met Sint Paulus dat wij één middelaar hebben: ‘Want God is één, één is ook de middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus, die zich als losprijs voor allen gegeven heeft’ (1 Tim. 2,5-6).  'Welnu, de moederlijke taak van Maria tegenover de mensen verduistert of vermindert op geen enkele wijze dat enig middelaarschap van Christus maar toont aan, hoe krachtig het is'.  Het is bemiddeling in Christus.

De Kerk weet en leert dat “elke heilsinvloed van de Heilige Maagd op de mensen ontstaat… uit welbehagen van God, voortvloeit uit de overvloed van de verdiensten van Christus, op zijn middelaarschap is gevestigd, daarvan volkomen afhankelijk is en daaruit haar gehele kracht put; de onmiddellijke vereniging van de gelovigen met Christus geenszins belemmert, maar juist bevordert.”  Deze heilsinvloed wordt gesteund door de Heilige Geest die, zoals Hij de Maagd Maria overschaduwde en haar goddelijke moederschap deed aanvangen, zo ook voortdurend haar zorg voor de broeders en zusters van haar Zoon bijstaat.

Het middelaarschap van Maria is inderdaad nauw verbonden met haar specifiek moederschap en heeft een specifiek moederlijk karakter waardoor het onderscheiden is van het middelaarschap van de andere schepselen die op verschillende maar altijd onderschikte wijzen deelnemen aan het enig middelaarschap van Christus, ook al blijft het hare eveneens deelname….

Zussen en broers, eens dat we dit goed begrepen hebben kunnen wij ons verder met vertrouwen toewijden aan Maria; in de Gemeenschap is het een engagement om dat elke dag te doen, in vereniging met al onze broers en zussen.  Wij begrijpen dat Maria inderdaad de gemakkelijkste, kortste en zekerste weg is naar Jezus.  Maar sommige Maria-devoties en sommige erg mariale personen vormen wel eens een hinderpaal, doordat ze Jezus wegmoffelen bij het naar voor schuiven van Maria.  Deze erg mariale mensen hebben Maria niet goed begrepen: zij is de verwijzende naar Christus.  Dàt is haar zending.  Jezus doorgeven aan de wereld, de mensen verwijzen naar Jezus,  God groot maken.



DEEL II  KIEZEN VOOR HET CHARISMA VAN DE MARIA-KEFASGEMEENSCHAP


I Radicale toewijding aan God


A. Hele leven!

1. God houdt van u, Hou van Hem!

Met heel ons leven willen wij aan God toegewijd zijn. Vanuit het besef dat God bestaat en dat Hij een God van liefde is, die onze oorsprong en onze bestemming is en die al onze liefde en alle toewijding van de hele mensheid waardig is.  De toetreding tot de Gemeenschap gebeurt normaal pas nadat men een sterke ervaring gehad heeft van Gods oneindige liefde, zoals ze zich getoond heeft in Jezus, de mensgeworden Zoon van God, gekruisigd en verrezen.  Deze ervaring kan een soort bekeringservaring zijn.  Het kan ook een langzame groei zijn, waarbij men op een bepaald moment of in een bepaalde levensfase zich sterker bewust wordt van de liefde van God en men zich aan Hem wil toevertrouwen in dankbare liefde.  Als het gebeurt omwille van andere motieven, bv. enkel omwille van de steun van andere christenen, of om de kinderen in een christelijke omgeving te brengen, dan zal men zich - eens dat men toetreedt tot de Gemeenschap - toch nog echt moeten openstellen voor die diepe geloofsvisie en geloofservaring dat God ons in Jezus is tegemoet gekomen met de overvloed  van zijn barmhartige liefde.  

Intreden in de Gemeenschap wil dan een antwoord zijn op die liefde.  Als Hij zich zo totaal heeft gegeven voor mijn heil, wil ik mij ook helemaal aan Hem toevertrouwen.  Dat is het fundamentele christelijke engagement dat we in de Gemeenschap willen benadrukken en expliciet gestalte willen geven.  Zoals Alfonsus van Liguori het zei: God houdt van u, hou van Hem!  Of zoals in een liedje dat men in de LLL (Loven Luisteren Leven) nogal eens zong:  

Het enig verlangen van mijn hart is: heilig te zijn,

apart geplaatst te zijn voor U, mijn Meester,

gereed om uw wil te doen.


1. Purify my heart,

let me be as gold and pre­cous sil­ver.

Purify my heart, let me be as gold, pure gold.

Keerv. Refiner's fire, My heart's one desire

is to be holy, set apart for You, Lord.

I choose to be holy, set apart for You my Master,

ready to do Your will.

2 Purify my heart, cleanse me from my sin and make me holy.

Purify my heart, cleanse me from my sin deep wit­hin.


1 Zuiver heel mijn hart,

laat me zijn als goud

en kostbaar zilver.

Zuiver heel mijn hart,

laat me zijn als goud,

zuiver goud.


Herscheppend Vuur,

één wens leeft in mijn hart :

maak mij heilig,

enkel bestemd voor U, Heer,

ja maakt me heilig,

helemaal levend voor U, mijn Meester,

klaar om Uw Wil te doen.


2 Zuiver heel mijn hart,

neem de zonde weg

en maak me heilig.

Zuiver heel mijn hart,

neem de zonde weg,

diep in mij.

(Nedl. Maria-Kefasgemeenschap)



Van God houden, zussen en broers, want alles wat je hebt en wat je bent, is van Hem.  Voor u heeft Hij alles gedaan, voor uw heil.  Die wederliefde, die toewijding aan God willen we beleven in de Gemeenschap, we willen dat samen beleven.  Maar het geheel is maar wat ieder inbrengt.  Daarom draagt ieder van ons de verscheurende verantwoordelijkheid om zelf totaal gegeven te zijn aan de Heer, opdat de hele gemeenschap de Heer zou toegeheiligd zijn.


2. Levensstijl (hele leven)

(Levensstijl : nl. al wat ik doe wordt gekenmerkt door het toegewijd zijn aan God: apart gezet “set apart for You my Master, ready to do your wil


III   Charismatisch


1 Hij leeft!

Als derde punt in de eigen spiritualiteit van de Maria-Kefasgemeenschap zou wil ik het ‘charismatische’ aspect vermelden.  Meer dan vermelden doe ik hier niet.  En als ik hier spreek over ‘charismatisch’ heb ik het hier niet uitsluitend of op de eerste plaats over de tongentaal of de handen omhoog steken.  Dat zijn de aspecten die buitenstaanders over de charismatische vernieuwing hebben.

Op de eerste plaats bestaat de charismatische genade en roeping in het diepe bewustzijn en blij beleven van de aanwezigheid van de verrezen Heer.  Hij leeft!  Il est vivant!  He is alive! Christus, mijn vreugde, is verrezen!

De hoop hangt daar onmiddellijk mee samen.

En dat is dan ook de ziel van ons samenkomen: de levende Heer in ons midden!

Een charismatische gemeenschap is dan ook een groep christenen die samenzijn rond de verrezen Heer en zich daarvan scherp bewust zijn.


2 De H.Geest

Die levende Heer zendt zijn Geest in ons midden en de Geest brengt mensen samen rond Jezus.

Die geestelijke gemeenschap kenmerkt zich door :

Lofprijzing:

Blij geloof

Zo’n gemeenschap zal dan ook gekenmerkt worden door een sterk en levendig geloof: terwijl rondom heel wat twijfel is en twijfel gezaaid wordt, terwijl rondom er defaitisme is naar de toekomst van het geloof en de van Kerk, wekt de Geest in veel mensen een frisse en vreugdevolle hoop en een rustig geloof.  

Spontaneïteit (ook charisma van leiding en ‘orde’)

Blij en liefdedevol samenkomen: de Geest brengt mensen samen en richt ons nar anderen


3 De charismen
- Er voor openstaan + aanwenden:

Dit beleven we niet enkel op de maandelijkse gemeenschapsdag.  Als je er de mogelijkheid toe hebt - onderzoek die mogelijkheid af en toe - zou het goed zijn dat je ook daarbuiten al eens een charismatisch samenzijn hebt en je kunt oefenen in de charismen die de Geest geeft aan zijn mensen maar waarin men moet groeien door juist dat charismatisch samenzijn.  Beoefen ze in ieder geval sterk in de leefgroepen.  leer het woord van de Heer ontvangen als het woord van de Levende.  Leer de lofprijzing in de leefgroepen maar ook in uw persoonlijk gebedsleven en ook de tongentaal.  Dan wordt ons maandelijks samenkomen ook meer charismatisch.

- Onderscheiden + waarderen + kansen geven

- Met vrijmoedigheid en wijsheid

° Binnen de Gemeenschap : voorwaarde: eenheid en gerichtheid op de Heer

° In de evangelisatie

Concreet bv op Gezinsdagen?  Eucharistievieringen Voskenslaan?  Vesperdiensten?  Hier zal het vreugdevolle en de sterke evangelisatie op de voorgrond staan + het biddend karakter.

Charisme van de genezing niet vergeten: tot heil van de hele mens.

- Charisma van genezing en bevrijding

Bij het charismatisch aspect hoort ook de openheid voor evangelisatie en voor het aanwenden van de charisma’s rond genezing en bevrijding.  Elke gelegenheid die zich daaromtrent voordoet moeten wij met open handen aangrijpen.  Bid thuis over elkaar, over je kinderen, bid over zieken, bid over mensen die met verslaafden in huis zitten, jonge drugverslaafden.  Niet vanuit jouw ingebeelde macht, maar vanuit de kracht van de Levende Heer in wiens dienst je staat en vanuit de Geest waarmee Hij je heeft gedoopt.  Ook dat is leven vanuit de volheid van onze doop- en vormselgenade.


IV   Relatie tussen leefgroepen en de Gemeenschap


Steeds grotere fragmentering

De moderne tijd is kan je op velerlei manieren ontleden en trachten te begrijpen.  Een van de kenmerken - misschien wat sociologisch maar met vele implicaties naar veel facetten van de mens - is dat we in compartimenten leven, dat ons leven gefragmenteerd is, in stukjes ingedeeld.  Er zijn de huiselijke relaties, de relaties op het werk, de relaties met enkele vrienden, de relaties met mensen die we kennen maar met wie we niet zo’n nauwe relaties hebben.  Zo is er ook de relatie met zussen en broers en ook hier kunnen we nog allerlei compartimenten inbouwen.  Er is de gemeenschap bijvoorbeeld en er zijn de leefgroepen.


Gemeenschappelijk engagement

Het fundament van ons samenkomen in de Gemeenschap is het gemeenschappelijk engagement, het engagement van de gemeenschap als geheel.  Dit is fundamenteel.  Het zijn niet op de eerste plaats kleine leefgroepen die geroepen worden als Maria-Kefas, maar de Gemeenschap.  Dat neemt niets af van de waarde die leefgroepen kunnen hebben en de bezieling en steun die ervan kunnen uitgaan.  Maar de basis van ons samenkomen is de gemeenschap, de gemeenschappelijke roeping en zending.  


Kiezen voor de Gemeenschap

Het is daarom van belang dat onze persoonlijke keuze voor de gemeenschap een keuze is voor de hele gemeenschap en niet voor ergens een kleine groep van de Gemeenschap of voor enkele personen.  Die keuze voor de Gemeenschap concretiseert zich in de trouwe aanwezigheid aan de echt gemeenschappelijke samenkomsten èn activiteiten.  Ook de activiteiten, de concrete evangelisatieacties, waar we niet enkel ontvangen maar onze tijd en moeite geven voor anderen, voor hun heil.  Je zal zelf wel onderscheid weten te maken tussen een activiteit waar vooral broers en zussen van het Gentse bij betrokken zijn en deze waar eigenlijk telkens of af en toe ook de inzet van andere zussen en broers welkom of gewenst of absoluut nodig is.  Je moet al die samenkomsten en activiteiten eens tot u laten komen en dan in de Heer en misschien ook in de persoonlijke begeleiding u eens afvragen wat de Heer op dat vlak van u verwacht.


Waarde(n) van de leefgroepen

Anderzijds zijn die leefgroepen enorm belangrijk om alle charismen gemakkelijker aan bod te laten komen en te beoefenen zoals ik reeds zegde; ook om de genaden van de gemeenschap en de gemeenschapsdagen verder te verteren als het ware, en om sterk te bidden voor de intenties van de Gemeenschap.  Als de leefgroep voor u een last wordt, moet je je eerst afvragen of je wel voldoende samenkomt in de Heer die u daar opwacht en anders moet je bidden om licht te krijgen rond wat er scheelt en er misschien eens over praten in de persoonlijke begeleiding of met de verantwoordelijke van de leefgroep of met de herder.


V Diensten in en vanuit de Gemeenschap


Dienstbaarheid

- met liefde doen, niet enkel uit verplichting

- omwille van de Heer.  We dienen Hem en niemand anders, ook niet de Gemeenschap, tenzij we ze zien als een lidmaat van het lichaam van Jezus.

- zoals de Heer, in eenheid met Jezus “Gij noemt Mij Meester en Heer … toch ben ik midden u als dienaar.

- dienst aan zussen en broers

- onze negatieve gevoelens weg-bidden

- onze tong heiligen als we negativiteit willen uitspreken naar anderen.

Ben Van Vossel


DEEL I ONGECOMPLEXEERD ENGAGEMENT


I  Is de Gemeenschap te vertrouwen?

‘Slavin van de Kerk’

‘Het Werk’

‘Mijn vrije wil wordt mij ontnomen’

II  Vrij engagement

Vrije wil en vrij engagement

Evaluatie


DEEL II  KIEZEN VOOR HET CHARISMA VAN DE MARIA-KEFASGEMEENSCHAP


I Radicale toewijding aan God

A. Hele leven! (Levensstijl : nl. al wat ik doe wordt gekenmerkt door het toegewijd zijn aan God: apart gezet “set apart for You my Master, ready to do your wil”)

B. Concrete engagementen

Aanbidding o.m. Eucharistische aanbidding

Mededogen

EvangelisatieI


I Met de naam Maria-Kefas ontvingen we een: “Mariale en kerkgerichte genade en zending”


1* KEFAS

- Wat met de kritiek op de Kerk?

- Onze houding tegenover het leergezag

2* MARIA

III   Charismatisch


1 Hij leeft

2 De H.Geest

Blij geloof

Lofprijzing

Spontaneïteit (ook charisma van leiding en ‘orde’)

Vreugdevol samenkomen

3 De charismen

Er voor openstaan + aanwenden

Onderscheiden + waarderen + kansen geven

Met vrijmoedigheid en wijsheid

- Binnen de Gemeenschap : voorwaarde: eenheid en gerichtheid op de Heer

- In de evangelisatie

Concreet bv op Gezinsdagen?  Eucharistievieringen Voskenslaan?  Vesperdiensten?  Hier zal het vreugdevolle en de sterke evangelisatie op de voorgrond staan + het biddend karakter.

Charisme van de genezing niet vergeten: tot heil van de hele mens.


IV   Relatie tussen leefgroepen en de Gemeenschap

Steeds grotere fragmentering

Gemeenschappelijk engagement

Kiezen voor de Gemeenschap

Belang van de leefgroepen

V Diensten in en vanuit de Gemeenschap