GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

A+M

Maria-Kefasgemeenschap

Dag van de geconsacreerden 6 mei 2001

Homilie

TOEGEWIJD IN DE MARIA-KEFASGEMEENSCHAP


JOH.10,27 Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. JOH.10,28 Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven. JOH.10,29 Mijn Vader immers, die ze Mij gegeven heeft, is groter dan allen; en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven. JOH.10,30 Ik en de Vader, Wij zijn een. '


Laat ons even opzien naar Jezus en zijn liefdevolle woorden beluisteren en ons er rond bevragen.  


Jezus de Herder

Jezus heeft zijn mensen die Hem volgen op de weg naar de Vader, naar de vrede, naar de harmonie in hun bestaan, de weg naar het geluk.

Zijn woorden zijn als honing, ze zijn levend water voor de geest, heil en zegen houden ze in, God spreekt er zich in uit, Hij die het mensenhart kent en weet wat het nodig heeft voor zijn blijvende honger.

Ik hou van hen: zodanig dat Hij zijn leven geeft voor zijn schapen.  Hij hoeft zijn liefde voor mij niet meer te bewijzen.

En wat Hij geeft is inderdaad eeuwig leven.  De vervulling van het mensenhart en het menselijk bestaan.

Hij is in eenheid met de Vader en vervuld ons zoals God de bestemming is voor de mens.


Ik zijn volgeling

“Mijn schapen luisteren naar mijn stem.”  Het mag ons blijvend verlangen en onze blijvende zorg zijn om naar Jezus woord en zijn woorden te luisteren, erop uit te zijn om zijn stem te vernemen.

“Ik hou van hen en ze volgen mij.”  Hij houdt van mij.  Volg ik Hem?  Ben ik daar waar Hij is?  

Ik geef hun eeuwig leven… Zegt het mij nog iets, midden al wat de wereld mij te bieden heeft, dat de Heer mij eeuwig leven wil geven, volheid van leven, diepe vrede die de wereld mij niet kan geven.  Geloof ik dat echt, of is er een stuk ontgoocheling in mij gekomen?  Is mijn geloof wat uitgebrand?  Meen ik dat ik zo stilaan alles wel al gezien heb?  Ben ik wat uitgeblust in mijn gerichtheid op de Heer, in mijn toegewijd zijn aan Hem?

Het komt neer op de uitverkiezing en de liefde van de Heer.  En anderzijds om mijn verlangen en mijn beslissing echt van Hem te zijn, Hem te kiezen als mijn herder, echt tot zijn kudde te willen behoren.


Ik, herder met de Herder

Een andere beschouwing wil ik wijden aan onze roeping om herder te zijn.  Het eerste is dat ik echt herder ben: een herder kan alleen maar iemand zijn die zelf Jezus als herder heeft en van zijn mentaliteit is doordrongen.  Hij wordt gezonden om anderen naar de schaapstal en bij de Herder te brengen.  Mijn schapen luisteren naar mijn stem.  Als ik mezelf wegcijfer om Jezus te brengen zullen mensen naar me luisteren.  Omdat het de Heer is, omdat het de geest is die in hen spreekt en in hen werkzaam is.  

Ik ken ze, dat wil zeggen: ik hou van hen, ik voel me verantwoordelijk voor hen, ik sloof me voor hen uit, ik leid hen naar de allerbeste weiden.  Ik bekwaam me om ze zo goed mogelijk te kunnen begeleiden.

Ben Van Vossel