GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD


EVANGELISATIE


A+M

GENT 16/02/1992

Gemeenschapsdag Maria-Kefas

INHOUD

1 Al of niet evangeliseren?

Geen mensen tot bekering brengen?

Wat dan met Jezus' zendingsopdracht?

Opwerpingen

Juist onderscheiden !

We mogen niet zwijgen !

2 Een oproep tot de Maria-Kefasgemeenschap

Hebben we die opdracht juist begrepen ?

Het hart en het omhulsel van het Goede Nieuws

Maar dan : Go !

3 Levensgetuigenis!

De vraag tot ieder van ons : Is mijn leven "getuigend"?

Bidden om een geest van Evangelisatie

1-Ik wil mijn relatie tot de Heer vernieuwen.

2-Ik ga ook sterk bidden en laten bidden om een vernieuwd komen van de heilige Geest;

3-Een derde stap is misschien gewoon de praktijk.

NB  

- Onderscheiding

- Vorming


1 EVANGELISEREN : JA OF NEE ?


Geen mensen tot bekering brengen?

Onlangs (29/01/92) verscheen in de Standaard een verslag over een Colloquium "Het Christendom en de Conquista 1492-1992"; een historicus Jan De Vos sprak over de vroegere en huidige pogingen om de Maya-indianen te bekeren : "Vijfhonderd jaar belegering hebben de Maya's tijd en raad gegeven om hun identiteit onder geen enkele voorwaarde prijs te geven.  Toch zijn er nog altijd mensen die om een of andere reden vinden dat we hen moeten bekeren.  Ikzelf heb ook een tijd die illusie gekoesterd.  Nu weet ik dat we er beter aan doen hen vrij te laten.  De geheimen van hun traditie zijn voor ons niet te doorgronden.  Ik denk over hun wereld na, maar ik besef dat het om een mysterie gaat en een mysterie is nooit te begrijpen"(*).


Wat dan met Jezus' zendingsopdracht ?

Het is vanuit soortgelijke bedenkingen dat christenen een reden vinden om niet te hoeven evangeliseren.  Jezus heeft ons nochtans gezonden om aan (onszelf en) andere mensen het Blijde Nieuws te brengen, met zijn licht, zijn vreugde, zijn onschatbare waarde...  Hij zegde ons :  Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" Mt.28,19-20.  We zien dan ook de eerste christenen op tocht gaan.  De diakens Stefanus, Filippus en vooral Paulus...  In hun spoor tienduizenden missionarissen, leken, religieuzen, priesters...  Ze wilden God doen kennen, zijn liefde voor hen, en Jezus, Gods Zoon, ons gegeven als enige weg tot het echte leven...  


Opwerpingen

Maar dan begint de moderne kristen na te denken en zegt : "Och, die mensen zullen zo ook wel zalig worden, zonder dat wij ze bekeren.  Laat iedereen in zijn eigen waarheid."  En een tweede uitspraak ligt in het verlengde : "Wij moeten die mensen hun godsdienst en hun cultuur niet afnemen; tenslotte is elke godsdienst evenveel waard."


Juist onderscheiden !

Hier worden natuurlijk enkele zaken door elkaar gemengd.  Misschien is inderdaad de grote opdracht van de Kerk het Blijde nieuws zo te brengen dat je de eigenheid, de eigen cultuur van een volk niet totaal gaat stukslaan.  Je moet het aandurven de ene waarde naast de andere te zetten, en mensen en volkeren dan te laten kiezen.  Dat is één zaak.  Maar een andere vraag is : als wij ons niet meer laten zenden om het Blijde nieuws te brengen, met de bedenking dat wij geen vreemde leer willen binnenbrengen bij die bepaalde mensen of volkeren, hoe denken wij dan nog over Jezus?  Is Hij dan voor ons niet meer het kostbaarste geschenk aan de mens?

Ik begrijp een aantal van die opwerkingen tegen missionering; allen zien we toch duidelijk in dat je Jezus niet kunt opdringen aan mensen, dat je het christelijk geloof niet in iemands hoofd kunt slaan met geweld; vaak kunnen we zelfs niets aanvangen met overtuigingskracht en rest ons alleen ons christelijk levensgetuigenis...


We mogen niet zwijgen !

-Maar onze liefde voor Jezus vraagt dat we Hem mensen laten ontmoeten, dat we mensen naar Hem toebrengen om hen gelukkig te maken. "Maar ook gij moet getuigen, want vanaf het begin zijt gij bij Mij"

-Onze liefde voor onze medemensen vraagt dat we hen in contact brengen met Jezus. "En hij bracht hem bij Jezus"

-Onze liefde voor de Vader vraagt dat we zoals Hij Jezus openbaren aan de wereld.

-Onze liefde voor de Geest vraagt dat we onder Zijn invloed getuigen "Jezus is de Heer" (1 Kor 12,3) JOH.15:26 Wanneer de Helper komt, die Ik u van de Vader zal zenden, de Geest der waarheid die van de Vader uitgaat, zal Hij over Mij getuigenis afleggen.



2 EEN OPROEP TOT DE MARIA-KEFASGEMEENSCHAP


"Wij kunnen niet zwijgen"...  Dàt is de evangelisatieopdracht die van bij het begin van de Gemeenschap ook erkend werd als een van de engagementen die we persoonlijk en gezamenlijk aangaan.  Wij verbinden er ons toe te getuigen : dat God bestaat, dat Hij liefde is, dat Hij zijn Zoon gezonden heeft die ons gered heeft en ook vandaag het enige heil is voor de mens..., dat wij geroepen zijn om kinderen te worden van God en als kinderen van God te leven naar het voorbeeld van Jezus door de kracht van de Geest, die God schenkt aan wie tot Jezus komt...  Wij kunnen niet zwijgen...


Hebben we die opdracht juist begrepen ?

Maar is dat echt zo, zussen en broers?  Kunt gij u niet weerhouden van te getuigen?  Is uw hart zo vol van Jezus? Of wilt ge alleen maar een christelijke of westerse cultuur brengen, een soort sfeer waarin gij zijt opgevoed, wilt ge alleen maar reclame maken voor iets van uzelf?  Met alle respect voor mensen die zo vasthouden aan de Latijnse mis, maar sommigen hebben er zo aan vastgehouden dat ze er zelfs de Kerk voor verlaten hebben...  Als Jezus ons opdraagt "Blijf dit doen om Mij te gedenken, dan voegt Hij daar zeker niet bij dat dit in het latijn moet gebeuren".  Daarmee zeg ik niet dat het latijn niet mooi is of dat het gregoriaans niet mooi is.  Maar soms mag ons geloof wel wat uitgezuiverd worden.  Het christendom is niet op een eerste plaats een bepaalde cultuur.


Het hart en het omhulsel

Als wij bv. aan mensen zeggen : je bent christen, je moet dus bidden; wil je bidden dan moet je een gebedshoek hebben met een icoon enz...  Dat eerste, dàt is juist.  Als je christen bent moet je bidden.  Dat van die gebedshoek is een belangrijke raadgeving, een goede raad, maar niet iedere christen zal een gebedshoek moeten hebben om christen te blijven.  Zo zouden we ook een manier om zich te gedragen aan mensen kunnen opleggen, de vraag blijft dan toch altijd : behoort dat tot de kern van het geloof, tot de essentie van het christelijk leven, of is dat een bepaalde manier waarop je kristen kunt zijn? Er zijn er wellicht ook andere.


Maar dan : Go !

Eens dat we zo uitzuiveren wat we menen te moeten verkondigen, eens dat we begrepen hebben dat we Jezus moeten verkondigen, de gekruisigde, de Verrezene, dan moeten we durven op weg gaan... in de kracht van de Geest, en ons door Hem laten inspireren...


3  LEVENSGETUIGENIS


Ik wil nu even onderlijnen wat bij de evangelisatie het belangrijkste is aan onze kant.  Ik kan anderen over de christelijke godsdienst vertellen, ik kan verhalen over Jezus, over Gods goedheid, over de kracht, de vreugde, de vrede die van het geloof uitgaat...  Je snapt echter al direct dat van heel dat woordgetuigenis geen kracht zal uitgaan als er niet mijn levensgetuigenis naast staat; ik bedoel als ikzelf niet een levend getuigenis ben van wat Jezus, Gods goedheid uitwerkt aan kracht, vreugde, vrede in mijn leven.

In zijn laatste boek "Terugblik en Verwachting, Herinneringen van een kardinaal" vertelt kardinaal Suenens over een ontmoeting met een 12-tal jonge mensen van in 1976; ze waren tussen de 20 en 30 jaar, jonge mensen uit de Charismatische vernieuwing uit verscheidene landen.  Toen Jezus hen ontmoette was heel hun leven veranderd, getuigden ze.  Na die ontmoeting met de levende Christus, had ieder van hen zijn leven gericht naar een christendom dat actief en apostolisch beleefd werd.  Hij stelt hun dan de vraag : "Zeg mij waar en hoe jullie de levende Christus ontmoet hebben".  Het antwoord van ieder van hen was fundamenteel hetzelfde : "Ik ben teruggekomen bij de Heer omdat ik Hem ontmoet heb in christenen die vanuit Hem leefden."  En Kardinaal Suenens voegt er aan toe : "Ziedaar -uit het leven gegrepen- de normale weg van iedere bekering : wij persoonlijk zijn het bewijs van het christendom.  Prachtig, maar het is een ontzagwekkende verantwoordelijkheid".


De vraag tot ieder van ons : Is mijn leven "getuigend" ?

Zussen en broers, ik zou ons allen dan ook willen uitnodigen om ons hierover te bezinnen vandaag en de volgende dagen.  Is mijn leven een getuigenis, een echt getuigenis dat verwijst naar de Heer en dat anderen kan brengen om ook voor die Heer te kiezen.  Ik weet niet of het goed is naar mogelijke vruchten te kijken van dat getuigenis; laten wij ons gewoon afvragen of de mogelijkheid echt aanwezig dat mijn leven een verwijzing is naar de Heer.  Een verwijzing die anderen kan boeien.


Bidden om de geest van Evangelisatie

Maar veronderstel nu eens dat ik moet vaststellen dat mijn leven nog geen echt getuigenis geeft, of veel te zwak is als getuigenis...  Verlangt God dan dat ik mij ga ontmoedigen?  Helemaal niet, maar wel wordt ik opgeroepen om me te bekeren en zo mijn zending als kristen en al lid van de Maria-Kefasgemeenschap consequenter te beleven.


Ik zie vooral een drietal stappen die we dan te zetten hebben :

1-Ik wil mijn relatie tot de Heer vernieuwen.  We mogen dat niet aan het toeval overlaten, alsof die relatie wel vanzelf zal groeien.  Ik moet me daarop toeleggen met grote ijver.

2-Ik ga ook sterk bidden en laten bidden om een vernieuwd komen van de heilige Geest; ik volhard in dit gebed om een geest van evangelisatie omdat het een normale vraag is voor een kristen.  De Geest is immers een Geest van Getuigenis; we haalden daarjuist reeds Jezus' Woord aan als Hij het heeft over de Geest als Getuige.  Het is met die Geest dat wij gedoopt zijn, het is met die Geest dat wij gevormd zijn.

3-Een derde stap is misschien gewoon de praktijk.  Hoe leer je een taal, hoe leer je een beroep, hoe leer je een huishouden draaiend te houden...  Je kunt er wat rond studeren, iets rond lezen, maar zonder praktijk wordt het zeer moeilijk.

Laten we dus maar beginnen met kleine stappen te zetten in de praktijk van de evangelisatie.

Die stap begint al vroeg :

In mijn lofprijzing 's morgens kan ik vragen :  Heer help me vandaag van U te getuigen, van Uw liefde, van uw trouw, uw nabijheid...  Geef me de gelegenheden om van U te getuigen.

Ik kan ook even denken : waar ga of tot wie ga ik vandaag getuigen?  Ik kan een naam of een situatie noteren in mijn woordboekje.  Ik kan dat ook zo opvatten : in de loop van deze week breng ik de Heer zeker eens ter sprake bij ons thuis, in dit of dat gezelschap...

Ik hoef jullie niet te wijzen op de wijsheid waarmee dit moet gebeuren om geen anti-getuigenis te worden of mensen af te stoten...

Als ik na een paar dagen vaststel dat het er hoegenaamd niets van komt om te getuigen, kan ik misschien een wat doortastender strategie aanwenden : ik ga een situatie scheppen waarin ik wel zal kunnen getuigen.  Ik verwijs naar Dieter die op zijn brits in het leger een christelijk tijdschriftje of boek aan 't lezen is.  Je gebuur vraagt gegarandeerd wat je aan het lezen bent.  Tiens, ben jij misschien katholiek?  Ja...  En je volgende woorden hangen wat af van de situatie, van de persoon tot wie je spreekt, van wat je zelf reeds op "waarachtige en ongekunstelde wijze" kunt overbrengen.


BEMERKING : DE GAVE VAN ONDERSCHEIDING


Toch kan ik me er niet van weerhouden jullie nog eens op het hart te drukken "wijs" te zijn, verstandig...  Ik bedoel niet : vreesachtig, bang een belachelijk figuur te slaan, "wat gaat die ander nu van mij denken"?  Voor dit soort vreesachtigheid moeten we maar vragen aan de Heer dat Hij ons daarvan geneest.  Ik bedoel gewoon dit : de Heer geeft aan zijn mensen ook de gave van onderscheiding -vergeet die dus zeker niet te vragen- om te onderscheiden of dit het goede moment is om dàt getuigenis te brengen met die bepaalde bewoordingen; rustig, getuigend, niet geforceerd, hysterisch of veel te veel de nadruk leggend op randverschijnselen van het christendom.  Zeker als we tot mensen spreken die niet meer gelovig of kerkelijk zijn, moet ons getuigenis naar het essentiële gericht zijn.  En we moeten ons niet te vlug verliezen in discussies, die vaak onvruchtbaar blijven en niet naar bekering leiden, maar eerder naar verharding van de standpunten.  We mogen mensen niet forceren.  We mogen iets leren van wat Jezus ons leert in de parabel van het zaad dat gezaaid wordt.  De boer kan na bewerking van de grond gewoon naar huis gaan, het zaad rijpt "terwijl de boer slaapt".  Laat het zaad gedijen.


Als mijn getuigenis niet overkomt ?

Dat we af en toe eens een bots of buil zullen krijgen is niet uitgesloten.  Jezus heeft zijn mensen zelfs gezegd van blij te zijn als er tegenkanting is bij hun getuigenis.  We hoeven niet om dat soort tegenkanting te bidden, maar we moeten wel om sterkte bidden als het zich voordoet.  Misschien moeten we dan ook de eenvoud hebben onszelf eens af te vragen en te laten onderscheiden wat er in feite gebeurd is en waarom : Ben ik wijs genoeg geweest bij het getuigen?  Was er echt liefde in mijn hart voor die mensen?  Of was ik een christelijke Khomeini?  Bracht ik de Heer of verdedigde ik alleen mezelf?  Heeft mijn geloof wel een evenwichtige basis en laat ik me daarin vormen door het evangelie én door de Kerkgemeenschap?

Laten we als Maria-Kefasgemeenschap ook eens kijken naar het levensgetuigenis van Maria, Jezus' Moeder.  Hoe ze evangeliseert in al die verschillende ontmoetingen, met Elisabet en Zacharias, op Kerstdag, de herders en wijzen, op de bruiloft te Kana, onder het kruis en daarna, in voorbereiding op Pinksteren; kun je ook iets veronderstellen i.v.m. haar gebed dat toch ook een funktie had in het brengen van het Goede Nieuws ?


VORMING

Een tweede en laatste bemerking betreft onze vorming tot evangeliserende, getuigende kristenen.  Je zult wel inzien dat dit een heel uitgebreide bemerking zou zijn als we daar alle facetten van zouden behandelen.  Er is een vorming op het inhoudelijke vlak, die we toch aan onszelf, maar vooral ook aan de Heer en zijn Goede nieuws verschuldigd zijn.  Lees ik iets ?  Tracht ik me te laten vormen door wat degelijke, dat betekent niet noodzakelijk "moeilijke" lectuur.

De eerste vraag is dan : lees ik de Schrift ?  Ik bedoel hiermee niet de woorden die we aan de Heer vragen, de woorden die we "prikken", maar het gewone lezen van de Schrift, als een lezing in het boek van de ware weg naar het echte leven.

Ik denk vervolgens aan het geloofsboek en aan die enkele goede catechismussen die er zijn.  Laat ik me doordringen van die gezonde, evenwichtige en betrouwbare leer van de Kerk.  Toen we rond dat punt eens een vraag stelden aan Pater Nottebaert verwees hij ons naar 3 boeken : Deze Duitse catechismus "De geloofsbelijdenis van de Kerk", "De kern van ons geloof" van kard. Ratzinger (later paus Benedictus 16), en "Ik geloof" van pater Rey-Mermet , een van mijn Zwitserse confraters.

Een andere bron van geloofswetenschap en bezieling (die twee zijn nodig in de evangelisatie) zijn wellicht de frisse getuigenissen van mensen die echt gegrepen zijn door de Heer: heiligen van vroeger, evangelisten en bekeerlingen van nu.  Laat u daarom opbouwen door het getuigenis van je zussen en broers, zelfs al gaat het in die gevallen vooral over bezieling en misschien minder over geloofsinhoud.


Laten we ons best doen om te komen tot een gezonde verhouding tussen die bezieling : de liefde tot de Heer, de vreugde van het christelijk leven en anderzijds onze verstandelijke, inzichtelijke vorming op het vlak van het geloof; evenals jullie weet ik dat dit niet het voornaamste is, dat er niets gaat tot een sterke liefde tot de Heer die zich uit in een radicaal en consequent christelijk leven, maar we Heer geeft ons het verstand dat we nodig hebben; laten we ook d…t in zijn dienst stellen, met ijver en toewijding, uit liefde voor Hem en de mensen, onze broeders.


Misschien kunnen we nu even in de stilte gaan met enkele vragen, waarrond er dan misschien getuigenissen kunnen komen, in alle eenvoud, maar die ons opbouwen, licht en inspiratie bieden om ons engagement van EVANGELISATIE consequenter binnen te treden.

Ben Van Vossel CSsR


Vragen vanuit het onderricht voor interiorisatie & deelgroepen


1 Is voor jou elke godsdienst gelijkwaardig?  Of is voor jou Jezus uniek?  Wat houdt dat concreet in voor jou?

2 Heb je al eens ervaren dat Jezus jou zendt om te getuigen?

3 Zwijg jij over je geloof uit respect voor de overtuiging van anderen?

4 Wat versta jij onder de verbintenis tot "evangelisatie" zoals we dat in de Gemeenschap Maria-Kefas aangaan?

5 Wat is eigenlijk de inhoud van ons getuigenis?  Wat willen we eigenlijk doorgeven aan de mensen?

6 Wat remt jou het meest om te getuigen? Interne of externe oorzaak?

7 Is jouw leven "getuigend"?  Wat zou er sterker aanwezig moeten zijn?

8 Bid jij om een geest van evangelisatie?

9 Welke stappen ga je zetten om (opnieuw of sterker) op weg te gaan in de evangelisatie?

10 -Is jouw getuigenis al eens verkeerd overgekomen?

 -Heb je je al eens geërgerd bij het getuigenis van anderen?

 -Zo ja, wat was er volgens jou dan verkeerd aan of niet echt op  z'n plaats?

11 Kan je ons een getuigenis geven i.v.m. evangelisatie waardoor we worden opgebouwd om ook aan de slag te gaan?    


__________________



De Standaard, Woensdag 29 januari 1992, blz. 7 "Evangelisatie vooral zaak van inculturatie" (BCL)

L.J. Kardinaal Suenens, Terugblik en Verwachting, Herinneringen van een Kardinaal, Lannoo 1991, p. 254