GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

22ste ZONDAG DOOR HET JAAR

God eren met het hart


EERSTE LEZING Deut., 4, 1-2. 6-8 De geboden van de Heer onderhouden / TUSSENZANG Ps. 15 (14), 2-3a, 3cd-4ab, 4c-5 REFR: Heer, wie mag te gast zijn in uw tent? / TWEEDE LEZING Jak., 1, 17-18. 21b-22. 27 Uitvoerders van het woord, niet enkel hoorders / ALLELUIA cf. Hand., 16, 14b Maak ons hart ontvankelijk, Heer, opdat wij de woorden van uw Zoon zouden begrijpen. Alleluja / EVANGELIE Mc., 7, 1-8. 14-15. 21-23 God eren met de lippen of met het hart


Het Woord van God vraagt ons vandaag weer om een keuze te maken die ons hele leven moet doordringen. Het volk uit het Oude Testament krijgt al te horen dat ze de geboden van God moeten onderhouden en er naar handelen; daaruit zal hun wijsheid en inzicht blijken en zullen ze welkome gasten zijn bij God. In zijn brief maakt Jacobus er ons attent op dat we niet alleen toehoorders moeten zijn: “Weest uitvoerders van het woord en niet alleen toehoorders; dan zoudt gij uzelf bedriegen.” En hij wijst er op dat men aandacht moet hebben voor de zwaksten, voor de nood van weduwen en weeskinderen en dat wij ons moeten hoeden voor besmetting van de wereld. Jezus gaat nog een stap verder. Hij wijst er op dat men inderdaad de geboden moet onderhouden, maar dat vooral onze innerlijke gezindheid van belang is. We moeten God niet enkel eren met onze lippen, maar met ons hart. Dan gaan wij ons geweten niet sussen door het nakomen van enkele geboden, soms louter menselijke overeenkomsten, maar gaat heel ons leven ook uiterlijk getuigen van onze innerlijke toewijding aan God. (Ben Van Vossel 2021)


Naar THUISPAGINA  Naar INHOUD  Naar PREKEN 2021